Velt heeft een prachtig boek over fruitbomen in de tuin uitgegeven. Bijzonder informatief en helder geschreven. Niet alleen algemene informatie en verzorging, maar per fruitsoort is er een uitvoerige beschrijving gegeven. Een heel fijn boek voor een ieder die met fruit in de tuin wil beginnen en ook voor hen die al fruitbomen hebben en daar meer vruchten van willen plukken.
Wij hebben enkele fruitbomen in een boomgaardje achter het huis. Een walnoot, drie appels en een zoete kers, die we nooit zien omdat de vogels er eerder bij zijn dan wij.
Naast het huis staat een tamme kastanje, ooit gekocht bij De Batterijen en daar zeiden ze “deze maakt hele grote kastanjes”. Dat klopt. In de Eetbare Siertuin staan hazelaars, kweeperen (-appels), mispels, kornoeljes en wat kleiner fruit. Dit boek gaat over bomen.
Het is een groot plezier om het boek door te nemen. De opmaak, de toon, de fotografie, ze nodigen je uit. Je wilt je hele tuin vol fruitbomen zetten! Maar lees dan eerst hoofdstuk, over standplaats en omgeving. Dan weet je of dat kan. En het hoofdstuk besluit met de paragraaf ‘Een fruitboom is onmisbaar in de tuin’. En zo is het.
Overweegt u fruitbomen te planten of heeft u ze maar weet u zich er geen goede raad mee? Koop dit boek. Oh, wordt dan ook meteen lid van Velt. Dat kost € 30 per jaar voor de hele familie en het levert collectieve voordelen op. Plus een fraai tweemaandelijks blad Seizoenen. Pieternel Droogleever Fortuyn
zegt:Dit is het eerste boek waar ik niet van in de war raak over wat ik moet doen.
Is er een mooiere aanbeveling denkbaar?
Titel | Appel, peer en meer – Fruitbomen in je tuin |
Van | Jasmien Wildemeersch |
Uitgever | Velt (Vereniging Ecologisch Leven en Tuinieren) |
ISBN | 978 90 823240 6 8 |
Verschenen | oktober 2016 |
Prijs | € 29,95 (leden betalen € 25,00 |
Verkrijgbaar bij | Natuurlijk in de webshop van Velt, leden kunnen het ook via hun lokale afdeling verkrijgen. En bij de boekhandel Maar u kan ook naar de boekhandel van steen en cement of de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels er ook nog iets aan.(Aan BOL.com verdienen ze niets.) |
Het boek begint met algemene informatie die steeds specifieker wordt en eindigt met snoeien.
1) Welke boom kies je?
2) Standplaats en omgeving
3) Teeltzorg
4) Snoeien
En dan gaat het over naar de soorten: appels, peren, kweeperen, nashi, pruimen, zoete en zure kersen, perziken en nectarines, abrikozen, walnoten, amandels(!), zwarte moerbeien, mispels en tamme kastanjes vliegen je om de oren. Verrukkelijk!
We beginnen met het noemen van een nadeel: er is geen trefwoordenindex. Dat is wel jammer voor zo’n mooi boek. Daarentegen kent het achterin wel een mooi en vrij compleet overzicht van literatuur, websites en adressen. Waarmee het nadeel enigszins is gecompenseerd.
Om met het eerste punt te beginnen: de ruimte c.q. standplaats die u in de tuin heeft is bepalend en vervolgens de vorm van de boom. De meeste fruitbomen zijn geënt; de kweker bepaalt door de entplaats te kiezen hoe hoog de boom wordt. We leren in dit hoofdstuk van alles, ook bijvoorbeeld over de keus van de onderstam – de grond van uw tuin speelt ook een rol. Op zandgrond is een sterkere groeier nodig dan op klei, dat bijzonder voedzaam is.
Hoogstam is mooi, als het in uw tuin past en bij de omgeving. Maar dan is het niet alleen ‘laaghangend fruit plukken’ zoals de uitdrukking luidt voor gemakkelijke winst.
Naast verschillende hoogtes kunt u ook kiezen voor leibomen; bomen die tegen een muur of schutting groeien en daar de warmte van genieten. Of langs draden.
Er zijn zoveel vormen te bedenken. En ze hebben ook namen gekregen: verticale snoer, horizontale snier, schuin palmet, horizontaal palment, dubbele U-vorm, Verrier palmet.
In een overzichtelijke tabel is per type boom aangegeven wat de invloed is, verwachte hoogte, levensduur, onderhoud en dus ook werk/arbeid.
Standplaats en omgeving
Als u eenmaal een indruk hebt van wat voor een boom u wenst en welk ras, dan is het zaak om te zien of dat ook past bij de standplaats en uw bodem. Voedselbossen zijn in bepaalde kringen helemaal ‘hot’. Maar een bos, zo lezen we hier, is ‘het eindstadium van successie’. Waarmee bedoeld wordt dat een braakliggend stuk grond al snel begroeit raakt. Eerst met kruiden, dan heesters, en boompjes die op dat moment een heel aardig struweel vormen. Maar kleine bomen worden groot en brengen schaduw. Het bodemleven ontwikkelt zich met deze successiestadia.
Waar we meestal niet bij stilstaan is de koude noordenwind – of oostenwind, zo u wenst. Peren, perziken en pruimen houden niet van de volle laag. Appels en kersen hebben graag de volle wind. En wat is de ondergrond? Gras? En wat betekent dat? Een boomcirkel? De eerste jaren zeker. Wat vindt Vera Greutink er van? In haar Tuin Smakelijk heeft ze het over bostuinen en plantgildes onder of om een fruitboom. In Appel, Peer en Meer staat de paragraaf ‘Je tuin als ecosysteem’. Het lokken van insecten is daarbij natuurlijk van groot belang, temeer daar bijvoorbeeld appels elkaar bestuiven.
Teeltzorgen
Appels en peren kunt u tot april planten, pruimen en kersen tot half maart
Bij zulke hoofdstuktitels heb ik altijd de neiging dit over te slaan. Ik wil geen zorgen. Een bijster goede tip luidt: koop uw fruitboom bij de vakman. Niet in een tuincentrum, voegen we er aan toe.
Heel fraai is de tijdsbalk op pagina 48 en 49. Onder de noemer ‘Wat kan ik doen?’ staat per maand wat u voor appel en peer, dan wel pruim en kers kunt doen en wat de boom zelf doet.
Als u bomen koopt, let er dan op dat het schoon, virusvrij is. Daar bestaan keurmerken voor.
In dit hoofdstuk komen aspecten als steunpaal, de grootte van het plantgat, platnafstanden, bescherming tegen ongedierte – plaats een korf rond de stam of wikkel er kippengaas om tegen konijnen, wij hebben daar ervaring mee…. -, mulchen, mest, welke voedingsstoffen enzovoorts.
Een tip die we lezen en waar we nooit zo over na hebben gedacht, is om jong snoeihout meteen als mulch te gebruiken. Het heeft (nog) de goede koolstof-stikstofverhouding. Ouder hout heeft minder stikstof en om te verteren wordt dat dan aan de bodem onttrokken. En dat is niet goed voor de groei van de boom. Nou ja, als het oude hout helemaal verteerd is, komt de stikstof pas weer terug in de aarde.
Uiteraard passeren allerlei ziekten de revue. Nooit leuk, wel een feit. Wij hadden perenroest en we leerden van Harmen Peters (van Neerlands oudste biologische appel- en perenteler) dat oorwurmen goud waard zijn.
Snoeien
Er zijn hele boeken over geschreven die voornamelijk uit tekeningen bestaan waarin jaar na jaar uitgebeeld is welke takken je weg moet snoeien. Dat lijkt handig en logisch, maar omdat elke boom er anders uitziet ook verwarrend. Wij snoeien alles wat naar binnen groeit weg, In de beginjaren hebben we de takken horizontaal uitgebogen (en ze zijn zo verhout) zodat ze horizontaler lopen. Dat zou meer bloesem en dus appels geven. We kunnen niet vergelijken met hoe het anders zou zijn geweest, maar we zijn tevreden met de oogst. In dit boek wordt snoeien niet moeilijk gemaakt. We leren de snoeibegrippen als harttak, gesteltak, waterlot (u wint er niets mee) en meer.
Maar ook: per levensfase een ander soort snoei. Oude bomen hebben verjongingssnoei nodig. Wanneer is een boom oud? Dat merkt u snel genoeg 🙂
Achtereenvolgens wordt de snoei van diverse typen bomen helder doorgenomen. Op een of andere wijze spreekt de paragraaf ‘Snoei van Verwaarloosde Bomen’ ons aan.
De soorten fruitbomen
Per soort (appel, peer en meer) wordt exact beschreven wat voor die soort de juiste handelwijze is. Zowel qua onderhoud als bij de bestrijding van plagen en problemen. Snoeien kan het hele jaar door, maar bijvoorbeeld niet voor de walnoot. Op elke regel is wel een uitzondering te bedenken. Maar ook aspecten als oogst, wanneer is een vrucht plukrijp – bij kweeperen is daar wel eens een discussie over – en hoe je moet plukken.
Ook handig zijn de tips hoe de vruchten te bewaren. Van dezelfde Harmen Peters hebben we geleerd dat we de appels best bewaren in de koele kelder en in kistjes boven een bak water. Zo wordt uitdroging voorkomen. Deze tip staat niet in het boek, waarin wel wordt gesproken over droge kelders. Voor de appelliefhebbers: op pagina 112 – 113 staat een prachtige, zeer informatieve tabel waarin onder andere staat welke appelrassen elkaar bestuiven. Voor peren pagina 128-129 en 150-151 voor pruimen. En ja, bij de peer wordt de perenroest beschreven.
Achterin het boek staat weliswaar geen trefwoordenindex, maar wel een behoorlijk overzicht van andere boeken, websites en nuttige adressen. In Nederland en België.
Orde van de Beschermers van de Gulden Perelaer
Het boek is tot stand gekomen dankzij sponsoring. Sponsoren ontvingen een oorkonde en zijn voor in het boek vermeld. Wij sponsorden dit boek omdat Velt altijd gedegen boeken uitgeeft. Geen prutswerk voor snel commercieel gewin. Als wij het boek teleurstellend hadden gevonden, hadden we geen recensie geplaatst. Wij koesteren onze onafhankelijkheid, ook jegens Velt.