[Leestijd: ca. 15 minuten, maar dan weet u ook bijna alles] Voedselbos, het lijkt een kleine hype te worden. Niet onterecht, want het klinkt aantrekkelijk. Maar wat betekent dit? Waarover hebben we het? Op social media wordt zin en vooral veel onzin gebezigd. Wat is de betekenis ervan en is het werkelijk zo aantrekkelijk als wordt voorgespiegeld? En eensklaps hebben we het over botanische gastronomie. Gaan we allemaal als Paulus de Boskabouter eikeltjeskoffie drinken en het bos in om beukennootjes te verzamelen? We houden dit fenomeen eens tegen het licht.
Met dank aan Anthonetta van Bergenhenegouwen, tuinontwerpster en hovenier met plantenkennis
De getallen tussen rechte haakjes – zoals bijvoorbeeld [3] – verwijzen naar de literatuurlijst die onderaan wordt vermeld. Niet voor alle literatuur is in de tekst een verwijzing opgenomen.
Samengevat
Een ècht voedselbos is economisch niet rendabel; wel erg leuk voor particulierenVoedselbossen zijn razend leuk, al is het alleen maar om een rijk assortiment aan gewassen en vruchten te hebben die de agrarische sector niet produceert en dus niet bij de groenteboer ligt.
Een voedselbos moet aan de specifieke kenmerken van een bosrand voldoen: hele hoge bomen en dan heesters, struiken, kruidachtige gewassen. De plantgemeenschap moet een stabiel ecosysteem vormen waarin mest en bestrijdingsmiddelen niet voorkomen.
Veel initiatieven die onder de noemer ‘voedselbos’ worden ontplooid zijn het dus niet, of op zijn best: nog niet. Er bestaat in de Lage Landen nog geen optima forma functionerend voedselbos. Food Forest Ketelbroek is de voorloper (anno 2010), maar nog steeds in ontwikkeling. En dat mag, op de keper beschouwd, eigenlijk nog niet de naam ‘bos’ dragen.
Ware voedselbossen, waarin van alles door elkaar groeit, zijn als commerciële landbouwmethode onrendabel; ze zijn daarentegen uiterst aantrekkelijk voor particulier of selectief gebruik, zoals samenwerking met een restaurant. En als Eetbare Siertuin, zoals wij die sedert 2012 hebben, of voor openbare parken.
Op zijn best kunnen voedselbossen worden gezien als experimenten om meer ecologisch verantwoorde vormen van landbouw te ontwikkelen. Afleidingen van voedselbossen, zoals laanteelt, worden in de reguliere landbouw, zij het schoorvoetend, meer en meer toegepast. En dat biedt hoop.
Begrippenratjetoe
Er worden nogal wat termen gebruikt, Nederlands en Engels door elkaar. Uiteindelijk blijkt het op hetzelfde neer te komen. Het begrip ‘permacultuur’ (permanente agricultuur) sluit qua uitgangspunten en doelstelling perfect aan bij eetbare bostuin (edible forest garden). Daarnaast is het fenomeen voedselbos geïntroduceerd, ook eetbaar, ook bos, wellicht minder ‘tuin’. Permacultuur Nederland gebruikt voedselbos en eetbare bostuin door elkaar. En in het Engels kennen we agroforestry, dat de brug vormt tussen bosbouw en landbouw. Boslandbouw is een onzes inziens mank gaande vertaling, of je moet paddenstoelen willen kweken Tot agroforestry behoren een aantal methoden waarvan er enkele naadloos lijken aan te sluiten bij wat men in Nederland onder voedselbos verstaat. En op de koop toe worden nieuwe begrippen als bostuinieren geïntroduceerd. Laat u niet van het pad afbrengen 😉
Ontstaan
Misschien is het de Brit Robert Hart geweest, die rond 1980 het begrip forest gardering in onze contreien introduceerde; een op een bos gelijkend ecosysteem, waarin fruit- en notenbomen, naast struiken, klimplanten en kruidachtige meerjarige gewassen groeien. Zowel forest gardering als agroforestry als het begrip voedselbos vinden hun basis in het tropische oerwoud.
Hart schrijft dat in China, sinds 1958 en ‘de grote sprong voorwaarts’, actief aan agroforestry wordt gedaan. Het beleid van de Chinese overheid was daar waar mogelijk bomen te combineren met landbouw [16]. Agroforestry bestaat al 1700 jaar of langer in China, werd actief gepromoot tijdens de Han-dynastie en driehonderd jaar geleden is dat ook nog eens uitgebreid en geoptimaliseerd [17].
Wie eens in een land als bijvoorbeeld Ecuador is geweest, ziet dat de mensen in het Amazonegebied een “akker” hebben dat een echt voedselbos mag worden genoemd. Het is een stuk oerwoud waarin bijvoorbeeld mango’s, bananen, koffie, boomtomaten, cacao, yucca (zo heet de cassave daar), veel kruiden en wat al niet meer min of meer door elkaar groeit. Wild en ertussen geplant. Die prachtige, rijke, stabiele biosfeer staat haaks op de Westerse veelal monocultuur.
Vreemd genoeg wordt deze vorm van tropische landbouw stelselmatig vergeten als onze agrarische industrie preekt over het voeden van negen miljard mensen in 2050. Het past niet in het Westerse denkraam. Maar dat verandert langzaam.Frank Anrijs refereert aan die tropische herkomst van het idee en zegt dat het niet één op één is over te plaatsen naar onze streken [1]: “Ginder heb je schaduw van de bomen nodig om je voedselplanten te laten overleven in de zomer. In onze streken snakken je groentegewassen juist naar de zon.”
En: “Voor onze streken is de naam wat misleidend en misschien hebben we wel een nieuwe naam nodig voor deze vorm van ‘tuinieren’, iets dat de lading beter dekt.” Welnu, heer Anrijs, dat hadden wij in 2012 geleden ook al bedacht: Eetbare Siertuin, Lees dit bericht.
Het wetenschappelijke blad Agroforestry Systems bestaat overigens sinds maart 1982. Dat is dus alweer vierendertig jaar geleden.
Voedselbos is geen bos
Als u in een heus bos komt, ziet u dat daar nauwelijks iets groeit. Het is overwegend te duister dan wel dat de aanwezige bomen te veel vocht opslurpen. Er is geen rijke onderbegroeiing.
Het idee van een voedselbos is juist om in een natuurlijke omgeving eetbare gewassen te telen. Een en ander gecombineerd met nutsplanten, zoals stikstofbinders en insectenlokkers, zodat er geen meststoffen en bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Het moet een stabiel ecologisch systeem vormen van planten, bodemschimmels, insecten en andere dieren (egels, padden, vogels en roofvogels). Dan hebben we het over de gelaagdheid van bomen, heesters, struiken, vaste planten en wellicht nog een watertje erbij. Dat is geen bos, maar een bosrand. In het ideale geval voldoet een voldoende grote open plek in het bos daar ook aan.
Dit maakt ook dat de meeste tuinen en terreinen ongeschikt zijn om een voedselbos avant la lettre in te richten, omdat de hoge bomenlaag ontbreekt en ze (dus) nogal afwijken van de ecologische principes van een natuurlijk bos c.q. bosrand.
Ook in weiden aangeplante voedselbossen moeten eerst nog jaren van evolutie doormaken
Maar ook een hoogstamboomgaard is niet zomaar een voedselbos Nieuwe, in weiden aangeplante “voedselbossen”, moeten nog een jarenlange evolutie doormaken omdat de bomen nog niet de volgroeide kroon of hoogte hebben waardoor de schaduw toe neemt. De onderbegroeiing zal in de loop der tijd veranderen; pioniersplanten komen en verdwijnen. Het is daarom ook niet verstandig meteen de beoogde uiteindelijke struiken aan te planten, omdat er in het begin nog te veel zon door de (jonge) bomen schijnt. Het duurt dan ook nog een flink aantal jaren eer het een voedselbos mag heten.
De Eetbare Siertuin van MergenMetz sluit aan bij een oud natuurlijk bos
. Het ligt ook rond een woning. We verkozen bij de aanleg niet een al te grote wildernis, maar iets wat een brug slaat naar de meer traditionele tuinen. We noemen het dus geen voedselbos, hoewel het behoorlijk aan de criteria voldoet.Oerbossen vernietigd
Een landbouwmethode die geen gebruik maakt van de gelaagdheid van een natuurlijk bos (door bomen en struiken te benutten) zal uiteindelijk minder productie opleveren dan een voedselbos [….]
Zo luidt het credo van Wouter van Eck van Food Forest Ketelbroek [1]. Zijn uitgangspunt is dat het natuurlijke ecologische systeem, de biotoop, van een bos moet worden nagestreefd. De samenleving van planten, insecten en andere dieren, bodemschimmels et cetera ondersteunt en versterkt elkaar. Volgens Van Eck werden onze bossen al lang geleden, als gevolg van het telen van eenjarige gewassen, ontdaan van natuurlijke materialen (bladaarde e.d.), omdat de akkers nutriënten nodig hadden.
“Van de Veluwe tot de Kempen werden de ooit rijke bossen benut om organisch materiaal te winnen voor veeteelt en akkerbouw.”[1]
Het gevolg was heidevelden en stuifzanden.
Organisch materiaal uit het bos winnen voor landbouw en veehouderij is thans niet aan de orde, zo dit al überhaupt in grote mate het geval was. En als, dan moeten we ons realiseren dat dit fenomeen zo oud is als dat toen onze voorvaderen landbouw ging bedrijven. (Hier ca. 5.500 voor Christus.) Reeds in deze prehistorie waren er nederzettingen met vormen van veeteelt en akkerbouw. Van Eck ziet over het hoofd dat door het oogsten van blad, wortels, vruchten uit die ‘ooit zo rijke bossen’ ook voedingsstoffen uit die bossen worden onttrokken. Hij vindt het recyclen van composteerbare materialen en, zoals het eeuwenlang is gegaan, gebruik van nachtaarde een heilloze weg. Vreemd, want King ontdekte dat door dit systeem dichtbevolkte landen als Japan en China wèl de mensen kon voeden. (Zie iets hierna: Kringlooplandbouw.)
Het leeuwendeel van de ontbossing in de Lage Landen heeft overigens niet veel met het voedselsysteem te maken, maar des te meer met hout dat nodig was voor bouw. Vooral voor schepen, tijdens de glorietijd van de VOC.
Maar de vraag is: Waarom? Wat had de mens in de Lage Landen anders moeten doen? Onze oerbossen waren geen rijke voedselbossen. Er groeiden qua eetbaarheid eik, hazelaar, meidoorn, roos, beuk, berk, vlier, kriek (zure kers), lijsterbes, zoete of vogelkers, sommige krentenbomenrassen, sommige esdoornrassen, sleedoorn. En natuurlijk wat bessen en bramen. Het was maar magertjes.
Een beetje romantiek
We begrijpen wat Van Eck ons probeert te vertellen, maar het beeld dat hij schetst is er een dat niet bestond. Niet hier. Het is ietwat romantisch neergezet.
De oermens was jager-verzamelaar en at van die bomen en heesters. Maar niet heel de Lage Landen waren een uitgestrekt bos.
Bovendien groeide er een rijk assortiment een-, twee- een meerjarige kruidachtige gewassen die men nuttigde. Vaste planten maar ook wilde eenjarigen. Zeekool, pastinaak, zuring, wilde peen, brave hendrik, kaasjeskruid en veel andere planten die we nu onder de andere hype ‘wildplukken’ scharen. Dat past niet bepaald bij het beeld dat veel mensen van een voedselbos hebben. Hierin kunnen we Anrijs volgen: Het beeld van voedselrijke bossen is niet van hier. Want als ze zo rijk aan voedsel waren, was de mens geen landbouw gaan bedrijven en waren de bossen niet leeggehaald voor nutriënten, zoals Van Eck stelt. Dat zou, in de meest letterlijke zin, tegennatuurlijk gedrag zijn geweest. Dat er landbouw ontstond wijten wetenschappers aan de toename van de bevolking. Toen al. Het bos bood onze voormoeders en -vaderen dus onvoldoende.
Zo bij u het beeld was ontstaan dat we in de Lage Landen ons voedsel uit onze oerbossen hadden kunnen blijven halen en nu weer daar naar terug kunnen schakelen, dan is dat helaas onjuist.
Een hedendaags voedselbos bestaat voornamelijk uit exotenEen redelijk volwassen voedselbos (moderne stijl) kent per hectare een veel grotere voedselproductiviteit dan gangbare landbouw, zo wordt aangenomen. Maar die voedselbossen bestaan voor het leeuwendeel uit exoten; gewassen die van origine niet uit onze contreien, zelfs niet uit Europa komen.
“Een voedselbos is een door mensen bedacht bos,” zegt Van Eck gelukkig ook zelf. De winst van een voedselbos is dat de biodiversiteit van het ecologische systeem versterkend werkt. Het vereist ook dat we moeten eten wat er op dat moment te oogsten valt. Nu produceert de land- en tuinbouw bij wijze van spreken op bestelling.
4000 Jaar Kringlooplandbouw
Tot recent werden principes van het praktische voedselbos (agroforestry) in de traditionele landbouw toegepast. Wie het geweldige boek 4000 Jaar Kringlooplandbouw leest, ziet dat met name in van oudsher dicht bevolkte landen als Japan, Korea en China tot begin twintigste eeuw een vorm van voedselbos (laanteelt) werd toegepast. Franklin Hiram King maakt in 1904 een verkennende reis door deze landen. Over Japan: “Iedere familie had bij elkaar opgeteld ongeveer een hectare grond ter beschikking.”
We lezen vervolgens over uitgekiende plantschema’s: “[…] tussen de stammen [van perzikbomen] was ruimte voor zeven rijen koolplanten, twee rijen Windsorbonen [een tuinboon] en nog een rij tuinbonen.”
King noemde het permanent agriculture – permacultuur
Opmerkelijk is dat de inspirator van de aan het begin genoemde Robert Hart, de Japanner Toyohiko Kagawa was. Deze poogde rond 1930 Japanse boeren ervan te overtuigen bodemerosie tegen te gaan door onder andere bomen te planten. Dat is iets van dertig jaar na het bezoek van King. Japan is een groot land, zullen we maar denken.
Effecten op de landbouw
De natuur moet het werk doenEen natuurlijke omgeving kent geen monocultuur. De manier waarop nu grootschalige landbouw wordt toegepast trekt een zware wissel op het milieu, de natuur en ons welzijn.
De natuurlijke situatie in de tropen en hun nabootsing door voedselbossen in onze gematigde streken, bieden aanknopingspunten voor een werkelijk betere landbouw. Agroforestry betekent een landbouwomgeving met bomen en voedselplanten, zodanig ingericht dat er zowel oogst van de bomen als van de andere voedselgewassen is en dat tegelijkertijd het natuurlijke systeem verbetert dan wel in tact blijft. De natuur moet immers het werk doen.
We onderscheiden – Engelstalige begrippen waar we een Nederlandstalige slag aan geven:
Silvopasture – bosjeslandschap
Bomen en bosjes met gras eronder waar bijvoorbeeld vee (koeien, varkens, schapen) lopen. De bomen kunnen voedsel produceren voor de mens, maar ook voor het dier.
Alley cropping – laanteelt
Rijen bomen met eventueel struiken, en daartussen andere gewassen, vaak eenjarigen, die mechanisch worden geoogst.
Riparian agriculture – oeverbegroeiing
Langs het water is een natuurlijke bossage en een strook kruidenrijk grasland. Misschien mag dit ook wel een voedselbos(rand) worden genoemd.
Forest farming – Boslandbouw
Imitatie van het natuurlijke bos. Bomen et cetera kunnen dus ook voor hout worden geoogst en struiken bijvoorbeeld voor fruit. Dit komt het meest overeen met het beeld van voeselbos.
Waarom schakelen boeren niet subiet om?
Maar waarom schakelen niet alle boeren om? Het is niet dat de boeren natuur afwijzen. Ze zijn eerder het slachtoffer van de lage voedselprijzen. Ze moeten veel en goedkoop produceren, omdat supermarkten lage inkoopsprijzen willen ‘omdat de consument goedkoop wil kopen’. Dat met name staat een snelle omwenteling in de weg. [7]
De politiek zal het ene subsidiesysteem moeten vervangen door het andere om ecologisch verantwoorde landbouw te stimuleren.
Botanische gastronomie
Botantische gastronomie is een verzonnen term waarmee het koken met onbekende, nieuwe gewassen wordt geduid.Dit is een ogenschijnlijk nieuw en intrigerend begrip dat ultimo 2015 door Emile van der Staak van restaurant De Nieuwe Winkel in Nijmegen is geïntroduceerd. Hij gebruikt ingrediënten die uit het voedselbos Ketelbroek komen. Wij zijn fan van Emile. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar het begrip zelf is natuurlijk wel een beetje interessantdoenerij. Botanie of botanica is plantkunde. De botanie kent maar liefst negen disciplines (zie hier op Wikipedia), waar gastronomie niet tussen staat.
Gastronomie is smaakkunde; het duidt de relatie tussen voedsel en cultuur aan en de hogere kookkunst.
Kennis over voedsel is in dit geval dus kennis over de planten (wortels, blad, vruchten, bast), of dit nu cultuurgewassen zijn (zoals sla, bonen, kool) of in het wild voorkomende of vrij onbekende in een voedselbos aangeplante gewassen.
Als een kok onvoldoende kennis over het aangeleverde plantaardige voedsel heeft – of dit nu een krop sla of krulmalva is -, kan hij of zij er niet mee koken. Deze kennis hoeft niet alomvattend te zijn – omgekeerd zullen veel botanici ongetwijfeld niet weten hoe een plant of vrucht in een gerecht het best tot zijn recht komt.
Via Facebook (09-08-2016 rond 9:30) bevestigt Van Eck onze analyse: “Correcte redenering. Maar er valt best nog wel wat te winnen, qua kruisbestuiving tussen botanie en gastronomie. Er zijn zoveel meer eetbare planten dan wat we meestal voorgeschoteld krijgen. En er valt zoveel meer heerlijks mee te bereiden… Volgens mij raakt dit ook aan de missie van MergenMetz.”
Daar zijn we het uiteraard helemaal mee eens.
Uitvinder van de term ‘botanical gastronomy’ lijkt de Belgische chef Nicolas Decloedt. Omdat het woord ‘vegetarisch’ enigszins beladen is en gasten kan afstoten, introduceerde hij de term ‘botanische gastronomie’ voor zijn restaurant. Humus Botanical Gastronomy draait al sinds 2012. Overbodig te zeggen dat juist in ons omringende landen veelal met producten uit de wilde natuur en bossen wordt gekookt. In Duitsland is Jean-Marie Dumaine met zijn restaurant Vieux Sinzig een fenomeen. Een van zijn kookboeken is in 2009 met goud bekroond door de Gastronomische Akademie Deutschlands e.V.
Rentabiliteit
Een voedselbos aangelegd als een heus “wild” bos, is economisch niet rendabel. Bovendien
duurt het bijna een generatie eer het bos werkelijk productief is.
“Het gaat misschien echt wat opbrengen als ik allang dood ben,” bekent Wouter van Eck op de vraag of er eigenlijk wel voldoende inkomen met dit bos kan worden gegenereerd. Dat was 30 augustus 2014. We waren te gast op Ketelbroek en kregen met speciale gast Steven Barstow een rondleiding. (Lees dit.)
Tijdens de conferentie Van Akker naar Bos (28 november 2015) waren naast realistische mensen ook de nodige dromers en idealisten die op een hectare of minder een voedselbos wilden aanleggen om een inkomen uit te halen. Maar het oogsten in een als wild aangeplant bos is arbeidsintensief. De gewassen staan niet op rijtjes en machinaal (ondersteund) oogsten is een illusie, of het zou op den duur met geprogrammeerde drones moeten gebeuren. Betaalde arbeid kost een lieve duit en bouwen op vrijwilligers is niet verstandig.
In een van zijn video’s zegt goeroe Martin Crawford dan ook dat het voedselbos, afhankelijk van grootte, geschikt is voor de particulier gebruik of gezamenlijk met kleine groep mensen.Crawford heeft het wel, maar een collega-goeroe als Mark Shepard heeft geen wild voedselbos. Hij doet aan agroforestry, aan laantelt – alley cropping. (Zie hier zijn website.) Dat lijkt op dat oude Japanse model (zie hiervoor bij Kringlooplandbouw). Tussen rijen bomen en struiken staan eenjarige gewassen; gewassen die, volgens Van Eck, een gesloten kringloop juist uitsluiten. Shepard en anderen kunnen door hun opzet mechanisch oogsten en verdienen met de eenjarige gewassen meteen geld. De rentabiliteit van de bomen, heesters en struiken laat immers nog jaren op zich wachten.
Vooralsnog betreft de core business van de voedselbospredikers niet de oogst uit eigen bos, maar het geven van workshops, lezingen, het schrijven van artikelen en boeken en, niet te vergeten, het verlenen van adviesdiensten.
Voordelen
Het voedselbos of Eetbare Siertuin leert ons dat de groentenafdeling in de supermarkt slechts een minuscule afspiegeling is van al wat eetbaar. Alleen wat economisch interessant is wordt geteeld. Als we in onze eigen tuin ook inheemse eetbare gewassen zaaien of planten en voorheen-onkruid haar gang laat gaan, kunnen we als wildplukkers de echte natuur onverstoord laten. Een goed aangelegd voedselbos behoeft geen extra bemesting of gebruik van bestrijdingsmiddelen. De natuur hoort het te regelen.
Enkele jaren geleden waren we in het Duitse stadje Bamberg. Toen we de parkeerplaats wilden aflopen, kwam een oudere vrouw met tassen vol uit het aanliggende park gelopen. Ze zagen dondersgoed wat ze zo-even had gedaan: Haar tassen zaten vol kornoeljes en andere vruchten.
“Ach, die Leute wissen gar nicht mehr was es alles zu essen gibt,” grijnsde ze.
Veel nieuwe landgenoten herkennen nog de vruchten van de natuur. Oost-Europeanen zijn gekend om hun paddenstoelenkennis en mensen met Turkse of Marokkaanse roots, herkennen veel klein- en groter fruit. Zij die de vooroorlogse jaren bewust hebben meegemaakt, weten vaak nog wat er allemaal uit de natuur te halen valt. We hoeven alleen maar de naam kruudmoes te laten vallen. (Over-)grootouders hebben dat nog gegeten. Wij zijn dat in pakweg twee generaties vergeten. Dank de agrarische industrialisatie. Behalve in Veessen.
Vastleggen CO2
Een niet onbelangrijke bijkomstigheid van het planten van bomen in- of langs agrarische terreinen is dat er meer CO2 wordt vastgelegd. Op 20 juli 2016 kwam dit wetenschappelijke rapport (PDF) uit waaruit dat blijkt. In dat rapport staat ook de landen die tussen 2000 en 2010 meer bos/bomen hebben aangeplant (o.a. Brazilië, Indonesië, China en India) en landen die beduidend meer hebben gekapt dan geplant, zoals Argentinië, Myanmar en Sierra Leone.
Het laten lopen van vee op silvopasture (bosjeslandschap) is een van de meest voor de hand liggende methoden om meer bomen in te zetten, zonder dat dit grote veranderingen vereist (zoals bij laanteelt).
Voedselboskwekerij
Hedendaagse voedselbossen bevatten veel exoten, eetbare planten uit andere werelddelen. Sommige waren al bekend als sier- of kamerplant en blijken uitstekend eetbaar, andere worden min of meer nieuw geïntroduceerd of werden zelden toegepast en nu opeens meer. Er is een reeds lang bestaande kwekerij die zich nu opeens ‘voedselboskwekerij’ noemt; uiteraard vanwege de verwachting meer omzet te maken. Zo kan je wel aan een voedselbos verdienen 😉
Conclusie
Gangbare monocultuur vernietigt door gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest het bodemleven en brengt ook mensenlevens direct en indirect in gevaar. Voedselbossen zijn al heel oud, maar vormen voor de Westerse wereld een leermodel voor meer ecologisch verantwoorde land- en tuinbouwsystemen.
Een echt wild voedselbos zal vermoedelijk niet economisch rendabel worden, maar kan bijvoorbeeld wel in eigen tuin worden toegepast. Veel oude landgoederen voldoen al in enige mate aan de criteria van een voedselbos en als de gemeenten ook hun parken en plantsoenen eetbaar gaat beplanten, scheelt dat èn onderhoud (na een aantal jaren) èn de omwonenden leren weer wat er allemaal eetbaar is.
Kennis
Elke hovenier die zijn vak werkelijk verstaat, kan een beplanting-schema voor een voedselbos makenXavier San Giorgi zegt: “Kennis van ecologie is onontbeerlijk bij het ontwerpen van een voedselbos. We planten hier niet zomaar aan wat we willen, dan kan het een fiasco worden. Je moet het landschap kunnen lezen, begrijpen wat de functies zijn van verschillende soorten binnen het ecosysteem.”[4]
Naar onze mening kan een hovenier die zijn of haar vak werkelijk verstaat en meer diepgaande kennis heeft dan op het plantenlabeltje van het tuincentrum staat, een beplantingsschema voor een voedselbos of Eetbare Siertuin maken.
De opleiding van hoveniers schiet hier echter schromelijk tekort en de huidige hoveniers lijken meer gericht op de hardware: het aanleggen van bestratingen. Het vergt dus wel interesse en zelfstudie.
Ecosystematisch
Cor van Gelderen van Kwekerij Esveld gebruikt het begrip ecosystematisch: Je moet de juiste planten voor de juiste omstandigheden kiezen en zodanig combineren dat ze in natuurlijke harmonie kunnen samenleven. En als je dan ook weet wat de eetbare en/of nutsaspecten van planten zijn is het allemaal niet zo moeilijk als vaak wordt voorgespiegeld.
Bronnen
[1] Permacultuur Magazine nr 3 2016 (gewijd aan voedselbossen); [2] USDA; [3] Wikipedia; [4] De Correspondent 3 juni 2016; [5] Agro Forestry Nederland; [6] Permacultuur Nederland; [7] Huffington Post 8 juli 2016: If Agroecology Is So Great, Why Aren’t All Farmers Doing It?; [8] Friends of the Earth: Farming for the Future; [9] Agroforestry Research Trust (Martin Crawford); [10] Groen Kennisnet; [11] EurActiv 10 juni 2016: Tony Simons: Agroforestry is a ‘win-win’ for developing nations; [12] 4000 Jaar Kringlooplandbouw; [13] Vademecum Wilde Planten; [14] PFAF; [15] Creating a Forest Garden, Martin Crawford; [16] Forest Gardening, Robert Hart; [17] Agroforestry systems in China, Chinese Academy of Forestry & International Development Research Centre, Canada, 1991; [18] Forest Farming, J Sholto Douglaes & Robert A de J Hart; en meer….
Uitgebreid, zwaar gedocumenteerd artikel. Ik werd in de aankondiging even op het verkeerde been gezet: voeselbos, wat mag dat wel zijn?
Gelukkig heeft het hele artikel betrekking op het begrip: voedselbos (met al haar in en outs)
Als landschapskundige is het prettig te weten dat uit andere invalshoek dit onderwerp breed wordt belicht.
Dank!
Jacques Dekker
Wat fijn om te lezen!
De politiek zou dit kunnen promoten met extra subsidies maar uiteindelijk moeten WIJ het willen uitvoeren!
Goed verhaal. Een kanttekening – de overstap van jager-verzamelaar naar op een vaste plek wonende landbouwer heeft in de lage landen waarschijnlijk niet plaatsgevonden vanwege voedselredenen. want er waren toen op zijn hoogst maar 10 – 13.000 mensen in het Nederlandse gebied (en dus ruim voldoende eten om te verzamelen – hoewel vooral niet in de bossen).
Voor de aanleg van grote monumenten waarschijnlijk voor voorouders (maar dat is zelfs niet duidelijk) moesten mensen een lange periode van jaren op dezelfde plek verblijven….en om zo voldoende eten te hebben, zou men overgegaan zijn op het gaan kweken van granen en zo op akkertjes en is de roofbouw ontstaan!
Het kan. Ik weet het niet. Alleen dat landbouw hier later begon dan in het Midden Oosten. Achter ons huis, op de Wolfhezer Heide wordt elk jaar gegraven door studenten archeologie van de UvA. Hier was de trechterbekercultuur met grafheuvels en boerderijen. Dat staat min of meer vast, althans we hebben ooit een lezing erover gevold en er werden fraaie tekeningen van prehistorische boerderijen gepresenteerd. Dit is een feit, voor zover iets vast staat in de wetenschap ?. Maar jouw reactie maakt het uitgangspunt dat hier de bossen verdwenen door weghalen van nutriënten nog minder sterk dan het al was.
Dit artikel zou ik precies zo geschreven kunnen hebben. Chapeau! Er wordt nogal eens over mij heen gevallen (op FB) als ik soortgelijke informatie geef. Het blijkt maar weer eens dat het produceren en verwerken van voedsel een echt vak is en een gedegen achtergrondkennis, naast ruime praktische ervaring en inzicht, vereist is om werkelijk iets zinnigs te vertellen en te doen op het gebied van duurzame ecologische landbouw.
Klopt. Eigenlijk vormde de conferentie Van Akker naar Bos (vorig jaar) de aanleiding. Daar waren twee ‘gevallen’. De eerste was een jongeman, vermoedelijk net afgestudeerd, die grond voor een voedselbos zocht om zijn bestaan mee op te bouwen. De tweede was een ambtenaar van de gemeente Arnhem, die zich o.a. met stadslandbouw (lees: moestuinieren) bezig houdt of hield, die me tijdens een parallelsessie vernietigend aankeek toen ik het waagde te zeggen dat een heus voedselbos economisch niet haalbaar is. Het is immers arbeidsintensief en dat is nu eenmaal duur in dit land.
Een kanttekening. In de masterclass bij Wouter leerde ik diverse vormen van voedselbossen kennen. Ook laanteelt alley cropping valt onder de term voedselbos. ‘t Is een vorm van een voedselbos. Zo zijn er meerdere vormen. Als iemand als boer wil gaan werken dus met name gericht op productie en verdienen dan kan hij ‘t beste met deze vorm van voedselbos beginnen. Dus daar valt met productie goed mee te verdienen zoals Mark Shepard heeft laten zien. Hier zijn we daar nog startend mee. Mij stoort het een beetje dat je rondom het economisch facet alleen over economisch verdienen middels productie hebt. Er zijn veel redenen waarom men een voedselbos zou kunnen starten. Een ‘romantisch’voedselbos is slechts een van de vele vormen van voedselbossen. Biodiversiteit, voedselproductie, educatief, toerisme bevorderend. Dit valt (je hebt ‘t steeds over economie versus romantische zielen ) ook in geld om te zetten op een andere wijze dan productie van voedselgewassen als hoofdmoot.
De diverse vormen van voedselbossen – eigenlijk de spin-offs – noem ik ook als economisch haalbare modellen. Ze worden al toegepast in bijv. China. En ja, ik heb het over economisch haalbaar of niet, want je moet realistisch zijn. Er wordt door de goeroe’s gesteld dat de voedselopbrengst per hectare vele malen groter is dan in de reguliere landbouw. Dat kan kloppen. Alleen het is zo verrekte lastig om er een inkomen uit te halen. Zeker zolang er geen basisloon is.
Dus zijn er momenteel, voor de ware (romantische) voedselbossen, drie modellen:
[1] voor jezelf,
[2] samen met een restaurant die betaalt voor exclusieve ingrediënten, of
[3] om via cursussen, workshops, boeken e.d. (educatie dus) een inkomen te genereren.
En daar is allemaal niets mis mee. Dus daar zijn we het over eens – maar dan is het voedselbos geen oplossing als competitief model ten opzichte van de reguliere landbouw. Hoe graag we dat ook zouden willen.
Economisch zou het voedselbos geen oplossing zijn als competitief model ten opzichte van de reguliere landbouw… Maar de huidige landbouw is zonder EU subsidies toch ook niet levensvatbaar? … in 2018 ontvingen Nederlandse boeren 720 miljoen euro aan directe inkomenssteun en 115 miljoen euro voor plattelandsontwikkeling. De maatschappelijke schade (de negatieve impact op het ecosysteem) is daarbij buiten de boeken gehouden. Draaien we het om, dan zou je kunnen stellen dat een realistisch en substantieel verdienmodel in deze tijd, naast de productie van voedsel, zou kunnen zitten in de levering van ecosysteemdiensten. Het getuigt van politieke koudwatervrees dat dit nog niet in het systeem zit, maar dat is m.i. wel de onvermijdelijke toekomst.
We zijn het helemaal eens. Als de subsidie nu zou gaan naar ecologische landbouw, om die producten goedkoper te maken. Daar zou de focus op moeten liggen. Geen subsidies meer op regulier, meer onderzoek naar natuurlijke bestrijdingsmiddelen – wat dan ook combinatieteelt e.d. kan zijn of stimuleren van meer insecten en insecteneters.
Dank voor deze interessante discussie!
Ik lees: economisch zou het voedselbos geen oplossing zijn als competitief model ten opzichte van de reguliere landbouw… Zijn we dan vergeten dat de huidige landbouw zonder EU subsidies ook niet levensvatbaar is? In 2018 ontvingen Nederlandse boeren 720 miljoen euro aan directe inkomenssteun en 115 miljoen euro voor plattelandsontwikkeling. Dat bij de laatste stemming over het nieuwe GLB de inkomenssteun in stand is gebleven spreekt opnieuw boekdelen. Zonder overheidssteun geen toekomst…
De maatschappelijke schade (i.c. de negatieve impact op het ecosysteem) maar ook de maatschappelijke baten (positieve bijdrage aan klimaat, biodiversiteit, schone lucht, schoon water, gezondheid, geluk etc. etc.) blijft daarbij buiten de boeken. Draaien we het om, dan zou je kunnen stellen dat een realistisch en substantieel verdienmodel in deze tijd, naast de productie van voedsel, bijvoorbeeld zou kunnen zitten in de levering van ecosysteemdiensten, in het faciliteren van cohesie, in het besparen van ziektekosten etc. Het getuigt van politieke koudwatervrees (en ook van metingstools) dat dit nog niet in het systeem zit, maar dat is m.i. wel een interessant pad voor de toekomst dat we m.i. niet zouden moeten schuwen.
Doorvertaald naar de discussie over de rentabiliteit van het ‘voedselbos’ (als containerbegrip): het opent perspectieven wanneer we rendement breder definiëren. In lijn met Jan Jonker, hoogleraar duurzaam ondernemen, kun je een verdienmodel niet alleen verbreden naar kosten besparen en waarde toevoegen, maar ook aanzienlijke ‘winst’ behalen door samen te werken met complementaire partijen en sectoren. Als je samen maar dat vliegwiel weet te maken waar iedereen beter van wordt.
Wij experimenteren momenteel op landgoed Grootstal met de organisatie van meervoudige waarde, waarbij ‘mutual gain’ (voor ondernemers maar ook voor de samenleving) uiteindelijk voortkomt uit het vliegwiel dat gemaakt wordt en voor iedere partij, zij het langs een omweg, uiteindelijk positief uitpakt. Dat concept is eigenlijk een vertaling van het al eeuwen beproefde landgoedmodel met diversiteit en verweven functies. En ja, voorbij het industriële tijdperk is de kunst van samenwerken en verbinden een belangrijke, nieuwe competentie in de 21e-eeuw!
Ik denk – beter: ik weet vrijwel zeker – dat we het eens zijn. Het gaat nog heel lang duren voordat we het begrip economische groei en geld als enige maatstaf gaan verlaten. We zien het misschien terugkomen als in het nieuws weer eens een milieucalamiteit in ‘economische schade’ wordt uitgedrukt. We moeten naar een andere aanduiding, waardering dan EUR of USD. ECO’s of zo. Geld kan dan ook tegen een wisselkoers in ECO’s worden gewaardeerd – net zoals nu al handel in emissierechten bestaat. Dan blijkt milieu ook waarde te hebben.
En ja, het stoort mij mateloos dat gangbaar – wat is gangbaar? – boeren zo wordt gesteund. Dat zou moeten worden afgebouwd. Aan de andere kant zijn we met zijn allen de afgelopen decennia de fuik in gezwommen: we betalen kapitalen voor huizen, we willen de fraaiste gadgets, we gaan drie keer per jaar op vakantie, maar hebben weinig over voor ons eten.
Dat moet veranderen.
Toonzettende boeken van de laatste tijd zijn De Toekomst van Nederland en Fantoomgroei. Als genoeg mensen dat lezen, verandert er wellicht iets. Maar het gaat zo langzaam.
Wouter zegt nergens dat er in Nederland vroeger een voedselbos was. Leg hem aub geen woorden in de mond.
“Maar die voedselbossen bestaan voor het leeuwendeel uit exoten; gewassen die van origine niet uit onze contreien, zelfs niet uit Europa komen. ” Inderdaad. Maar is dat erg? En sommige ‘exoten’ hebben heel lang geleden wel in Nederland gegroeid, maar zijn door de ijstijd hier uitgestorven. bv appelbes.
Heb je het artikel in Permacultuur Magazine gelezen? Hij schetst dat beeld weldegelijk. Je moet alsjeblieft twee dingen gescheiden houden: Het beeld van een geschiedenis met voedselrijke bossen dat wordt geschetst – die hadden we echt niet – en de hedendaagse voedselbossen. Het idee van voedselbossen komt niet van hier, maar uit de (sub-)tropen. En er is niets tegen exoten in onze nieuwe voedselbossen of Eetbare Siertuinen. Integendeel. Dat is nu een groot voordeel ten opzichte van de (pre-)historie.
Dag! Volgens mij heb ik dat artikel in het Permacultuur Magazine wel eens gelezen 😉 Ik heb daarin nergens geschreven dat de vroegere bossen voedselbossen zouden zijn. De ecologische principes van de natuurlijke bossen noem ik wel een belangrijke inspiratiebron bij het ontwerpen van voedselbossen (met het oog op vegetatielagen en ecologische principes als plaagbeheer en netto toename van bodemvruchtbaarheid).
De gedachte dat we ons met enkel inheems plantgoed rijkelijk zouden kunnen voeden (zoals her en der beweerd wordt) kan ik overigens (ook) niet volgen. De appel stamt uit Kazachstan, de tamme kastanje uit de regio rond de Middellandse Zee en de walnoot uit Afghanistan (plus buurlanden). Toch heel fijne, voedzame soorten die je niet zou willen missen in een voedselbos…
Verder zijn er genoeg studies die aantonen dat de bossen vooral (maar niet alleen) ten gronde zijn gegaan aan te hoge veedruk en het afplaggen. Zo zijn de oude cultuurgronden in Nederland na eeuwen bemesting opgehoogd met wat elders ooit vruchtbare bosbodems waren.
Dat er verschillende opvattingen over voedselbossen bestaan kan heel nuttig zijn. Hoe meer verschillende systemen worden aangelegd, hoe meer we ervan kunnen leren de komende jaren (en decennia). Laat honderd voedselbossen groeien!
Hahaha. Ik zou, als ik jou was, de auteur maar eens navragen 😉 Je leest het er wel degelijk uit; dat is het beeld wordt geschetst. Hieruit volgt ook de suggestie dat de bossen alhier voedselrijk zouden zijn. Die gedachte bestrijd ik. (Maar jij ook, lees ik.) Onder het toelichtingsknopje noem ik allerlei bomen die niet inheems zijn. Dus we zijn het kennelijk op die punten helemaal eens.
Ik heb het verhaal vooraf aan diverse mensen laten lezen – juist ook historisch geschoolden – en de teloorgang van bossen en ontstaan van zandverstuivingen en heide wordt niet zozeer geweten aan onttrekken van nutriënten voor de landbouw, maar vooral aan kap voor hout voor m.n. scheepsbouw (en huizenbouw).
Maar ja, nu gaan we naar een filosofisch rondje: als de bossen hier (dus) geen voedselrijke bossen waren, is het dan erg dat de nutriënten werden versleept naar gebieden waar wel voedsel werd/wordt verbouwd? Als je wortels, blad, fruit en noten uit een voedselbos haalt voor menselijke consumptie, onttrek je immers ook nutriënten.
Belangrijk is dat de kringloop wordt gesloten. De mensenpoep moet terug worden gebracht.
We zijn het erover eens dat het idee van voedselbossen, het ecologische principe van de bosrand, het juiste uitgangspunt is. Voor werkelijke, commerciële productie, is een heus bos niet bepaald geschikt, tenzij aanpassingen en afleidingen ervan worden toegepast. We zitten immers met de grootschalige landbouw die “om” moet. En met een economische realiteit die, als het om voedsel gaat, gedicteerd wordt door de portemonnee. En verder moet elke tuin, park, perk voedselrijk worden. Vreemd genoeg staan er al veel planten en heesters in siertuinen, zonder dat men weet dat het eetbaar is. Dat moeten we ook (weer) leren. Enfin, daar zetten we ons voor in 😉
Overigens lees ik nu weer mijn tekst door en ik zeg ook niet dat Wouter van Eck zegt dat we vroeger voedselbossen hadden. Ik ga wel in op het beeld van nutriëntenrijke bossen die ‘leeggehaald’ werden voor de landbouw. En vraag: Wat had de mens anders moeten doen? Zeker nu we het er allemaal over eens zijn dat onze bossen niet zo voedselrijk waren. Hadden de eerste landbouwers dan tussen de bomen moeten werken?
Het is m.i. niet zo handig een link te leggen tussen het begrip voedselbossen en de vruchtbare bodem van de bossen in het verre verleden. Waar het bottom line om gaat is de grondsoort, bladaarde c.q. compost en de juiste plantcombinaties – ook met de nutsplanten.
In de natuur, de wilde natuur, vindt natuurlijke selectie plaats. Bij plant en dier. En dat gebeurt ook met gecultiveerde gewassen. Zoiets leidt tot streekrassen. Een boontje die het in Friesland goed doet, kan kwijnen in de Achterhoek.
De DemoTuinNoord voedselbos is opgericht door Urbaniahoeve in 2011, dus ook één van de eerste. Het is 1500m2 en is daadwerkelijk een voedselbos. Kom AJB kijken. Wegens activiteiten zijn dinsdags open op afspraak [ info ] [ at ] [ urbaniahoeve ] [ punt ] [ nl ]
“Een redelijk volwassen voedselbos (moderne stijl) kent per hectare een veel grotere voedselproductiviteit dan gangbare landbouw, zo wordt aangenomen”
Ik mis wel de cijfers. Ik geloof helemaal niet dat een ideaal voedselbos een hogere productie geeft dan gangbare landbouwsystemen. Wist je dat wij Nederlanders kampioenen zijn in tomatentelen? 50 kilo per m2 ofwel 500 ton per ha telen wij in het Westland in onze kassen. Hoeveel ton komt er uit een voedselbos?
Maar als het om voedselvoorziening gaat is de productie in kcal meer zinvol. Je zou dan de productie in calorieen voedsel per ha moeten weten en uitgaande van 2400 kcal per persoon per dag weet je dan hoeveel mensen er van kunnen leven. En dan moet je ook weten hoeveel werk het is, want als je bijvoorbeeld met drie man net het voedsel kan produceren voor drie man schiet het niet op (dat konden de jagerverzamelaars beter). Dan is het een luxe hobby voor verwende westerlingen.
Met onze tomatenkassen kan dat wel want we zijn met ons kleine landje swerelds grootste tomatenexporteurs! Of dat ecologisch verantwoord is, is een andere vraag.
Ik mis ook de onderbouwing. Daarom houdt ik het op citaten of ‘men zegt’. Maar het verticale effect telt wel mee. Neem bessenstruiken in een open veld versus bessenstruiken onder notenbomen. Over het algemeen denk ik dat we ons voedselsysteem moeten herzien. We plegen ecologische roofbouw momenteel. En het is natuurlijk idioot dat een land als Nederland de een na de grootste exporteur is van zuivel en de grootste in tomaten telen. En ongetwijfeld nog meer. Overigens is een landsgrens ook maar een lijntje 😉
Ga aub niet tomatenkassen vergelijken met voedselbossen. Behalve dat het beide over voedsel gaat is de eerste op allerlei manieren zeer slecht voor onze leefomgeving. Terwijl de tweede juist heel vriendelijk is. Ik heb liever 1628ha voedselbos om mijn huis als de 1628 energie verspillende, lichtoverlast veroorzakende tomaten kassen welke hier in het westland staan.
Ik denk dat je je mening over tomaten- en andere kassen moet herzien. De nieuwe of verbouwde kassen zijn tegenwoordig eerder energieproducent dan -verbruiker en bovendien vrijwel vrij van bestrijdingsmiddelen. Okay, je kunt je afvragen of het nog natuurlijk is en dergelijke, of alle nutriënten wel in de vruchten worden opgenomen (gezondheidswaarde). Lees dit eens: Agriport
Ik ben het gedeeltelijk eens met dit artikel, maar ik vind het jammer dat de toon nogal stellig is, en bepaalde aannames als waarheid worden gepresenteerd, ik zou daar woorden aan toe hebben gevoegd als, ‘mijns inziens’ of ‘volgens mij’. Bijvoorbeeld de stelling dat een voedselbos in onze contreien altijd uit moet gaan van bosranden.
Dat is absoluut nodig wil je er eenjarigen tussen telen, en het groentegedeelte van ons dieet wilt telen. Maar laten we eens kijken naar het landbouwareaal en welke delen van ons dieet welk percentage verbruiken.
Voor die groenten/eenjarigen waar zon voor nodig is op onze bosbodem (tuinbouw) is eigenlijk maar een relatief klein gedeelte van ons landbouwareaal nodig. Het overgrote gedeelte van ons landbouw areaal is nodig voor akkerbouw, voor de koolhydraten, vetten en eiwitten in ons dieet. Die komen nu vooral uit aardappels en granen voor de koolhydraten, zonnebloem en koolzaad voor de vetten, en dierlijke producten voor de eiwitten en (en vetten).
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de oppervlaktes die nodig zijn om voor een gezin voedsel te voorzien, is 200 – 400 m2 genoeg voor groenten en fruit. Wil je echter ook koolhydraten/vetten/eiwitten telen, dan zit je ineens aan een hectare (10.000 m2). Das nogal een verschil.
Nu gaan steeds meer diëtisten ervan uit dat we veel te veel granen eten en eigenlijk veel minder daarvan zouden kunnen gebruiken. We denken ook dat noten en kastanjes een goed deel van die koolhydraten/vetten/eiwitten over kunnen nemen in ons dieet. Want de grap van noten is dat ze alle drie veel bevatten; noten zijn calorierijk, vetrijk en eiwitrijk.
Daarmee kunnen we een gigantische stap zetten in ons landschap, de meest intensieve en minst duurzame teelten, eenjarige granen en sojabonen voor eiwitten om vee mee te spekken., vervangen kunnen worden door boomgewassen, een van de meest duurzame teelten (in potentie).
Goed, laten we dan nu eens kijken naar de vorm waarin deze kunnen worden geteeld. Is een bosranden systeem, dat ultieme gelaagdheid heeft hiervoor zinnig en nodig?
Nodig denk ik niet, we hebben namelijk niet zoveel ruimte nodig voor groenten en eenjarigen (die dus de zon die randen doorlaten nodig hadden) als we nodig hebben voor akkerbouw gewassen.
Zinnig denk ik ook niet, zodra je kastanjes gaat telen bijvoorbeeld, dan wil je die gaan oogsten, een struiklaag, laat staan een kruidlaag, is hiervoor helemaal niet handig, tenzij je ze wilt gaan rapen met de hand, wat op vele hectares bos echt niet te doen is.
Je zal het best met een wagentje dat de kastanjes of walnoten erin borstelt kunnen rondrijden. Struiklagen staan dan gewoon in de weg.
Ik denk dus dat voor dat deel van ons dieet je best naar een climaxbos met gesloten kroon toe kan. Dat is ook meer de habitat van de noten en kastanjes, die zitten verder in de successie. Je kan daar prima daslook onder telen, die is al verdwenen als de noten er liggen. Paddestoelen op stammetjes zou ook nog een optie kunnen zijn. Maar inderdaad veel minder divers, al kun je natuurlijk best een diversiteit in de kroonlaag aanbrengen. Net als in een natuurlijk climaxbos is de diversiteit in de struik en kruidlaag daar enigszins verdwenen, en zit die vooral nog in de kroonlaag.
In de jonge jaren van zo een aanplant is er nog wel veel zon, en kun je prima alley cropping-systemen toepassen, met of zonder divers en gelaagde bosrandhagen onder en rond de bomenrijen noten/kastanjes. En stroken eenjarige akkerbouw kunnen daar dus ook prima tussen in de jonge jaren.
Fruitbomen passen eerder in de successie, en zijn juist typische bosrand bomen, dus voor dat deel van het dieet (groenten en fruit) kunnen we denk ik best voedselbosranden aanleggen, en die passen prima in zone 2 en 3. In zone 4, uiteindelijk de grootste zone (broad acre zoals ze in Australische permie-contreien zeggen), kun je, denk ik, beter naar meer climaxsystemen voor noten, kastanjes en houtproductie kijken, en die drie mogen gewoon een gesloten kroonlaag krijgen, lijkt mij. Aangezien dat ook de grootste oppervlaktes zijn in de landbouw (akkerbouw is veel groter dan tuinbouw), maken we daar best wel enorme impact mee op het landschap en het milieu.
Maar goed, ik ben bezig met het schrijven van een artikel, precies hierover, dus dat verschijnt binnenkort op onze eigen blog, of in het magazine, of allebei. Ik zal nog wel even linken naar dit artikel dan 😉
Mijns inziens zijn we het wel eens, lijkt mij. Ik stel het in het artikel zo omdat het een inventarisatie is en het idee over voedselbossen door goeroes (o.a. Martin Crawford) wordt voorgesteld als echte bossen en bosranden. Ik voeg niets nieuws toe, anders dan dat ik het item op basis van bronnen tegen het licht houdt. Helpt het als ik zeg dat ik van een bepaalde kweker een uiterst positieve reactie heb gehad? Deze zit op een emotionele wip: hij kan enerzijds veel bomen en struiken verkopen en anderzijds zou hij het de kopers moeten ontraden, omdat ze volstrekt naïef even denken een (ruig) voedselbos te kunnen aanleggen. Het feit dat de kweker zo reageerde, zegt dat het hem dus vaak heeft getroffen en niet een persoon is geweest.
En wat mij een beetje stoort is dat de predikers eigenlijk hun geld verdienen met optredens, boeken en volstrekt naïeve mensen honderden euro’s betalen voor workshops. En dat is dubbel, want predikers zijn nodig voor verandering.
Verder wil ik graag toch wel een paar linkjes delen, een paar bronnen, of voorbeelden die ons van Tuinderij de Voedselketen erg inspireren, en waar wij onze ontwerpen op baseren.
– Voor onze zone 2, inkomen voor 1 persoon, 1 hectare groenten en fruit dat iets meer zorg nodig heeft. gaan we voor een combinatie tussen:
http://www.themarketgardener.com/
en
http://www.permacultureorchard.com/
– voor de zone 3 zal het meer een voedselbos worden a la crawford
https://www.youtube.com/watch?v=b_fhAch5qiY
– voor de zone 4 zal het meer lijken op wat doorgaans agroforestry genoemd wordt, alleycropping met notenrijen en daartussen stroken akkerbouw; graan, aardappels, mais, pompoen, bonen, asperges, rabarber, artisjok. Later mogen de kastanje en notenrijen zich sluiten en een dichte kroon krijgen, waaronder dan nog paddestoelen en dingen als daslook geteeld kunnen worden, maar geen hele sterke gelaagdheid is in de vegetatie.
Denk een beetje aan Mark Shepard…
https://www.youtube.com/watch?v=oJSYT26pq6k
Dit zijn allemaal succesvolle en rendabele boerenbedrijven in ongeveer vergelijkbare klimaten als de onze. Engeland is iets minder koud, bij Mark Shepard iets warmere zomers, en de Market Gardener en Permaculture Orchard zitten iets noordelijker dan wij weer…
Als we het over “echte” voedselbossen hebben, voldoet eigenlijk alleen Crawford aan dat beeld. Dat staat ook model voor onze Eetbare Siertuin. En het is Crawford zelf die ook heeft gezegd dat wat hij doet leuk is voor privé-gebruik dan wel in combinatie met een restaurant of zo. De andere voorbeelden die je aanhaalt zijn voorlopers of afgeleiden. Je merkt hier overigens meteen het vage wel/niet onderscheid tussen permacultuur en voedselbossen. Een voedselbos is permacultuur maar is permacultuur altijd voedselbos? De uitgangspunten zijn hetzelfde.
Volgens mij heb ik “Samenland” van Taco Blom nergens horen noemen. Als je onder de Lage Landen ook België schaart, tenminste. Hij is begonnen in 2009 en werkt vanuit een boerenachtergrond. Hij werkt in rijen. Voor de volledigheid hier een informatieve link. http://toekomstboeren.nl/portretten/permacultuur-proeftuin-samenland/
Klopt. Maar ik kan niet iedereen noemen 🙂 Het gaat in dit artikel om voedselbossen en wat het is (en wat realiteitszin). Niet om namen te noemen. Maar we waarderen Taco zeer. Dus bij deze is hij genoemd.
Beste,
Mooi artikel, als iemand die zichzelf bezighoud met wilde planten(determineren, ect.) ben ik blij dat het aspect van exoten wordt aangehaald. In de natuur zijn is er de laatste jaren een toename van allerlei planten die worden gepromoot als voedselplanten in voedselbossen, permacultuur… bijv:
-Aronia, Appelbos uit Noord-Amerika
-krentenboompje uit Noord-Amerika
-Japanse wijnbes
-Rimpelroos
-Exotische kornoelje’s
Ik zie er uiteraard nog een hele resem over het hoofd, het grote probleem is dat bij vele van deze, en vooral nieuwe soorten die pas de laatste jaren worden aangeplant er nog weinig kennis is van hoe ze zich op lange termijn gaan gedragen in onze natuur. Worden ze overheersend, dominant over inheemse planten? Bij vele van deze nieuwe voedselplanten ontbreekt deze kennis volledig. In Amerika is er het geval van de Kudzu-boon een plant die in het begin van vorige eeuw daar werd geprezen voor zijn decoratieve en voedzame eigenschappen. Inmiddels is het een waar probleem geworden, het overwoekerd hele plantengemeenschappen zelfs bomen.
Een heel terecht punt dat je maakt is dat deze voedselbossen in feite geen bossen zijn, ze zijn eerder een combinatie van boomgaard met moestuin/tuinbouw.
Historisch gezien zijn er vele introducties geweest hier, vele fruitbomen, notenbomen en nutsplanten kennen hun oorsprong rond de middelandse zee, klein-azië, Kaukasus, etc. De beuk bijv. is echt een midden-Europese boom die geïntroduceerd is omwille van de houtproductie.
Andere planten werden bevoorrecht zo lijkt uit pollenonderzoek dat de wintereik ooit vele algemener was maar dat de zomereik omwille van de grotere oogst van eikels die als veevoer voor varkens dienden bevoorrecht werd. Dit kan ergens wel pleiten voor het feit dat we met cultuurbossen te maken hebben waarin dat voedsel een belangrijk aspect was. In een sedentaire context hebben bossen als voornaamste voedseleverancier hier nooit bestaan. Tropische gebieden zijn een ander verhaal.
Fijn dat er iemand is die eens een beetje kritsch aankijkt tegen dit onderwerp !
Maar de waarheid ligt ergens in het midden.
U stelt: “Als u in een heus bos komt, ziet u dat daar nauwelijks iets groeit.” U moeten begrijpen dat er verschillende soorten bossen bestaan. Een beukenbos, waarvan u de foto toont, heeft zeer slecht verterend strooisels en wortelt oppervlakkig, en laat weinig licht door. Daardoor zie je niets in de onderbegroeiing. Er zijn echter nog andere types bos die een zeer rijke onderbegroeiing hebben. Lees eens het boek “terug naar het lindewoud”.
Bos is ook een containerbegrip. Een bos met een kroonbedekking van 60 procent valt nog altijd onder de definitie van een bos. Dus in essentie kan er ook zo iets bestaan zoals een voedselbos.
Voedselbos is ook een containerbegrip. En niet alles wat nu als voedselbos wordt omschreven is in feite een voedselBOS. Overigens zal de toekomst nog uitwijzen wat werkt of niet. Een tamme kastanje bijvoorbeeld is ook een soort die, uitgegroeid, heel weinig tot niets van onderbegroeiing heeft.
Ik ben het niet met u eens dat voedselbossen niet rendabel zijn. Er zijn heus wel een aantal soorten die vrij goed produceren in de schaduw en halfschaduw en weinig tot geen beheer vragen. Je zit wel een veel grotere tijdsbesteding voor oogst. Waar ligt de balans? De toekomst zal het nog moeten uitwijzen. Op Ferme du Becq in Frankrijk hebben ze een voedselbos dat wel degelijk rendabel is. Maar ze hebben geen bomen van 1ste grootorde – de grootste bomen zijn fruitbomen. Dat kan je misschien niet als een voedselbos aanzien. Maar het is wel een interessant experiment.
In de meeste bossen groeit weinig, de bosranden zijn het meest productief – tenzij je natuurlijk bossen plant met vruchtdragende bomen. En ja, ik ben het eens met je constatering dat het een containerbegrip is geworden. Zelfs een boomgaard met fruitbomen wordt vandaag de dag voedselbos genoemd.
Qua rentabiliteit ben ik het eens of oneens: je geeft zelf het antwoord. Er is een grotere tijdsbesteding voor oogst. Maar ja, ik hoop dat de maatschappij gaat kantelen en niet alles in economie uitdrukken wil, maar ook in kwaliteit en levenswaarde.