Zoönose – Hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen

Het is een dikke pil over ziektes die van dier naar mens overspringen. Maar we lazen het vrijwel in een ruk uit, omdat het erg goed geschreven is (en fantastisch vertaald). Met als onderliggende boodschap: Deze dodelijke ziekten springen niet zomaar over. Wij, in onze moderne, Westerse maatschappij, helpen ze daarbij.

Het onderwerp van dit boek is uiterst actueel nu de hele wereld op slot zit vanwege het (waarschijnlijk) van vleermuizen via andere dieren naar mensen overgesprongen virus SARS-CoV-2 (ook bekend als corona of covid-19). Maar dit boek dateert al uit 2012!
Het is nu heruitgegeven, met een nieuw nawoord van de schrijver, dat in januari 2020 verscheen in de New York Times. Toen het boek voor het eerst uitkwam was het (helaas) ook al uiterst actueel. Dat was na de Mexicaanse griep van 2009, middenin de MERS-epidemie in Saoedi-Arabië van 2012 en kort voordat Ebola in West-Afrika opnieuw de kop op stak.

De schrijver, onderzoeksjournalist David Quammen, reisde voor dit boek de wereld over om met ervaringsdeskundigen te spreken: ex-patiënten, dierenartsen, artsen, onderzoekers, bestuurders. Hij gebruikte ook ervaringen uit eerdere reizen – onder andere voor reportages die hij maakte voor National Geographic. Aan de hand van zijn van ontmoetingen met mensen en dieren op wonderlijke plaatsen, ontstaat er een beeld van de bijbehorende ziektes, en van het onderzoek ernaar.

Goed doortimmerd werk – pakkend en nooit saai

Het is, zoals alle werken van deze auteur, een doortimmerd geheel. Quammen verkoopt geen simpele praatjes en zoekt geen sensatie. Hij heeft wel oog voor de menselijke en ecologische kant van alles. Het boek heeft veel noten, een uitgebreide lijst van literatuurverwijzingen, en een goede index. En toch leest het ook lekker – het is pakkend en wordt nooit saai. Lees dit boek als je meer wil begrijpen van gevaarlijke epidemieën, hoe ze ontstaan, en hoe we ze onderzoeken en bestrijden.

TitelZoönose – Hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen
VanDavid Quammen (vertaald door Peter Diderich)
Uitgeveratlascontact
ISBN978 90 450 4250 3
Verschenenmei 2020
Prijs€ 20,00
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

Lang of kort geleden

Zoönoses zijn alle ziektes die op een of andere manier van dier naar mens zijn overgesprongen. Sommigen deden dat al lang geleden, zoals de builenpest. Anderen korter geleden, zoals hiv-1, waarvan de oversprong door onderzoekers herleid is naar een moment rond 1908, in een plaats in het zuidoosten van Kameroen. De fascinerende geschiedenis van hiv-1 en aids wordt in Zoönose uitgebreid beschreven. Onderdeel ervan zijn de campagnes tegen tropische ziektes, door de toenmalige koloniale overheersers ongetwijfeld goed bedoeld, in onder andere Kameroen en (toen) Belgisch Kongo. Grote delen van de bevolking werden daarbij geïnjecteerd met medicamenten. Dat gebeurde in een tijdperk van ruim voor de uitvinding van de wegwerpspuit en onder vaak matig hygiënische omstandigheden. Je kunt je dus voorstellen hoe dit kan hebben bijgedragen aan de verspreiding van een virus zoals hiv-1.


Virus of bacterie

Het boek Zoönose concentreert zich op de zoönotische virussen (omdat die het gevaarlijkst zijn), maar er is ook aandacht voor bacteriële infecties die afstammen van dieren. Met name worden de ziekte van Lyme, Q-koorts, en Psittacose (ook wel bekend als papegaaienziekte) besproken. Het Q-koorts verhaal speelt zich voor een groot gedeelte in Nederland af en daarmee komt het probleem van de zoönoses ineens ook heel dicht bij huis.

Bacteriële ziekten zijn over het algemeen makkelijker te ontdekken, omdat bacteriën veel groter zijn dan virussen. En ze zijn beter behandelbaar – met een antibioticum. Waarbij ook meteen een waarschuwing volgt: als we doorgaan met antibiotica in lage doses te gebruiken in de veehouderij, kweken we steeds meer onze eigen resistente bacteriën. Antibiotica zijn fantastische, krachtige middelen, die we zuinig moeten inzetten: alleen daar waar het werkelijk nodig is.

Griezelige virussen

Verder grossiert het boek in ellendige, onbehandelbare virussen. Hendra, hanta, marburg, ebola, SARS, MERS, nipah, hiv, machupo, vogelgriep, westnijl, lassa, Mexicaanse griep, builenpest, Spaanse griep, rabies, gelekoorts, dengue, miltvuur…. Enzovoorts. Allemaal zijn het zoönoses. Er zijn ook akelige ziektes (inclusief virussen) die geen zoönose zijn. Bijvoorbeeld pokken en polio.
Quammen legt uit dat het voor juist sommige niet-zoönotische ziektes (min of meer) gelukt is om ze wereldwijd uit te roeien. Voor zoönoses is dat veel moeilijker, omdat die zich altijd blijven verschansen in het dier waar ze thuishoren. Dat dier is geëvolueerd met het virus en wordt er over het algemeen niet erg ziek van. Dus tja, in het geval van malaria bijvoorbeeld: om dat uit te roeien zouden we alle muggen die het virus dragen moeten uitroeien. Zelfs al zou dat mogelijk zijn – dan nog kun je je afvragen of het vanuit ecologisch oogpunt wenselijk is. We weten immers inmiddels dat door een bepaald dier uit het ecologische web uit te roeien, er vaak verstoringen optreden, die ook weer andere negatieve gevolgen kunnen hebben. Een ander voorbeeld: hiv-1. Willen we werkelijk alle chimpansees doden, die de bron zijn van dit virus? Als we dat niet doen, blijft het risico altijd aanwezig dat het virus toch ooit weer opnieuw overspringt van chimpansee naar mens.

Chimpansee in Kibale National Park (Oeganda) – foto: Byekwaso Blasio, Commons Wikimedia
Geitenboerderij – foto: Daniel Ventura, Commons Wikimedia

De man die de Corona-pandemie voorspelde

In de concluderende hoofdstukken van het boek bespreekt David Quammen onder meer de vraag wat ‘The Next Big One’ zal worden. Let op, dit boek dateert dus uit 2012!
Gebaseerd op allerlei deskundigen zegt hij dat (naast influenza) de corona-virussen goede kandidaten zijn. Ze hebben namelijk recent bewezen over te kunnen springen van dier naar mens (tijdens de SARS-epidemie in 2002), ze veroorzaken omvangrijke ziektegevallen in dieren, en ze muteren snel. En Quammen zegt ook nog dat zo’n pandemie dan bijvoorbeeld in een markt in het zuiden van China zou kunnen ontstaan. Hij voorspelt dus in feite de Coronapandemie. Zelf is hij daar wat bescheidener over: hij schreef het immers alleen maar op. Allerlei wetenschappers voorspellen dit soort scenario’s al jaren.


Overspringen wordt in Luilekkerland steeds makkelijker

Vanuit het gezichtspunt van een zoönotisch virus is onze moderne tijd een soort luilekkerland. Er zijn steeds meer mensen op de wereld en ze wonen allemaal lekker dicht op elkaar in grote steden, waar ze elkaar makkelijk kunnen besmetten.

Bizar toerisme
Die mensen reizen de wereld rond en bezoeken als toerist of onderzoeker de wonderlijkste locaties (Ja! Laten we op excursie gaan naar een afgelegen vleermuizengrot in Centraal-Afrika! Daarna vliegen we door naar een kamelenmarkt in Saudi-Arabië om af te sluiten op een geweldig fotogenieke markt in Zuid-China!).

Nooddruft
Andere mensen leven in betrekkelijke armoede en trekken de natuur in (of wat daar nog van over is) om wilde dieren te vangen en ze te verkopen of te slachten en op te eten.

Intensieve dierhouderij
En tenslotte is er de intensieve dierhouderij, die besmetting van dier op dier – en van dier op mens – in de hand werkt. Het lijkt er dan ook op dat de frequentie van het overspringen van virussen toeneemt. Of dat ook werkelijk zo is, blijft lastig te zeggen, omdat we tegenwoordig natuurlijk meer van dit soort besmettingen registreren.

Het boek Zoönose staat bol van de voorbeelden waarbij oude ziektegevallen, van mensen die overleden aan iets onduidelijks, alsnog worden onderzocht en gekoppeld aan een virus waarvan gedacht werd dat het nieuw was. Ook van het huidige SARS-CoV-2 virus is al sinds 2005 bekend dat het mensen in het zuiden van China had geïnfecteerd. Door wetenschappers wordt ook al sinds die tijd gewaarschuwd tegen dit virus.

Covid-19 virus, foto: NIAID-RML, Commons Wikimedia

De omstandigheden maken het virus

Als je dit boek gelezen hebt ben je, naast een boel wijzer over virussen en de ziektes die ze veroorzaken, ook onder de indruk van de onderzoekers, medici en bestuurders die continu alert zijn en hard werken om besmettingen te voorkomen en epidemieën in te dammen.

Maar het levert ook een beeld op van vechten tegen de bierkaai, van een kaartenhuis dat wankelend overeind blijft staan en zomaar kan instorten. Wat zou er gebeurd zijn als het SARS-CoV-2 virus een stuk dodelijker geweest zou zijn dan het tot nu toe blijkt? Als Quammen’s relaas een ding heel duidelijk maakt dan is het dat in onze moderne wereld de omstandigheden voor een virus ontzettend gunstig zijn:

  • Wij verstoren wouden en het klimaat, waardoor we dieren dwingen hun heil elders te zoeken;
  • We trekken naar de steden en leven dicht op elkaar;
  • We eten bushmeat, houden tienduizenden varkens of runderen of geiten bij elkaar;
  • We transporteren dieren en gewassen over grote afstand;
  • We telen gewassen in monoculturen en gebruiken rijkelijk bestrijdingsmiddelen;
  • We reizen naar de wonderlijkste plekken, en gebruiken medicijnen voor zaken waar ze niet voor bedoeld zijn.
  • En dan hebben we de laatste jaren ook nog een toenemend aantal politieke leiders en bureaucraten die ervoor kiezen om leugens te verkondigen, slecht nieuws onder het tapijt te vegen, en te bezuinigen op wetenschappelijk onderzoek.

    Een giftige en potentieel dodelijke mix.
Schubdier – de vermeend schuldige van de corona-pandemie, uit: The Animal Kingdom

6 gedachten over “Zoönose – Hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen”

  1. In aanvulling op dat rijtje: het blijkt dat in verstoorde ecosystemen meer diersoorten overblijven die gunstige gastheren zijn voor zoönosen. Dat zijn diersoorten met een evolutionaire strategie die gericht is op véél nakomelingen en die daardoor niet in een bijzonder efficiënt immuniteitssysteem hebben geïnvesteerd. Veelal relatief klein en adaptief. Denk: bruine rat. Of vos. Maar niet, bijvoorbeeld, olifant. En de exemplaren van die soorten die worden aangetroffen in door-de-mens-verstoorde ecosystemen blijken meer ziekteverwekkers te huisvesten dan hun soortgenoten in niet-verstoorde ecosystemen.
    https://www.theguardian.com/environment/2020/aug/05/deadly-diseases-from-wildlife-thrive-when-nature-is-destroyed-study-finds
    https://www.theguardian.com/environment/2020/apr/08/human-impact-on-wildlife-to-blame-for-spread-of-viruses-says-study-aoe

    Beantwoorden
    • Dank voor deze mooie aanvulling, Geertje. Daar wreekt zich misschien een beetje dat het boek Zoonoses natuurlijk eigenlijk al wat ouder is, en de wetenschap ondertussen niet stil heeft gestaan. Alleen maar sterkere argumenten dus om milieu, natuur en biodiversiteit in ere te houden.

      Beantwoorden
    • Het lijkt mij dat we niet meegaan met de pandemie, maar met de pootjes op de grond blijven. Zoönoses zijn van alle tijden en in de hedendaagse maatschappij worden we er meer vatbaar voor. Zie Q-koorts. Het boek is ruim voor corona-tijd geschreven en er staat in dat het in 2005 min of meer al was aangekondigd. Café Weltschmerz kennen we, soms goede interviews via Youtube, maar lijkt in de sociale media meer een verlengstuk van het FvD. Dat is dan weer jammer. Vinden wij.

      Beantwoorden

Plaats een reactie