Met het oog op de naderende vorst, zijn de laatste wortelgroenten uit de moestuin gehaald. En het is tijd om de bedden te repareren.
De wortelgroenten – pastinaken, knolselderij, koolraap, winterpeen, bietjes, schorseneren – heb ik nu wijselijk uit de moestuin gehaald en ze gaan de kuilkist in (een ingegraven kist – lees dit).
Vorig jaar had ik pastinaken en schorseneren laten staan. Maar door de strenge winter waren ze vastgevroren en hebben we honger geleden. (Nou ja…)
|
De winterpenen daarentegen waren geweldig qua formaat en oogst. In tegenstelling tot andere jaren. Maar dit maal had ik netten tegen de wortelvlieg gebruikt. |
Dat wilde ik dit jaar ook doen, maar per abuis hadden we de drie te bewaren wortels opgegeten. |
Bedden repareren
We hebben de moestuin in het voorjaar van 2004 aangelegd. De bedden hebben een houten rand. In het begin gebruikten we overgebleven onbekantrechte red ceder-planken van pakweg 3 meter lang, 2 cm dik en 3 meter lang. Dat was toen de red ceder tijdens de rondhoutveiling in Arnhem voor de tweede keer werd aangeboden. Geen koper had interesse. Wij wel, die tweede ronde. We hebben er planken van laten zagen, een boshuis gebouwd en de rest hebben we voor de moestuinbedden gebruikt.
De red ceder planken zijn veelal doorgerot. Dat heeft dus pakweg zes jaar geduurd. Red ceder heet zuur hout te zijn, dat nogal rotbestendig is. Voor wat dat waard is. Het boshuis staat er nog steeds. Maar het is natuurlijk zo dat de planken voortdurend aan lucht en nat zand zijn blootgesteld. En we hebben voor de moestuin niet het fraaie kernhout gebruikt.
De slechte planken zijn de afgelopen week verwijderd. Volgende week gaan we bij de houtzagerij eiken planken halen. Een mooie winterklus. Mits het niet weer maanden vriest.