In Nieuwe Veluwe 1 van 2021 staat een opiniestuk van de hand van bioloog Steven de Bie met de intrigerende titel ‘Dragen voedselbossen bij aan biodiversiteit?’ Het antwoord is negatief.
Eerst even dit: Nieuwe Veluwe is een prachtig blad over kunst, cultuur, geschiedenis en natuur. Absoluut niet alleen voor hen die in of aan de Veluwe wonen. Kijk eens hier.
De Tuinen van MergenMetz omvatten o.a. een biologische moestuin, een herboristentuin en Eetbare Siertuin – een voedselbos avant la lettre, want een bosrand. Bijna vijf jaar geleden schreven we ‘Voedselbossen – de zin en onzin‘ en we laten ons soms kritisch uit over initiatieven – ga niet dromen, houd je voeten op de grond. Want een echt voedselbos zal in de huidige vorm van samenleving nooit economisch rendabel worden, kortom: leuk voor thuis, leuk voor een restaurant om wat bijzonders uit te kunnen plukken. Een voedselbos is wel een geweldig proefmodel voor nieuwe vormen van landbouw.
De Eetbare Siertuin is tuinieren, want anders geldt ‘survival of the fittest’ – dat wordt abusievelijk vertaald met ‘het recht van de sterkste’ maar het zou moeten zijn ‘overleving van de meest geschikte’. Oftewel: Als je je bosrand aanplant met diverse kruidachtige gewassen en je doet niets, dan kwijnen er een aantal weg en andere worden overwoekerd. Als je je geinvesteerde kapitaal aan plantgoed zo ziet verdwijnen, kan je twee dingen doen: ingrijpen (tuinieren) of boswachter worden. Niets doen en wachten wat het gaat geven.
Steven de Bie onderschrijft dat, maar vanuit een biologisch gezichtspunt. “Als voedselproductie het doel is, moet je concessies doen aan de natuurlijkheid van het systeem. Immers de struiken en bomen die het beoogde voedsel gaan voortbrengen hebben licht nodig om te groeien. Dat vraagt elk jaar om snoeien, maaien en kappen; forse ingrepen in de natuurlijke processen. Iedere tuinier weet dat.”
Hij is kritisch over de halleluja-berichten van de voorstanders, zoals ‘Een voedselbos is ideaal voor flora en fauna’ of ‘bevordert biodiversiteit’ of ‘gaat hand in hand met natuurontwikkeling’.
De kwintessens van het verlies van biodiversiteit zit ‘m juist in de versnippering van de leefgebieden van plant en dier en dat onder verzuring, verdroging en overbemesting.
Voedselbossen worden doorgaans daar waar zich een kans voordoet aangelegd. Het is daardoor eerder een bijdrage aan de versnippering dan aan vergroting van leefgebieden, aldus De Bie.
“Ondertussen lijkt alles wat voedselbos wordt genoemd op elkaar, omdat voor de aanplant uit hetzelfde mandje van plantensoorten wordt geput.” Niet alleen zijn het heel veel exoten, maar de biodiversiteit wordt daarmee welbeschouwd ook uniformer.
Voor exoten geldt bovendien dat ze wellicht door insecten worden bezocht en bestoven en vervolgens vrucht dragen, maar de inheemse insecten hebben inheemse waardplanten nodig om zich voort te planten.
De Bie vindt het teleurstellend dat overheden fondsen aan voedselbosinitiatieven ter beschikking stellen, dat geldt kan beter worden besteed aan effectiever behoud en verbetering van biodiversiteit.
Open hier het artikel (pdf) in Nieuwe Veluwe.
ik denk dat het ontzettend belangrijk is waar het voedselbos voor in de plaats komt. Alles is beter dan grasfalt of een maisveld, maar een goed functionerend loofbos (of ander soortenrijk natuurgebied) omvormen tot voedselbos lijkt mij minder geslaagd
helemaal mee eens
In het artikel klinkt voor mij toch ook wel erg sterk het mantra ‘het (de natuur) moet weer worden zoals het vroeger was’ door. Het gevaar van ‘exoten’ ligt echt iets genuanceerder dan in deze publicatie (en een eerdere van de Radboud universiteit) werd gesteld. En de natuur gáát niet meer ‘net zoals vroeger’ worden. Klimaatverandering gaat hoe dan ook zorgen voor verandering van ecosystemen. Soorten verdwijnen, nieuwe soorten verschijnen, sommige soorten hebben het moeilijk en andere kunnen ineens hun leefgebied uitbreiden. Bestaande evenwichten worden verstoord, maar daar kunnen ook nieuwe voor in de plaats komen. Lees ‘The New Wild’ van Fred Pearce eens.
Ben voor een wat genuanceerdere blik op voedselbossen. Bestaand bos omvormen tot voedselbos NEE, bestaand grasland omvormen tot voedselbos NEE, bestaand agrarisch akkerland deels omvormen tot voedselbos JA. Biologische akkerbouw gecombineerd met deels voedselbos in de vorm van fruit & notenbomen, bessenstruiken, hagen, bloem & kruidlagen en dood hout met paddestoelen komt zowel de biodiversiteit als de voedselvoorziening ten goede. Het vraagt wel om een goed plan en de voorkeur voor inheemse soorten.
Ons openbare voedselbos Woest komt op voormalige maisakkers en zal de dode bodem opnieuw tot leven wekken. Er wordt een zeer zorgvuldig uitgedacht plan uitgevoerd. Zo veel mogelijk natuurlijke inheemse bomen en struiken die ook voedzaam zijn voor dieren. Dit zal zeker bijdragen tot de biodiversiteit ook al omdat het aansluit op bestaande ecologische verbindingszones.
Het insectenvriendelijk maken van privetuinen levert ook meer biodiversiteit op, dus waarom zou een voedselbos dat niet doen? Versnippering is al aan de hand en de natuur kan alleen herstellen als er meer natuur bij komt toch?
Eens. Maar het is wel een interessante discussie. Ik heb al wat “voedselbossen” gezien die meer leken op een boomgaard in de dop – aangeplante bomen op rijtjes in een grasland.
Voedsel telen (biologisch) in onze directe omgeving is sowieso al een geweldig initiatief!
“Onze biodiversiteit lijdt vooral onder het verlies en versnippering van leefgebieden van soorten, onder verzuring, verdroging en vermesting van deze gebieden.”
In de meeste (alle?) voedselbossen wordt niet bespoten of extern bemest. Ook wortelt de meeste aanplant een stuk dieper dan gangbare (eenjarige) akkerbouw gewassen en is de bodembedekking en organische stof stukken hoger, wat weer helpt in droge periodes en tegen uitspoeling. Ik snap zijn kritiek dus niet helemaal.
Al moeten we er natuurlijk geen bestaande natuurgebieden voor omvormen… Maar ten opzichte van intensieve landbouw lijkt het me toch een flinke stap in de goede richting.