NRC berichtte onlangs over de resultaten van een onderzoek door de Universiteit van Rochester (New York), waaruit blijkt dat jongens, geboren uit moeders die relatief veel weekmakers in hun urine hadden, minder mannelijk spelen.
De weekmakers (ftalaten) in de urine zijn afkomstig van o.a. make-up en het gebruik van plastics, bijvoorbeeld om etenswaar in te verpakken – krimpfolie, als extreem rekbaar voorbeeld. Het team van professor Shanna Swan onderzocht regelmatig de urine van honderden vrouwen, die over de helft van hun zwangerschap waren. Vervolgens beoordeelden zij het speelgedrag van de kinderen tussen hun de drie en zes jaar. Het betrof 145 jongetjes.
De jongens van vrouwen die behoren tot de groep van 10% met de minste ftalen in de urine, speelden mannelijk. De zonen van moeders die bij de hoogste 10% hoorden, hadden een 8% lagere mannelijkheidscore. Wat zegt dit?
Oestrogeen
Weekmakers worden heel veel gebruikt en komen m.n. voor in plastics als PVC. Ze komen betrekkelijk weinig voor in het milieu, omdat ze zowel door het zonlicht als via biologische weg, vrij snel worden afgebroken. Doch, in het menselijk lichaam, lijken ze verdacht veel op het vrouwelijke hormoon oestrogeen – of beter: ze hebben een oestrogene werking.
Lobby chemische industrie
Van het effect van ftalen op het menselijk lichaam is niet zo heel veel bekend. En als iets wordt bekend, wordt dit subiet betwijfeld, zoals ook nu weer. Tim Edgar, deputy director van de European Council for Plasticisers and Intermediates (ECPI) zegt: "Eerst moeten er wetenschappers die expert zijn op dit gebied naar het onderzoek kijken, voordat we een duidelijke beoordeling kunnen geven." Hij stelt dat er veel verschillende soorten ftalaten bestaan en dat de studie zich concentreert op de minder voorkomende soorten. [Citaat uit: Elsevier, 16 november 2009]. Het ECPI klinkt vertrouwenwekkend, maar is gewoon een in Brussel gevestigd lobbyinstituut dat negen leden telt: de grootste plastic fabrikanten van Europa (o.a. BASF, Exxon Mobil).
Committed to the Science of Safety, luidt de slogan van ECPI. Dat is een hele geruststelling.
Eerder onderzoek
In 1997 heeft een Russisch onderzoek aangetoond dat er bij een hoge concentratie ftalaten nogal wat miskramen kunnen voorkomen. In1993 toonde een overigens niet geheel onomstreden Deens onderzoek van Carlsen en Skakkebaek aan dat de kwaliteit van het sperma van mannen achteruit loopt. Zij legden een verband met weekmakers. In diezelfde tijd legden andere onderzoeken in het kader van de verminderde vruchtbaarheid van mannen, een verband met lood en styreen (piepschuim). En de eerder genoemde professor Swan toonde in eerder onderzoek aan dat ftalen de testosteronhuishouding van de mannen aantast – op meisjes is geen effect gevonden. In januari 1995 publiceert het Deense ministerie van Milieu en Energie een rapport met als titel 'Mannelijke vruchtbaarheid en stoffen in het milieu met een oestrogene werking'. Andere regeringen en ngo's zoals Greenpeace publiceerden ook rapporten die in dezelfde richting gaan: weekmakers knagen aan de mannelijkheid.
Op basis van dat eerdere onderzoek van Swan c.s. heeft de EU in besloten weekmakers in kinderspeelgoed te verbieden. Voor de rest mogen ze nog steeds vrijelijk overal in worden toegepast.