Willen we ons groene erfgoed verantwoord kunnen bewaren, dan moeten we in staat zijn om wilde inheemse bomen en struiken te identificeren. Dit is een vrij jonge tak van wetenschap en de Veldgids Wilde Bomen en Struiken is daarbij onmisbaar.


De gedachte achter deze gids is dat bos- en natuurbeheerders goed onderscheid moeten kunnen maken tussen nieuwe/vreemde soorten en inheemse soorten. En die lijken soms sterk op elkaar. Maar zo kunnen we wel ons groen erfgoed redden (dat overigens niet alleen uit wilde en inheemse gewassen bestaat, maar dat terzijde).
“Het onderscheid tussen wild en niet-wild (aangeplant) is belangrijk om de oorspronkelijke biodiversiteit te kunnen behouden,” staat in de eerste alinea van de Inleiding. Het doel en het nut van het boek is daar,ee duidelijk.
“Bepalen of een struik of boom wild is of niet, is vakwerk [….] Een wilde soort is morfologisch en genetisch veel gevarieerder dan een gekweekte selectie.” Gekweekte bomen en heesters – cultuurvariëteiten – hebben vaak een beperkt aantal ouders of zijn stekken of afleggers – dus klonen. Wilde gewassen passen zich aan. Noem het ‘survival of the fittest’ waardoor (kleine) genetische afwijkingen van belang worden voor het feit of een plant in veranderende omstandigheden (klimaatverandering) op een locatie overleeft. En dat eeuwenlang.
Het kunnen scheiden van wild en niet-wild is een betrekkelijk jong vakgebied en auteur Bert Maes is een van de pioniers.
De auteurs refereren aan het biodiversiteitsverdrag van Rio de Janeiro, waarin het behoud van genetische variëteit van inheemse bomen in situ (dus op de plek, in de natuur) een belangrijk onderwerp is.
Dit is een waardevol en ook uniek boek. In de eerste plaats voor bos- en natuurbeheerders, maar eigenlijk voor iedereen met interesse in bomen en struiken en die begaan is met ons groene erfgoed.
Titel | Veldgids Wilde Bomen en Struiken |
Van | Lodewijk van Kemenade en Bert Maes |
Uitgever | KNNV Uitgeverij |
ISBN | 978 90 5011 9603 |
Verschenen | 24 juni 2025 |
Prijs | € 39,95, tijdelijk in prijs verlaagd t/m 15 juli 2025: € 34,95 |
Verkrijgbaar bij | Koop het bij voorkeur bij de echte boekhandel van steen en cement. Die zijn onmisbaar en moeten blijven bestaan. En online, bestel het dan hier. |
De ene veldgids is de andere niet. Was het met Veldgids Nederlandse Flora een uitdaging om met behulp van determinatietabellen enzovoorts een plant te identificeren, in deze gids worden de bomen en struiken op Latijnse naam achter elkaar beschreven. De gebruiker van deze gids wordt dan al wel geacht het geslacht van de boom of struik te hebben vastgesteld.
Het spreekt voor zich dat deze gids weinig zinvol is in parken en nieuw aangelegde bossen. Wel in oudere bossen, boswallen en historische landschappen.
En wat er niet in staat is of een boom of struik op enigerlei eetbaar is.

Na pakweg twintig pagina’s voorwoord en algemene informatie, is het bijna driehonderd pagina’s geslacht- c.q. soortbeschrijvingen van de bomen en struiken.
Er staan per geslacht veel grote foto’s in, die helpen bij het herkennen. Want hoewel de gids ‘Wilde bomen en struiken’ heet, staan er bij de planten ook kopjes met ‘niet wild’ of ‘niet inheems’. Soms helpt het namelijk om op die kenmerken te toetsen. En bij ‘niet inheems’ kan dan weer wel staan dat het een verwilderde boom of struik is.
Dat het een jonge wetenschap is, moge duidelijk zijn. Zo lezen we bijvoorbeeld bij de Taxus dat dezelfde soort zowel wild als niet wild kan zijn. Wild is dan wel zeldzaam, niet wild is verwilderd en “geen onderscheidende morfologische kenmerken met bomen van autochtone herkomst bekend.” Tja, zie daar maar eens uit te komen. Dan is er nog altijd het gezonde verstand van de natuurbeheerder.
En daarom is het zo’n goed boek. Het hoeft niet allemaal perfect te zijn, maar het geeft wel een geweldig inzicht.
Index
Het is een gids en dan moet je iets makkelijk kunnen opzoeken, toch? Omdat de sortering op Latijnse naam is en de ware boom-, struik- of plantenliefhebber wordt geacht daarmee bekend te zijn, is het opzoeken betrekkelijk makkelijk. Tenzij je het even niet weet.
Bomen die niet worden genoemd, worden niet als inheems of wild beschouwd. Zoals de walnoot. Die komt dus niet in de index op Nederlandse naam en niet in de index op wetenschappelijke (Latijnse) naam voor. Of kijken we niet goed? Want de index op Nederlandse naam is op bladzijdenummer gesorteerd. Dat zijn we nog niet eerder tegengekomen en we hebben heel wat boeken gerecenseerd. Dus waar staat de bosaalbes? En tamme kastanje? Is die niet wild? Je moet daardoor die hele lijst doorlopen, met de kans dat je in de vluggigheid eroverheen kijkt. Sorteren op naam had toch wel even gekund, uitgever?
De Latijnse naam voor tamme kastanje is Castanea sativa. Daarmee gaan we de Latijnse index in. Die lijkt wel op naam gesorteerd. Maar hier en daar staat nog wel een verstekeling. Zo staat Eleagnus angustifolia tussen de Hippophae rhamnoides en de Ilex. De hippo heeft bladzij nummer 103, de Ilex 107 en ja, de Eleagnus 105. Vermoedelijk lag de Latijnse index eerst ook op bladzijnummer en is met de hand op alfabet gesorteerd.
Enfin, voer voor de tweede druk.