Vier seizoenen Ketelbroek

Journalist en schrijver Mac van Dinther volgde voor de Volkskrant een jaar de ontwikkelingen rond het voedselbos Ketelbroek en plaatst dat in de context van de hedendaagse grootschalige landbouw.

We hebben zijn artikelen in de krant niet gelezen, maar we begrijpen dat er voor dit boek extra, aanvullende teksten bij zijn gekomen. Zij die al iets van voedselbossen weten, lezen in dit boek overigens weinig nieuws.

De charme van dit boek is dat een journalist – wel eentje met een groene bril op – gedurende vier seizoenen het voedselbos Ketelbroek bezoekt, de (natuurlijke) ontwikkelingen waarneemt, praat met boswachter Wouter van Eck en een paar andere mensen, en daarvan verslag doet. De journalist raakt gefascineerd. Maar in zijn tekst houdt hij gepaste afstand; het is voldoende bespiegelend, en er staat weinig tot niets inhoudelijks in over de aanleg van voedselbossen. Het gaat erom een nieuwe manier van voedselproductie, namelijk een met de natuur voor het voetlicht te brengen. (En het ‘nieuw’ is uiteraard zeer betrekkelijk.) Het boek is rijkelijk voorzien van foto’s. Meest van bepaalde heesters of bomen die elk seizoen vanuit dezelfde positie zijn gefotografeerd.

Vruchten en noten

Op sociale media kreeg Mac van Dinther bij het verschijnen van zijn stukken in de Volkskrant positieve reacties, maar af en toe ook flink tegengas. Na lezing van het boek is dat laatste m.i. niet terecht. Hij houdt zich behoorlijk goed aan de rol van waarnemer en plaatst direct en indirect kanttekeningen bij de hedendaagse grootschalige landbouw. En hij constateert ook dat we met een voedselbos heus niet in al ons voedsel gaan voorzien.
De metafoor daarvoor is de bloemkool. Volgens Van Eck is die verleden tijd; vergeet de bloemkool. Deze groente is immers door de mens gemaakt en van nadat Onze Lieve Heer ons uit het Paradijs heeft verjaagd. Een grapje, natuurlijk, want Van Eck heeft in zijn voedselbos heel wat zogenaamde cultuurvarianten en selecties van fruit en noten staan.

En dat is dan ook het beeld dat beklijft: De oogst van Ketelbroek bestaat uit vruchten en noten van de bomen en heesters, soms wat blad (jong lindeblad bijvoorbeeld) en een enkele keer een scheut, knol of wortel van een robuust gewas. Een en ander wordt bevestigd door de achterin het boek opgenomen tien gerechten van chef-kok Emile van der Staak van het Nijmeegse De Nieuwe Winkel (let wel: dit zijn geen recepten).

Het boek is een vlot leesbaar, een bij vlagen enthousiast beschreven bespiegeling van en over het fenomeen voedselbos à la Van Eck. Leuk en informatief voor hen die er nog weinig van weten. De opbrengst van de verkoop gaat naar Stichting Voedselbosbouw (drukfout: Voedselbouw staat op de allerlaatste pagina).

TitelHet voedselbos – vier seizoenen Ketelbroek
VanMac van DInther
UitgeverUitgeverij Podium
ISBN978 90 5759 432 8
Verschenen1 juli 2020
Prijs€ 29,99 (de optisch vriendelijke dertig euro)
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

We kennen Mac van Dinther, we kennen Wouter van Eck, we kennen Emile van der Staak. En wij hebben ook een voedselbos, sinds 2012, een paar jaar na de start van Ketelbroek en daarmee ook behorend tot de oudste van Nederland. Wij noemen het echter de Eetbare Siertuin, omdat we, naast bomen en heesters, ook aandacht besteden aan de kruidlaag, de vaste planten en soms eenjarigen, die op Ketelbroek meest het onderspit hebben gedolven. (Lees Ketelbroek drie jaar later, van drie jaar geleden).

Als, volgens Van Eck, het voedselbos ons allen moet voeden, dan is het de vraag of hij en zijn partner inmiddels jaarrond met de oogst van Ketelbroek in hun dagelijks eten kunnen voorzien. Dus dat zij geen ander voedsel kopen. Voedselbos Ketelbroek bestaat immers als elf jaar en moet voor twee personen toch voldoende opbrengen. Op pagina 111 gaat het even over de hungry gap – de periode aan het einde van de winter dat de knollen, penen en bollen op zijn en het wachten is op het eerste groen. Van Eck oogst in het vroege voorjaar wat bamboescheuten en er zijn al bessen van de honingbes.

Mac van Dinther is – terecht – terughoudend op deze veronderstelling. Hij haalt anderen aan, waaronder het fenomeen Mark Shepard, die vinden dat er ook eenjarige gewassen moeten kunnen worden geoogst. En dat de mens niet zonder rijst of aardappels of mais kan. In het Epiloog schrijft herhaalt Van Dinther zijn twijfel. Maar hij vindt, net als wij, dat de landbouw drastisch moet veranderen.

Het lijkt er overigens op dat Van Dinther gebiologeerd is geraakt door de winterharde Mongoolse citroen, citrus trifoliata. Het wordt een paar maal genoemd in het boek. Sorry Mac, deze citroen is niet te eten. Bitter. Als dit wel het geval was geweest, had de Betuwe al vol gestaan. Doe dan maar bloemkool.

De Les van de Es

Al lezende gaan mijn gedachten op de loop. Ketelbroek ligt op een uitgelezen plek: voedselrijke grond – al was het alleen al omdat het jarenlang flink bemeste maïsakker was – en vochtig (broek). En dan is daar De Les van de Drentse Essen: Door te oogsten onttrek je nutriënten. Feit. Die moeten op een of andere manier terugkomen. Anders verschraalt het. Ook bij Ketelbroek. Al duurt het honderd jaar. Bomen leggen CO2 vast, maar hebben ook stikstof en mineralen nodig. Van Eck voegt niets toe. De landbouwers eromheen zorgen nu nog wel voor de stikstof, dat ongetwijfeld ook op zijn bos neerslaat. Dus lang leve de stikstofuitstoot. Maar als dat er niet is? Nutriënten moeten weer worden toegevoegd of ontstaan door bodemleven; mycorrhiza zorgt ook voor het leveren van fosfaat aan de planten en bomen. Poep is stikstof, mineralen en heel veel meer, maar Van Eck wil geen dieren in zijn bos. Dus zijn cyclus is niet perfect.
“Kippen vreten de bodem kaal, varkens woelen de grond om, koeien trappen alles plat. De ondergroei van bodembedekkers speelt juist een cruciale rol in het bos-ecosysteem.” We begrijpen dat ten dele. We hebben ooit meegedaan met het project Het Varken als Landschapsontwikkelaar. De kracht van het varken is dat juist door het omwoelen van de grond zaden omhoog worden gehaald en de kans krijgen te ontkiemen. Eigenlijk moet de varkenshoeder terugkeren naar Ketelbroek. Gewoon een week of wat de zwijnen laten wroeten, plassen en poepen. En je zou van Ketelbroek nog een natuurbegraafplaats van kunnen maken. Dan is de cirkel helemaal rond.

Overigens, schrijft Van Dinther, heeft Het Grote Voorbeeld Martin Crawford geen notenbomen. Zijn voedselbos ligt naast een bos en daar huizen eekhoorns, die zijn oogst dan grotendeels opeten. (Dat gebeurt bij ons overigens ook.) Dus het is erop wachten dat de familie Eekhoorn Ketelbroek als domicilie kiest.


Efficiency doet zijn intrede

We leren ook nog wat anders uit het boek. Efficiëntie doet zijn intrede. Bij nieuwe projecten, zoals in Schijndel, worden de fruitbomen en heesters netjes in rijen geplant. Dat is handig bij het oogsten. En niet zoveel soorten en variëteiten als op Ketelbroek, maar slechts zestig. Nog veel, maar toch….. Dit is misschien niet een Betuwse fruitteler, maar het begint erop te lijken. Het heet lanenteelt. Mark Shepard en anderen telen – dus ook in een rij – eenjarige gewassen of asperges c.q. rabarber ertussen. Dat brengt ook direct geld op. Op pagina 120-121 staat het verhaal van de pompoenkoning Jeroen Robbers van Nederland die ook een voedselbos wil beginnen.
“Later dit jaar, als de pompoenen van het land zijn, gaan de bomen en struiken de grond in: appels, peren, noten, [….] en szechuanpepers. Allemaal in keurige rechte rijen; de beplanting wordt gedaan met behulp van gps. ‘Want het moet natuurlijk wel praktisch blijven,’ zegt Robbers, die vóór alles ook een nuchtere ondernemer blijft. Daarom stelde hij nog een belangrijke voorwaarde: alle soorten moeten in september rijp zijn, zodat ze tegelijkertijd kunnen worden geplukt. Dat bespaart tijd en arbeid.”
De kracht ervan ligt natuurlijk in het feit dat verschillende planten verschillende insecten aantrekken en die weer vogels en andere beesten. Dit in tegenstelling tot de monocultuur. In tuinderijen spreekt men van combinatieteelt: goede en slechte buren. Dus eigenlijk wordt het “gewoon” polycultuur. En je kunt je afvragen of zo’n monomane focus op september dan weer zo’n goed idee is.

Complete driegangenmaaltijd uit Ketelbroek?

Enfin, we wachten op een complete, uit Ketelbroek geoogste driegangenmaaltijd bij De Nieuwe Winkel, maar het staat als een paal boven water dat Ketelbroek een verdraaid mooi experiment is waar de Wageningse ingenieurs en dus ook de landbouw een hoop van kunnen opsteken.

Wij zijn liefhebber van het fenomeen voedselbos. Het functioneert goed: voor eigen gebruik – zoals wij – en leuk voor restaurants om wat bijzonders te serveren. Want we willen worden uitgedaagd en geprikkeld. En het is onmiskenbaar een model voor ecologische verbetering van bestaande landbouw.

Lees ook: Voedselbos: de zin en onzin

2 gedachten over “Vier seizoenen Ketelbroek”

    • Dat vond ik ook een teleurstelling. Nu ken ik Emile en die kan de mooiste dingen maken, meest niet om 1,2,3 thuis even na te doen. Maar toch, het is een valse verleiding.

      Beantwoorden

Plaats een reactie