Varkens in het bos

Het praktijknetwerk Varkens als Landschapsontwikkelaar organiseerde een uitstap naar het varkensbos in het Natuurpark Lelystad. Hier kan gezien worden wat het effect van varkens (wilde zwijnen) in een bosgebied is.

Het praktijknetwerk is een door LNV gesteund initiatief. Doel is door kennis te delen tot nieuwe kennis en inzichten te komen. Het initiatief werd genomen door Nelleke Meersma en Adriaan Antonis van de Ouwendorperhoeve in Garderen. Zij hebben Bonte Bentheimers in een flink stuk bos lopen. Wij van MergenMetz hebben twee Bonte Bentheimer-zeugen op pakweg 1600 m2 bos lopen.


Varkenshoeder

varkens in het bos - ets dürer
De vraag is: wat kan een varken bijdragen aan de natuurontwikkeling (in Nederland). U zult denken: “Wat een nonsens, er zijn toch wilde zwijnen?” Klopt. Maar die komen ten eerste niet overal in Nederland voor en ten tweede zijn ze wild, d.w.z. ongecontroleerd en niet gedomesticeerd.

 

Het wilde zwijn heet in het Latijn sus scrofa en het huis-tuin-en-keuken-varken heet sus domesticus.


 

varkens in het bos - schilderij gauguin
Varkenshoeder – Paul Gauguin 1888
Vroeger was de varkenshoeder een bekend beroep. Deze ging met een kudde varkens ‘aan de wandel’, veelal het bos in. Thans is dat, als gevolg van de intensieve varkenshouderij en bijbehorende strenge richtlijnen v.w.b. het verplaatsen van de dieren, schier onmogelijk.  Daar moet verandering in komen.
 

Wat het praktijknetwerk beoogt is: (a) varkens in de natuur hun voedsel te laten vergaren en (b) inzicht te krijgen of de natuur zelf daar ook baat bij heeft. Op de achtergrond spelen hierbij twee gedachten:


  1. Het enige erkende zeldzame Nederlandse varkensras, het Bonte Bentheimer Landvarken, weer op de kaart zetten, en
  2. De Corsicaanse varkenshoeders als voorbeeld nemen en in een later stadium gelijksoortige hoogwaardige vleesproducten maken (lees dit).

Maar zo ver is het nog niet.


Bezoek Natuurpark Lelystad

Nieuwsgierige zwijnen

Hier leven een handvol wilde zwijnen op 10 hectare. Elk jaar werpen ze op hun beurt handenvol biggen. En elk jaar wordt hun stand op peil gehouden, oftewel: er vindt het nodige afschot plaats.


Jonge vlier – “gesnoeid”

De excursie van de praktijkgroep werd geleid door Hans Roosenberg (beheerder) en begeleidt door Klaas van Dort  (bos-ecoloog).

Hans Rosenberg wijdde uit over het ontstaan van het bos, het dunnen, het laten liggen van bomen – en daarmee schuilplaatsen voor o.a. de zwijnen creërend.
Het is een jong bos; onvergelijkbaar met de plekken in Nederland waar eeuwenlang takken en bladeren zijn gevallen.
Klaas van Dort ging dieper in op de effecten voor de natuur. En die zijn er onomstotelijk:


 (a)        varkens vreten jong opschot weg;
(b)        varkens woelen oude bladlagen om, waardoor zaden boven komen en kiemen.
In veel oude bossen blijft het blad lang liggen; het verteert nauwelijks. Zo vormt het een verstikkende, ondoordringbare laag. Zaad kiemt niet. Varkens kunnen deze laag omwoelen, op zoek naar voedsel.

Klaas van Dort in actie
Hans Rosenberg

Verschil

Varkenshoeden in de natuur maakt het verschil ten opzichte van wilde zwijnen. Door met een kudde varkens een stuk bos (eenmalig) om te woelen, ontstaat verjonging.
Door met een kudde varkens door een verjongd bos te gaan, wordt allerlei opschot weggevreten.
Maar beide met mate en gecontroleerd. Iets dat met wilde zwijnen niet mogelijk is.

Plaats een reactie