De redactie van het blad Oase bezocht ons Sint Jan-evenement, afgelopen juni. We kregen als kennismakingsgeschenk twee nummers van het tijdschrift en het boekje Warmoezerij. En dat is verrassend leuk.
Nu blijkt dat op zijn minst één van de redactieleden regelmatig vlakbij ons in de buurt vertoeft. En Oase klonk niet geheel vreemd in de oren. Want Henk en Marieke, die een enkele keer per jaar bij ons plant en dier, hebben in Zuna een prachtige tuin, die op de website van Stichting Oase is vermeld. Maar daar hield onze bekendheid met Oase dan ook mee op. Tot nu.
Het tijdschrift
Het tijdschrift Oase is een boeiend, rustig en fraai verzorgd tijdschrift met deskundige auteurs. (We herkennen een aantal namen uit onze eigen kennissenkring. Maar kennelijk nooit met hen over Oase gesproken.)
We bladeren het lente- en zomernummer 2019 door en zien dat er een relatie is met de (deel-)organisaties Wilde Weelde (ontwerp, aanleg) en Springzaad (kinderen en natuur). Er staan namelijk ook artikelen in van auteurs uit die clubs. Uit de website van Oase maken we op dat dit zgn. spin offs zijn. Een stichting die zich uitzaait 🙂
Kwekersgeheimen
Het blad kent ook een terugkerende rubriek Kwekersgeheimen, waarin het vermeerderen van onalledaagse (wilde) planten wordt behandeld. Helder verwoord, je krijgt er meteen zin in. Maar bij ons geldt ook het criterium ‘eetbaar’.
Genadekruid, polei en moerasgamander
In het lentenummer ook onder andere een stuk over geelsterren en boktorren. Die hebben een reputatie als het gaat om het – door de larven – opeten van het gebinte van huizen. Maar dat betreft alleen de huisboktor, wier larve wel tien jaar kan worden. Andere boktorren zien we in de tuin. Ze zijn verschillend en fraai gekleurd. Het zomernummer behandelt een aantal tuinen, ‘waterzieke’ grond en in Kwekersgeheimen komen genadekruid, polei en moerasgamander voor het voetlicht.
Een verrekt leuk tijdschrift, om naast een moestuinierblad te lezen. En de Stichting Oase organiseert ook af en toe het een en ander.
Titel | Tijdschrift Oase |
Van | Redactie : Machteld Klees |
Uitgever | Stichting Oase |
ISBN | |
Verschenen | sinds 1991, vier maal per jaar |
Prijs | € 30 per kalenderjaar |
Verkrijgbaar bij | Stichting Oase |
Uit het tijdschrift Oase vloeit de bundel Warmoezerij, Wilde planten: gezocht, gekweekt, gegeten en weer vergeten, voort. De auteurs behandelen achttien eetbare planten. De meeste ervan staan in onze Eetbare Siertuin en ook daarbuiten, zelfs in onze moestuin. Denk aan Brave Hendrik, paardenbloem, pastinaak, rucola, schorseneer, veldsla, zeekool en veldsla. Zevenblad kunnen we uit de moestuin houden…. hoewel, tussen de rabarber….. In dit boek behandelen de auteurs ook de stamvaders (de zogenaamde crop wild relatives) van twee uitgebreide groentengeslachten (en daaronder vallen families, geslachten en rassen): de wilde kool (namens het geslacht brassica) en de wilde cichorei (van het gelijknamige geslacht cichorei).
Warmoes is Vlaams voor snijbiet. Maar oorspronkelijk stond het voor allerlei groen. Als je je bedenkt dat vroeger over het algemeen in één pot werd gekookt, dan ligt het voor de hand dat er diverse “bermgroenten” in de pot gingen. Dat werd een grote warboel van moes.
Het is een alleraardigst boekje, zeker leuk om te krijgen en dus ook om cadeau te geven. Voor die tachtig bladzijden interessante informatie is het eigenlijk veel te goedkoop.
Titel | Warmoezerij Wilde planten: gezocht, gekweekt, gegeten en weer vergeten |
Van | Johan Heirman en Hein Koningen |
Uitgever | Anoda Publishing |
ISBN | 978 94 9189 90 10 |
Verschenen | september 2016 |
Prijs | € 9,95 |
Verkrijgbaar bij | Het winkeltje van Stichting Oase |