Dat was Groenmoes Markt 2019

In het weekeinde van 16 en 17 maart 2019 was de zevende Groenmoes Markt. Voor de tweede keer in de Tuinmarkthallen in Boekel. En voor het eerst twee dagen lang. Een feestje voor de gepassioneerde moestuinier.

Hallo allemaal!

Wij waren voor de vierde of vijfde keer aanwezig op deze markt. En telkens leuk om jullie te ontmoeten. Daar doen we het voor.
Zoals iemand zei: “Je kent mij niet, maar ik ken jou wel.”
We hebben dagelijks zo’n duizend bezoekers op onze website en 5.500 actuele abonnees op de nieuwsbrief. Dat maakt het lastig om iedereen te (her-)kennen, hoe graag we het ook zouden willen. Sorry.

Mijnheer Groenmoes, Hans van Eekelen, in gesprek

Initiator van de Groenmoes Markt, Hans van Eekelen, speelde dit jaar een adviserende rol. Een jaar geleden besloot hij met Groenmoes en dus ook de markt een stap terug te doen – om het woord ‘stoppen’ niet te gebruiken. De organisatie was dit jaar in handen van de Tuinmarkthallen.
Een van de veranderingen was dat het een tweedaags evenement is geworden. Andere jaren was Groenmoes Markt één dag en – platweg gezegd – hondsdruk. Maar wel één groot feest. Nu is het aantal moestuiniers in een jaar niet verdubbeld, dus het bezoek was dit jaar gespreid. Dat gaf standhouders meer gelegenheid om uitgebreider met geïnteresseerden te praten. Voor de bezoekers betekende het op hun beurt dat er minder gedrang was voor de stands. Voor standhouders met een grote reistijd is het minder praktisch en duurder: zij moesten nu een hotel om te overnachten.

Rondje markt

We maken een rondje over de markt. Heel erg groot, veel planten, veel zaden en enkele stands met louter tuin- of kookboeken. Dit viel ons op in 2019:

Bij onze eigen stand veel bijzondere en zeldzame rassen.

Insectenbestrijding

Na de laatste berichten over de dramatische achteruitgang van het aantal insecten, is dit toch wel een precair onderwerp. LedsProtect maakt met LED-lampen UV-licht boven een bak water. Insecten worden aangetrokken. Het UV-licht weerspiegelt in het water dat tot gevolg heeft dat insecten op en neer gaan tussen lamp en water en uiteindelijk verdrinken. Het is iets voor in kassen. Kost rond de € 130 en kan met een zonnepaneel ad € 120 worden uitgerust.
“Maar we moeten toch niet nog meer insecten doden?” plaag ik de man. Daar is hij op voorbereid. De LED-lamp is vooral voor ’s nachts, dan vliegen de bestuivers niet. Meest kwalijke insecten wel. Zegt hij.

De pepermunt is geen bestrijdingsmiddel. (Of toch?)

Bij Biobestrijding doen ze het anders: Insecten bestrijden met hun natuurlijke vijanden: andere insecten. Ze leveren roofmijten, aaltjes, roofwantsen, sluipwesten, roofkevers en gaasvliegen. Maar meest geschikt voor een gesloten omgeving, minder voor de hobbykas die de ramen en deuren open heeft als het wat warmer wordt. Doch ze hebben ook een oplossing voor de varroamijt, die de bijen het nogal lastig kan maken.

63° Kookboeken

Een echte kookboekenwinkel. Ze bestaan nog. Enkele. In Amsterdam zijn de winkels De Kookboekhandel en Mevrouw Hamersma. En daarbuiten 63° Kookboeken in Tilburg; de enige in Zuid-Nederland en überhaupt buiten Amsterdam. Het is een trieste constatering. We bestellen alles via het Internet, terwijl het even doorbladeren van een boek ook heel leuk is. Maar ook zij hebben een webshop (nu in een verbouwing).

Paradijshof

Deze stand toonde een keur aan bijzondere smaken. Vooral veel Aziatische ingrediënten. Ik spreek met Ranoo Bans.
“Waarom ken ik Paradijshof niet?” vraag ik hem.
“Wij bestaan al 42 jaar. Maar leveren hoofdzakelijk aan de betere horeca. Michelin sterrenrestaurants en de top van Gault Millau. En sinds een jaar of vijf ook aan consumenten.”
De stand is een lange proeverij met bakjes sausen en curries. Smaken die we nauwelijks kennen.
“Het is een familiebedrijf. We hebben eigen grond in Cambodja en India (Goa).

Je mag je afvragen of dit op Groenmoes hoort. Maar het is wel zeer bijzonder en aromatisch.

Dus de fanatieke thuiskoks kunnen nu ook terecht bij Paradijshof. De consumentenmarkt wordt vanuit Nederland bediend, de zakelijke markt (restaurants) vanuit Dubai. Wie de geschiedenis van het bedrijf leest, zal zich er niet over verbazen.

Walnoten

Bij De Smallekamp staan we even stil. Niet alleen omdat we juist het boek Walnoot+ hebben gerecenseerd. Wij verwijzen mensen die meer over notenbomen, tamme kastanjes en hazelaars willen weten, graag door naar dit deskundige bedrijf in Nunspeet.

Met Ton Friesen wissel ik van gedachten. En al snel gaat het over voedselbossen. Hij kan zich opwinden over de naïeve passie waarmee mensen een voedselbos willen aanleggen.
“Ze willen van alles door elkaar planten, exoten, notenbomen, zonder rekening te houden met de eigenschappen. En de ruimte. En de tijd. We proberen hen op andere gedachten te brengen, maar dat lukt lang niet altijd.”
Als ik de opmerking, gemaakt tijdens Voedsel uit het Bos, ter sprake breng – dertig kilo walnoten brengt € 150 op – begint hij hard te lachen: “Gepeld zeker!” (Even googlen laat zien dat schone, verpakte walnoten in de supermarkt nu € 7,50/kg doen. Inclusief 9% BTW, is € 6,88 excl BTW. Dus de voedselboswachter moet ze oogsten, wassen, drogen, verpakken en leveren. De winkel wil ook een marge. Of je moet ze zelf verkopen.)
En het duurt bijna vijfentwintig jaar eer een walnoot echt productief is (16-18 kg/boom) Dus over vijfentwintig jaar komen zoveel walnoten uit al die voedselbossen op de markt, dat de prijs keldert.

De Smallekamp met een brede stand. Heel veel verschillende notenrassen.
Voedselbossen: een gezonde hype

Inhoudelijk zijn we het met elkaar eens: voedselbossen zijn een hype, voor een rendabele opzet moet je toch echt aan rijenteelt doen – alley cropping. Het fenomeen voedselbos maakt wel duidelijk dat we landbouw met de natuur moeten doen. Dus het is een gezonde hype.
Wouter van Eck verdient nu zijn geld met voordrachten en consultancy. Het bos in Schijndel heet productievoedselbos: het is gewoon rijenteelt. Misschien met een iets meer doordachte combinatie van gewassen. Daar is niets mis mee, maar vergeet de romantiek van een bos. Tenzij je het voor eigen gebruik doet, zoals wij. We noemen ons voedselbos bewust een Eetbare Siertuin.

De Wilde Wei

Een bijzondere Vlaming uit Alken

Grappig en lekker zijn de azijnen en meer van De Wilde Wei uit Alken (bij Hasselt, Vlaanderen). We proeven wat en de man klaagt wat over gebrek aan aandacht van het publiek. Natuurlijk, hij heeft geen planten of zaden of ander tuingoed. Maar de stand ziet er ook niet bijster aantrekkelijk uit. Dat is wel jammer, want in potentie is het iets prachtigs wat hij maakt.

En dan nog wat foto’s

Plaats een reactie