Het heeft wat formalitijd gekost, maar vandaag is onze Bonte Bentheimer-beer Karel vertrokken naar Buitengewone Varkens. Om daar zijn bijdrage te leveren aan buitengewoon varkensvlees.
Waarom hadden we twee beertjes? Omdat ze een tijdje apart van onze zeugen (gelten) Jet en Janneke moesten opgroeien en een varken alleen…. Dat mag niet. Oude(re) zeugen kunnen namelijk nogal agressief zijn jegens kleine, onbekende biggen.
Met een hek tussen de twee terreinen hebben ze elkaar de afgelopen tijd leren kennen.
[Foto: Karel in de aanhanger]
Buitengewone varkens
Buitengewone Varkens laat de dieren in bossen en op akkers woelen en wroeten. Karel is zeker de komende tien jaar onder de pannen: bij Buitengewone Varkens kunt u intekenen op varkensvlees.
Fok
Onze zeugen Jet en Janneke zijn nu ruim twee jaar oud en zussen. Op basis van gedrag en andere eigenschappen, hebben we besloten met Koos en Janneke te fokken; Karel en Jet mogen hun werk doen voor de productie van het exquise Bonte Bentheimer-vlees. D.w.z. onze gelt Jet vertrekt hier straks als drachtige zeug.
Zeldzaam ras Bonte Bentheimer
De Nederlandse varkensindustrie is zo ver …… uh… industrie dat authentieke varkensrassen verloren zijn gegaan. Stichting Zeldzame Huisdierrassen heeft de Bonte Bentheimer tot zeldzaam Nederlands varkensras verheven. Een grensgeval, omdat Bentheim niet Nederland is – nou ja, een groot deel van het graafschap is de hap uit Nederland boven Twente en onder Coevorden.
Slachten is behoud van ras
Het klinkt als een contradictie. Maar we kunnen gedomesticeerde varkens zich niet ongebreideld laten vermeerderen. Dat zou lastig worden. De wereldbevolking doet dat al, met de nodige problemen van dien. Een landvarken kan wel vijftien jaar worden. Door geen of nauwelijks zeugen biggen te laten werpen, door geen of nauwelijks varkens te slachten, zal de oudere generatie op een gegeven moment sterven met te weinig nazaten. Door zorgvuldig en met beleid te kruisen en te vermeerderen worden èn gezonde dieren behouden èn het ras in stand gehouden.
En het vlees van Bonte Bentheimers is zeer bijzonder. Een vakman als Frans Kaijser maakt er de mooiste producten van en bedient de betere horeca in Amsterdam, 't Gooi en elders in Nederland.
Genetische bron
Een oud varkensras als Bonte Bentheimer is onzettend leuk. Het zijn landvarkens die gewoon tot pakweg -150 C buiten kunnen, ze zijn vriendelijk en zachtmoedig en buiten kunnen ze ook nuttig werk doen: akkers en landerijen van onkruid (wortels) ontdoen en bemesten, of in de bossen wat schoffelen zodat toegedekte zaden boven komen en ontkiemen.
Maar het behoud van een genetische bron is minstens zo belangrijk.
Formalitijd
Woordgrapje. Maar het zou o.i. een goed Nederlands woord kunnen zijn.
Sinds de laatste grote varkenscrisis heeft het ministerie (lees: Productschap Vee & Vlees, want die stelt en handhaaft) stringente regels opgesteld over het vervoer van varkens. Type A, B, C, D en andere bedrijven.
B Is een fokbedrijf, dat zijn wij met ons luttel aantal varkens. Maar het gaat om het idee.
D is groot brengen (vleesvarkenbedrijf) en er kan maar één richting op worden gegaan: naar het slachthuis.
B mag aan C of D leveren, maar niet aan B. Tenzij er ontheffing wordt verleend. (Meer over het ABC'tje weten? Lees dit.)
U snapt dat het behoud van een zeldzaam ras binnen de regelkaders van de varkensindustrie om nogal wat ontheffingen vraagt. En dat kost tijd.
De boetes zijn niet mals: door communicatieproblemen – noem het vetragingen rond de Kerstdagen – ontvingen we er al één t.w.v. € 5.000. We zouden aan een ander B-bedrijf hebben geleverd. En dat mag niet…. Gelukkig is het rechtgezet. Hopen we.