Schil de schorseneren zoals hier is aangegeven (onder aangezuurd water) en snijdt ze in pakweg 5 cm lange stukjes. Kook ze in de groentenbouillon. Dat duurt een minuut of tien. Giet ze af maar bewaar het kookwater!
Meng de bloem met de fijngemalen hazelnoten – wij hebben hele hazelnoten mèt een wat opgehoopte eetlepel bloem fijngemalen. Dan is het gelijk mooi gemengd. Neem een sauspan. Verhit het mengsel droog, d.w.z. geen boter of olie of water toevoegen. Roer en wacht tot het bruin wordt (in ons geval – oh, gebrek aan oplettendheid – was het plaatselijk behoorlijk bruin, maar net niet verbrand). Doe dan wat groentebouillon erbij en roer. Doe weer wat erbij en roer, tot het een leuke dikke saus is. Niet meer aan de kook brengen. Roer de havervlokken erdoor en monteer met een klont boter. Meng met de stukken schorseneer en bestrooi met peterselie.
27 februari 2010
“Hé! Dit is verdraaid lekker! Super!” zei Marijke. We zijn terug van vakantie en gedurende die weken heb ik dan ook niet gekookt, anders dan misschien wat rauwkost klaargemaakt. De winter blijkt uit Nederland te zijn vertrokken en ik wilde wel eens zien hoe het met de schorseneren stond. In tegenstelling tot andere jaren, had ik ze in de grond gelaten. Eigenlijk een beetje dom. Of lui, zo u wilt. Welnu, ze hebben de lange vorstperiode uitstekend doorstaan. Nu hebben wij tenminste nog groenten, terwijl de vastentijd is begonnen – niet voor niets heeft Onze Lieve Heer de vastentijd in de periode van die the hungry gap wordt genoemd, gepland. (Gegeten met gebakken aardappeltjes en venkelworstjes.)
OPMERKINGEN
1) Peterselie niet gedaan. Om eerlijk te zijn: vergeten. Ook niet gemist.
2) Klont boter is o.i. niet echt nodig. Zo is de saus ook al heel lekker.