We hebben weer twee bonte bentheimer landvarkens opgehaald: gelt Aagje en een borg Harm. Met Aagje gaan we fokken.
Hier zijn ze nog tussen hun zussen en balloze broers.
Lijnen
Van varkens worden bloedlijnen bijgehouden. Hoewel niet doorslaggevend, is het globaal handig om inkruising te voorkomen. Maar uiteindelijk gelden, net als bij de mens, de fysieke voorouders.
Jet is afgelopen najaar geslacht omdat ze maar niet drachtig werd. Koos x Janneke heeft nakomelingen voortgebracht. Koos liep op een gegeven moment met zijn achterpoot te trekken en gangbare maatregelen hielpen niet. Diagnose: een geblesseerde linker achterheup. Wij mensen kennen iets als kunstheupen. Zo niet voor bonte bentheimers. Koos zou eerst 7 juli worden geslacht, maar dat hebben we uitgesteld omdat Janneke dan een periode alleen zou zijn. Nu zijn Aagje en Harm (H-lijn) er. Ze komen van De Broer in Laren Gld. Koos wordt in oktober omgezet in droge worst.
Een zeug die niet eerder heeft geworpen heet een gelt. Een gecastreerd beertje heet een borg. We hebben tot nu toe gefokt voor het ras. Oké, Jet is geslacht, maar dat was niet van meet af aan de opzet. Nu geldt Harm wel dat lot. Oktober 2014. In tegenstelling tot industrievarkens zijn bonte bentheimers na pakweg een jaar op slachtgewicht van 100 à 110 kg.