Deze pagina dateert van 7 november 2009 en is op 10 mei 2024 volledig herzien
Leestijd: 23 minuten (maar dan weet je ook bijna alles)
Inhoudsopgave
Capsicum annuum
Rode (groene) peper, Spaanse peper, chilipeper en vele andere, meest namen van variëteiten (Nederlands); chili pepper, chile, chilli (Engels); Spanische Pfeffer, Gewürzpaprika (Duits); piment (Frans); chile, guindilla, aji, pimiento picante (Spaans); Peperoncino (Italiaans)
Voor wat wij paprika noemen, is de geschiedenis grotendeels gelijk aan dat van de peper. We hebben wel een aparte beschrijving gemaakt, waar nader op deze groente wordt ingegaan. Klik hier.
Naam
Capsicum komt van het Griekse kapto, dat bijten betekent. Of, meer plausibel vinden wij, van het Latijnse capsa dat doos betekent. De pepers en paprika’s zijn immers hol, waarin de zaden huizen.
Chilli heeft niets met het land Chili te doen, maar komt van chīlli, zoals de peper in het Nahuatl heet, de taal van de Azteken. Die leefden in Mexico, toen Hernan Cortés dat gebied veroverde. Inmiddels is chilli een l verloren en spreken we van chilipeper voor scherp smakende pepers [1]. (De grote, zoete, dikvlezige peper noemen wij paprika, de Hongaarse algemene naam voor rode pepers. Zie bij paprika.)
Peper, piemento, piment
De inheemse Taíno op Hispaniola noemden de rode peper axi, dat in het Spaans aji werd en vandaag de dag nog wordt gebruikt [1]. Maar de Spanjaarden gaven het ook de naam pimiento, naar pimienta voor de zwarte peper (Piper nigrum van de familie Piperaceae). Doch toen ze Jamaica ontdekten troffen ze daar bomen aan met mooie zwarte besjes, die op peperkorrels leken: die noemden ze (ook) piemento. Het gevolg is dat wat in het Nederlands piment heet, de Engelstaligen allspice en de Spaanssprekenden nu pimienta de Jamaica noemen En dit maakt het bij het interpreteren van recepten waarin pimiento wordt genoemd onduidelijk of het rode peper of piment is.
Plant
De vorm van de peperplant is vrij variabel, meestal als een eenjarig kruid of struik, 0,5-1,5 m hoog, rechtopstaand, sterk vertakt. Is meerjarig, maar wordt als eenjarige geteeld. De penwortel is sterk en heeft talrijke zijwortels. De stengel is onregelmatig hoekig, tot 1 cm in diameter, sterk vertakt en bij vertakkingen vaak behaard. De kleur is groen tot bruingroen, vaak met paarsachtige vlekken bij de knopen.
De bladeren staan verspreid, enkelvoudig, zeer variabel; de bladsteel is tot 10 cm lang en het blad zelf is eirond, tot 10 à 16 cm x 5 à 8 cm, toegespitst aan de top. Doorgaans is de bladrand gaaf, het bladoppervlak glad en licht- tot donkergroen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, kelkvormig. Het bloemblad telt vijf tot zeven lobben, 8-15 mm in diameter, meestal wit; vijf tot zeven meeldraden met lichtblauwe tot paarsachtige helmknoppen. De vrucht is een bes, weliswaar nogal variabel in grootte, vorm, kleur en mate van scherpte, meestal min of meer kegelvormig, tot 30 cm lang. Hoewel er veel (eind)kleuren zijn, zijn de vruchten jong groen van kleur en rijp rood. Het zaad zit in de holle vrucht, is afgeplat en rond, 3-4,5 mm doorsnee, hooguit 1 mm dik en lichtgeel van kleur. [8]
Kruisen
Het is gebruikelijk dat gewassen zelfbestuivend en/of kruisbestuivend zijn. Dat kruisbestuiven gebeurt binnen de soort. Dus rassen c.q. variëteiten kunnen elkaar bevruchten. Maar uitzonderingen bevestigen de regel: bij het geslacht Capsicum kunnen ook de soorten elkaar bestuiven. Alleen C. baccatum doet daar niet aan mee. Zodoende zijn er binnen het geslacht Capsicum vele honderden variëteiten en hybriden, zowel natuurlijke als kunstmatige, en die hebben allerlei vormen, kleuren, maten en gradaties van pikantheid. Dat maakt de classificatie van de inheemse Capsicums, en in het bijzonder die van C. annuum, verwarrend.
Groepen
Omdat er zo veel vormen (en kleuren en smaken) zijn, is in 2014 is door botanici een groepering van Capsicum annuum gemaakt:
Abbreviatum | vruchten eivormig, gerimpeld, 2-5 cm lang. Ook wel gerimpelde peper genoemd; | |
Acuminatum | vruchten slank, gebogen, tot 11 cm lang, mild tot zeer scherp. Wordt ook chilipeper genoemd; | |
Cerasiforme | vruchten bolvormig met stevig vruchtvlees, tot 2,5 cm in diameter, mild tot scherp, rood, geel of paars. Wordt ook kersenpeper of vogeloogpeper genoemd; | |
Conoides | vruchten subconisch, tot 3 cm lang, zeer scherp. Wordt ook kegelpeper genoemd; | |
Fasciculatum | vruchten trosvormig, rechtopstaand, tot 7,5 cm lang, zeer scherp. Wordt ook clusterpeper genoemd; | |
Grossum | vruchten groot met basale depressie, opgeblazen, rood, oranje, geel of paars, vruchtvlees dik en mild. Wordt ook paprika genoemd; | |
Longum | hangende vruchten, tot 30 cm lang, mild of scherp, rood, geel of witachtig. Ook wel lange peper genoemd. |
Historie
Geen ander gewas verspreidde zich zo snel over de wereld [1], zelfs bonen (Phaseolus) niet.
Nieuwe wereld
De oorsprong van dit pepergeslacht ligt zo’n vijfhonderd kilometer ten zuidoosten van het Titicacameer (één van de twee oorsprongsgebieden van de aardappel), boven de Boliviaanse hoofdstad Sucre [1]. Men denkt dat het hier, zo’n 18.000 v. Chr., is begonnen [14].
Er zijn ongeveer vijfentwintig wilde soorten en vijf gedomesticeerde, waarvan
[1] Capsicum annuum de meest bekende is; de volgende vier worden vooral in Zuid-Amerika geteeld:
[2] C. baccatum (aji, beste pepers om te drogen) en
[3] C. pubescens verschillen qua bouw en genetica zo sterk, dat ze vermoedelijk separaat van elkaar van verschillende voorouders, zijn gedomesticeerd. En dan zijn er nog de
[4] C. chinense (voor de allerheetste pepers, zoals scotch bonnet en habanero) en
[5] C. frutescens (lijkt zeer sterk op C. annuum, onder andere tabaso, piri piri, labuyo).
Men denkt dat de gecultiveerde C. annuum var. annuum gedomesticeerd is uit wilde populaties van C. annuum var. glabriusculum (tepin chilli of bird pepper) in Mexico [8] [3 EN]. Mogelijk is dit meerdere keren gebeurd, uit geografisch gescheiden wilde populaties [8].
De chilipeper was een van de vroegst gedomesticeerde planten in de Andes. Deze peper heeft al heel lang een vurige romance met de Peruanen. Verschillende pre-Inca culturen gebruikten de peper niet alleen in hun eten, maar ook als een iconisch embleem van hun kunst en religie [14].
Pepers werden gebruikt als smaakmaker en conserveringsmiddel in de Andeskeuken. Ze vormden de meest voorkomende afbeeldingen op het oude Nazca-keramiek.
In Peru werden de oudste archeologische overblijfselen van pepers gevonden in de Guitarrero grot. Deze dateren van ongeveer 8.000 jaar v. Chr. [14]
Tijdens de archeologische opgraving bij Chavín de Huántar in Peru, is een obelisk gevonden waarop te zien is hoe in de klauw van een kaaiman drie pepers steken. Deze wordt op ca. 700 v. Chr. gedateerd.
De oudste vindplaats van peper in Mexico is een grot in de Tehuacán-Cuicatlán vallei, gedateerd 7000 v. Chr. en men denkt dat de domesticatie, de teelt aldaar, tussen 5200 en 3400 v Chr. is begonnen (dat is een marge van 1.800 jaar, maar in elk geval héél lang geleden).[1] De Olmeken zouden al peper hebben geteeld. En de pepers zouden vaker dan enig ander kruid in de maaltijden van de Azteken voorkomen.
Na de ontdekking van de Nieuwe Wereld werd peper in de Oude Wereld net zo belangrijk, zo niet belangrijker [1]. Columbus‘ reis was immers bedoeld om een kortere route naar Indië te vinden om de specerijen (zwarte peper) sneller naar Europa te krijgen. Columbus ontdekte in 1492 niet Amerika, maar feitelijk Cuba en Hispaniola, het eiland waar nu Dominicaanse Republiek en Haïti op liggen. Hij schreef aan de Spaanse koning: “Op deze eilanden zijn bergen waar een strenge koude winter was, maar de mensen zijn er aan gewend en ze eten elke dag vlees met zeer hete kruiden.” Het woord ‘peper’ werd niet genoemd, maar wel bedoeld.
Op zijn tweede reis (Cuba, Hispaniola en Jamaica) in 1493 ging dr. Diego Alvares Chanca, lijfarts van de Spaanse koningen, mee. Deze legde nauwkeurig vast wat de inheemse mensen aten: “Hun basisvoedsel bestaat uit een soort brood, gemaakt van een wortel van een plant [….], en agé [dit is bataat/zoete aardappel]. Ze gebruiken, om het te kruiden, een plantaardige olie die agí heet, die ze ook gebruiken om vis en gevogelte een pittige smaak te geven.”
Maar Pietro Martire de Angliera (Martyr) schreef er al over in september 1493. Hij zelf is nooit in de Nieuwe Wereld geweest, maar baseerde zijn informatie op dat van o.a. Melchior Maldonado, officier op Columbus’ vloot, die op de eerste reis van Columbus was meegevaren. Martyr schreef “peper die sterker is dan de peper uit de Kaukasus.” Maar Martyr’s boek werd pas in 1511 gepubliceerd, lang na de brief van Chanca.
Hans Staden
Hans Staden (ca. 1525 – ca. 1576) was een Duitse soldaat en ontdekkingsreiziger die in 1548 voor de tweede keer naar Brazilië reisde, aldaar in dienst van van de Portugezen trad, en in 1552 tijdens een jachtpartij gevangen werd genomen door de Tupinambá (behorend tot de Tupi). Hij leefde drie jaar onder hen. Weer in Duitsland schreef hij het boek ‘Warhaftige Historia und beschreibung eyner Landtschafft der Wilden/Nacketen/Grimmigen Menschfresser‘ dat in 1557 verscheen. Daarin staat iets over peper, kortweg: er zijn twee soorten peper, gele en rode, die groen aan de plant groeien. De pepers zijn scherp in de mond. En als ze rijp zijn, worden ze in de zon gedroogd.
In 1609 schrijft Garcilaso de la Vega in zijn Commentarios reales de los Incas, dat er in Peru een peper is die anders is dan de andere: dik, lang maar zonder noemenswaardige punt. De Kichwa noemen het rocot uchu (dikke peper), om het te onderscheiden van de rest. Thans wordt de naam rocoto gebruikt en het is geen C. annuum, maar een C. pubescens. Deze is overigens niet zoet, pittig als een habanero, maar met een duidelijk ander aroma dan soortgelijke scherpe pepers.
Oude wereld
Spaanse heersers, verkenners, veroveraars, ze oogstten zaad van allerlei peperplanten die door de inheemse bevolking werden gebruikt en stuurden dat naar Spanje. En vanuit Spanje ging het naar buurlanden, West-Afrika, de Caraïbische eilanden enzovoorts.
Peper kwam via de Balkan in Oost- en Noord-Europa. Dat gebeurde met hulp van het Ottomaanse Rijk, dat Portugese koloniën in Perzië (Iran) en India had veroverd. De Ottomanen ontwikkelden handelsroutes van de kust van Malabar (India), via de Perzische Golf en de Rode Zee naar Istanbul, Alexandrië en Venetië [2]
En zo belandde de peper in Duitsland waar Leonart Fuchs zijn New Kreüterbuch (1543) schreef en het er in opnam: als komende uit India. In zijn tekst staat “Indianischer oder Chalecutischer Pfeffer [en nu komt een fout van Fuchs] würdt von dem Plinis Siliquastrum / von wegen der langen und grossen Schoitten / genent: und Piperitis […]“ Plinis is Plinus de Oudere, die de Naturalis Historia schreef. In boek 19, hoofdstuk 67, gaat het over piperitis en siliquastrum heeft. Plinius doelt dan op de zwarte pepers en in het bijzonder de lange peper.
Fuchs refereert ook aan Avicenna, die, volgens hem, het gewas Piper caninu had genoemd. Maar ook Avicenna leefde ruim voor de ontdekking van de Nieuwe Wereld. En Actuarius [daarmee bedoelt Fuchs hoogstwaarschijnlijk de Byzantijnse arts Johannes Zacharias Actuarius) zou het Capsicum hebben genoemd, omdat de zaden netjes in de vrucht zijn geordend. Maar ook Actuarius leefde ruim voor 1492. (Het was Joseph Pitton de Tournefort die in 1700 de naam Capsicum aan het geslacht toekende en Clusius die de eerste botanische beschrijving maakte.)
Bij gebruik geeft Fuchs aan dat het uitwisselbaar met [zwarte] peper is.
Bedenk dat New Kreüterbuch in 1543 uitkwam. En Fuchs moet er jaren aan hebben gewerkt. Dat betekent dat de rode peper razendsnel over de wereld is gegaan voor het bij Fuchs op zijn bureau kwam. Grofweg: 1493 Spanje, 1535 Italië, Duitsland 1542, Balkan voor 1569, Moravië (thans oosten van Tsjechië) 1585 [1]. De Portugezen, die in die tijd een groot deel van Afrika en Azië heersten brachten het naar die continenten. Midden 16e eeuw was het in China. En is het niet bijzonder (of bizar) dat de peper al over de hele wereld was verspreid, voor het met de Engelse immigranten pas in 1621 in Noord-Amerika (Virginia) kwam.
Rembert Dodoens publiceerde zijn Cruydt-Boeck in 1554. (Daarin de afbeeldingen van de houtsneden die ook door Fuchs zijn gebruikt.) Dodoens spreekt van “drye gheslachten” / een met middelbaeren langhen ende dicken hauwen / een met langhen ende smallen hauwen / ende een met breeden corten hauwen” en verder zijn ze aan elkaar gelijk. Hij gebruikt de Latijnse naam Capsicum, refereert ook aan Actuarius, en ook zijn pepers zijn, net als bij Fuchs, ‘van Indien’. Onder Cracht ende Werckinghe schrijft hij dat het vaak in spijzen wordt gebruikt. En het zou kroppen, klieren en gezwellen doen krimpen of verdwijnen. Bij Hindernisse vermeldt hij dat het zaad ‘een verborghen quaetheyt in [zich heeft] daer mede dattet die honden doodet alsment huer ingheeft.”
In de uitgave van Cruydt-Boeck in 1618 (bewerkt door François van Ravelingen) wordt de peper veel uitvoeriger beschreven. Het is nu ‘Van Bresilie Peper’ (“oft Peper van Indien genaemt”). Die drie gedaanten zijn nu met zijn vieren: met lange rechte hauwen, met lange kromme hauwen, met brede hauwen en met ronde kleine hauwen. “Doch allegader zijn even heet en scherp bijtende van smaeck.”
“Saet van dit cruyt [….] wort toe veel plaetsen in de spijse in stede van peper gebruyckt.” Hij waarschuwt voor schade aan de lever en andere ingewanden.
In het daarop volgende hoofdstuk wordt Valsch Brasilie-Peper besproken – een nachtschade die erg op de peper lijkt.
In Garten zu Hessen stonden in 1607 al zes rassen peper, Garten von Eichstatt telde in 1613 al vijftien variaties. De Nederlander Jan Royer trad in 1607 in dienst bij de hertog von Braunschweig zu Lüneburg en heerste over de Garten zu Hessen. (Royer is een goede bekende van ons. We komen hem ook tegen bij de palmkool, knolselderij, sluitkool (rode, witte en savooiekool)).
Georg Eberhard Rumpf (1627-1702) was natuurhistoricus in dienst van de VOC. In zijn Amboinsche Kruidboek (1741-1750) schrijft hij hoe de soldaten de lokale bevolking uit hun huizen zetten en over de peper (in Indonesië heet dat tjabé rawit voor de kleine pepertjes of lombok voor de grotere):
(Kennelijk zijn de VOC-soldaten hongerig?)
“Men moet zig wagten in ‘t openen van deze houwen, dat subtile straaltjes niet in de ogen, of neuze komen, want zij ontsteeken de herzenen magtig, en verwekken snot, en tranen. De hitte gevoelt men ook wel een paar uuren aan de vingers als men ze geopend of gewreven heeft. Vooral is het een schrickelijk goed[je] voor de borst, en longpijpe, zonderlijk als men het op koolen smijt, en dan de rook daarvan ontfangt, verwekt het benauwdheit, alsof men verstikken wilde met hoesten en ruspen alsof men de longe, en lever zoude willen uitspuwen”.
“Dit heb ik ervaren aan de groote Spaanse Peper, die noch zo scherp niet is als de Oost-Indische, in mijne ‘Portugeeze pelgrimage’, wanneer eenige guijtzakken ons uit de kamer wilden hebben, zij op een scherfje met koolen eenige stukjes van die houwen in een hoekje verborgen zettenden, waarop alle die maar een weinigje van dien rook ontfingen meenden te verstikken, totdat ze in de vrije lucht quamen”.
Johann Hermann Knoop noemt in zijn Beschrying van de Moes- en Keuken-Tuin (1769) de (Brasylse) Peper, die ook Spaansche Peper wordt genoemd. En, zowaar, Knoop schrijft dat hij maar liefst dertig soorten heeft geteeld, “bestaande hooftzakelyk in de differente gedaante der Vrugten of Zaad-huizen, als zynde langwerpig, puntig, vierkant, rond, groot, klein, korter, langer, rood, geel, oranje-coleur, enz.” Hij geeft teeltadvies en “Dog ze tieren beter al men ze in Potten, in elk een, plant, en dezelve in een Bak onder Glazen koestert.” Tegenwoordig zouden we zeggen: in de kas. Bij ‘Huishoudelyk Gebruik’ schrijft hij dat ze te scherp zijn om in de keuken te worden gebruikt, maar inleggen in suiker of azijn maakt het een lekkere toespijs.
T.F. Uilkens lijkt in zijn Groot Warmoeziers Handboek (1855) in het hoofdstuk Spaansche Peper uit zijn bol te gaan, want hij sleept er allerlei andere pepers en gewassen waar de naam peper in voorkomt bij. Van de Spaanse peper vermeldt vijftien soorten, waaronder de vijf die wij als cultuurgewassen kennen en bijvoorbeeld ook de C. pyramidalis, die (uiteraard) uit Egypte is overgebracht (in 1750). Maar dan gaat het vervolgens over zwarte peper, het rood peperboompje Daphne mezereum (het eten van de vruchtjes is dodelijk) en de Bastaard Brazilie-peper. (Vermoedelijk is dat de valse, die Dodoens vermeldde.) En na vele bladzijden duikt de Spaanse peper weer op.
De Candolle (1885) schrijft dat soms wordt gesuggereerd dat de peper uit zuidelijk Azië [India] komt, maar dat er dan verschillende namen in verschillende (oude) talen voor deze vrucht zouden moeten bestaan. En dat is niet zo. Het wordt ook niet in Chinese boeken vermeld. En alle exemplaren waarover de meest betrouwbare wetenschappers schrijven, komen uit de herbaria van de Oostindische Compagnie, waarvan onduidelijk is of het wilde of gecultiveerde planten betreft. Dus hij zegt geen andere conclusie te kunnen trekken dan dat de peper uit Zuid-Amerika komt [21].
Wereldproductie
in miljarden of miljoenen kilo’s | t.o.v. jaar ervoor | ||
1 | China | 16,8 miljard kg | -0,32% |
2 | Mexico | 3,1 miljard kg | +20,47% |
3 | Indonesië | 3,0 miljard kg | +9,95% |
4 | Turkije | 3,0 miljard kg | -2,35% |
5 | Spanje | 1,5 miljard kg | +1,44% |
6 | Nigeria | 700,7 miljoen kg | +0,26% |
7 | Egypte | 681,1 miljoen kg | -5,79% |
8 | Verenigde Staten | 551,3 miljoen kg | +6,64% |
9 | Algerije | 486,6 miljoen kg | +38,31% |
10 | Nederland | 435,0 miljoen kg | -1,14% |
Nederland
Productie is een ding, daarin is Nederland niet de grootste. Exporteren is een ander ding. Dit is de top 10 landen die in 2022 de hoogste exportwaarden aan paprika’s kenden [24]:
- Spanje: $1,42 miljard (23.1% van de totale export)
- Mexico: $1.39 miljard (22.7%)
- Nederland: $1 miljard (16.7%)
- Canada: $509,3 miljoen (8.3%)
- Verenigde Staten: $276,4 miljoen (4.5%)
- Turkije: $201,5 miljoen (3.3%)
- Marokko: $185,2 miljoen (3%)
- China: $144,6 miljoen (2.4% – produceert het meest, exporteert minder)
- Frankrijk: $86,1 miljoen (1.4%)
- België: $82,8 miljoen (1.4%)
Culinair
Bij het verwerken van zeer scherpe pepers (zoals Madame Jeanette) is het raadzaam rubber keukenhandschoenen aan te trekken.
Mesdames Jeanette – eigen foto
Groene pepers zijn in principe onrijp. Ze zijn beduidend milder dan de rode. Pepers worden in veel gerechten gebruikt. Meestal fijngesneden of gehakt, dus zonder steeltje. Pepers worden zelden ontveld.
De heetheid van de peper zit voornamelijk in het zaad en de zaadlijsten. Deze kunt u van tevoren verwijderen. Of niet.
Heet eten
Het is aangetoond dat het regelmatig eten van ‘heet’, zeg maar: gepeperd voedsel, de gevoeligheid omlaag brengt. Kortom, je went eraan.
“Oeiwoehoe! Dat brandt. Geef me water!” Jammer, maar dat helpt niet. Komkommer ook niet. Pils ook niet. Capsaïcine (zie hieronder) lost namelijk niet in water op. Vet helpt wel: melk, boter, pindakaas, yoghurt.
Let op: peper is verslavend
Het eten van gepeperde spijzen is verslavend. Je went niet alleen aan de pepersmaak, maar als reactie ter bestrijding van de pijn, maakt het lichaam endorfine aan. Hetzelfde goedje dat je de kick geeft bij heftig sporten, je ‘high’ maakt – runner’s high. En daaraan zijn nogal wat mensen verslaafd.
Bewaren
Drogen
Rode, gele en oranje pepers kunnen worden gedroogd. Het gaat het best bij pepers die een wassige schil hebben. In zuidelijke landen worden ze op de grond uitgespreid of hangen ze in de zon, op de veranda. In Nederland is de oogst meestal laat en kunnen ze best aan een koord worden geregen (naald en draad door de steel) en bijvoorbeeld boven de verwarming worden gehangen.
Invriezen
Makkelijk. Als u gewend bent ze zonder zaad- en zaadlijsten te eten, verwijder deze dan al voor het invriezen. U kunt ze ook fijnhakken en malen en dan invriezen. En zelfs, met een beetje water, in ijsblokjeszakken doen.
Als sambal
Op het Internet zijn diverse recepten voor sambal te vinden. De truc hierbij is dat er olie, suiker en zout wordt gebruikt. Olie sluit lucht uit, suiker en zout conserveren. Zelfgemaakte sambal is, buiten de koelkast, niet lang houdbaar. [32] Meldt dat zelfgemaakte sambal met olie, wat azijn en suiker dan wel twee jaar goed blijven. Mits schoon verwerkt, uiteraard.
Inmaken
Kies mooie grote pepers. Ontvel ze (bijv. door onder de gril te blakeren) en kook ze, minimaal tien minuten: peper bevat geen zuren en is in principe gevoelig voor Clostridium botulinum, een bacterie die in de lucht ongevaarlijk is, maar in een geen of lichtzure afgesloten pot tussen de 4 en 50o C het dodelijke gif botuline maakt. En verder inmaken, bijv. wecken.
Voedingswaarde
Per 100 gram rode peper (rauw):
calorieën | 40 kcal |
water | 88 gr |
eiwitten (proteïne) | 1,87 gr |
vet (lipiden) | 0,44 gr |
koolhydraten | 8,81 gr |
voedingsvezel | 1,5 gr |
suikers | 5,3 gr |
disachariden | die, als ze er zijn, vormen een onderdeel van de koolhydraten |
mineralen | natrium 9 mg; kalium 322 mg; calcium 14 mg; magnesium 23 mg; fosfor 43 mg; ijzer 1,03 mg; koper 129 µg; zink 260 µg, mangaan 187 µg; selenium 0,5 µg; jood __ µg; chloride __ mg |
Vitaminen: | |
Retinol (A) | 0 µg (en beta caroteen 534 µg) |
thiamine (B1) | 72 µg |
riboflavine (B2) | 86 µg |
niacine (B3) | 1,24 mg |
pantotheenzuur (B5) | 201 µg |
vitamine B6 | 506 µg |
folaten (totaal – B11/ B9) | 23 µg |
cobolamines (B12) | 0 µg |
ascorbinezuur (C) | 144 mg |
vitamine D | 0 µg |
vitamine E (alfa-tocopherol) | 0,69 mg |
Vitamin K (phylloquinone) | 11 µg |
Aminozuren | o.a. 26 mg aan tryptofaan; 74 mg threonine; 105 mg leucine; 89 mg lysine; 286 mg asparaginezuur |
Lipiden: | |
Verzadigde vetten | 42 mg |
Enkelvoudig onverzadigd | 24 mg |
Meervoudig onverzadigd | 239 mg |
Cholesterol | 0 µg |
Teelt
Peper (dus ook paprika) wil het warm hebben. Een temperaturen onder de 7 oC kan al tot fysiologische schade leiden [5]. Als het onder de 5 oC komt, sterven de planten [6]. Bij of 21 tot 29 oC voelen ze zich prettig [3 EN]. Als het langere tijd onder de 15 oC is, dan “slapen” ze in en stoten hun bloemen af [6]. In Midden- en Zuid-Europa worden de planten in de kas voorgetrokken en dan buiten uitgeplant. Noordelijker blijven ze in de kas.
In 2008-2009 hebben we (ook) Madame Jeanette geteeld; de zaailingen eerst in pot, overwinterd in huis en in 2009 in de kas in de volle grond.
Zaaien | Binnen, 12-16 oC, 8 tot 10 weken voor de IJsheiligen, dus begin maart. Zaai ½ – 1 cm diep, direct in kleine potjes. Kiemt binnen 10 dagen. Verplant naar grotere potten. |
Uitplanten | Het kan buiten, na de IJsheiligen. Ondanks de klimaatverandering is het in de Lage Landen beter de pepers in de kas te telen. Leidt de plant langs een steunstok of windt ‘m voorzichtig om een hangend touw, zoals bij tomaten. |
Oogst | Vanaf vruchtzetting tot oogst kan soms wel 130 dagen (4 maanden) duren. Pepers kunnen groen (onrijp) en rood worden geoogst, dat dan weer wel. Oogst de pepers met het steeltje. |
Houdt de onderkant (30 cm) van de plant kaal. Snoei licht en dan gaat de peper vertakken. Tegen het einde van het seizoen de bloemen weghalen en pepers die toch niets meer worden wegnemen. Bij paprika’s speelt een goede snoei een grotere rol, is onze ervaring.
Plantafstand
50 cm voor de hoge varianten; 30 cm voor de lage struiken.
Bodem & standplaats
Humusrijke, voedselrijke grond. Licht zuur, een pH 5.5 tot 6.5 is ideaal. Als je ze dan toch buiten wil zetten: dan warm en volle zon. Zelfs onder ideale omstandigheden kan de groei en vruchtzetting onregelmatig zijn.
In 2009 stonden de peperplanten bij ons in de kas in een te beschaduwde hoek en viel de oogst dus tegen.
Bemesting
Werk compost of oude stalmest door de grond. Dit bevordert niet alleen de vruchtbaarheid van de grond maar houdt ook, in zandgrond, het vocht vast.
Water
Vochtig, maar niet nat. Geef dus regelmatig water, net als komkommers en aubergines, zeker als de vruchten zijn gevormd.
Rassen
Te veel om op te noemen. [2] noemt o.a. Spaanse Lange Rode (scherp), Westlandse Lange Rode (heeft steun nodig); Amando (rijke oogst).
Zaadteelt
Het zijn in principe zelfbestuivers, maar de grote bloemen maken het ook gevoelig voor kruisbestuiving [7]. Dus als je meerdere soorten teelt, weet je niet wat u volgend jaar krijgt. Misschien wel een nieuwe cultivar.
Makkelijk. Bewaar zaad van rijpe pepers. Houdt er rekening mee dat het zaad ‘slaapt’. In de tropen is het een vaste plant. Als de vrucht aan het eind van het seizoen rijp is, wil het niet snel daarop kiemen en gaan groeien. Het houdt het zich een tijdje koest – je kunt zeggen: tot het nieuwe groeiseizoen.
Ziekten en belagers
Over het algemeen is het een makkelijke plant. Maar de pepers behoren tot de familie van de Solanums, w.o. ook de aardappel en tomaat. Dus phytophtora behoort tot de mogelijkheden, als het koud en vochtig is. (Zorg elk jaar voor een verse bovenlaag grond in de kas.) [2] voegt hier grijsrot (botrytis) aan toe. Een te hoge luchtvochtigheid en wondjes of beschadigingen aan de plant kunnen tot een aanval van deze rottende schimmel leiden. Of beter: het is schimmel op rot.
Verder: meeldauw kan ook optreden, maar eerder bij de tomaten dan bij de pepers, is onze ervaring. En dan hebben we nog de bladluis, begoniamijt, witte vlieg (laten suikers achter op het blad, waarop roetdauwschimmel ontstaat dat de assimilatie minder maakt), mineervlieg, rupsen (met name Turkse uil en groente-uiltje), spint, trips, wantsen en een zwik schimmels als de eerder genoemde phytophthora en botrytis, fusarium, kurkwortel, pythium (alleen als de omstandigheden voor de plant niet okay zijn: te nat, te droog) [11].
Je zou bijna geen peper of paprika meer durven telen. Maar gelukkig gaat het heel vaak goed.
Literatuur: [1] Peppers, the domesticated Capsicums, Jean Andrews, 1995; [2] The Times concise atlas of world history, 1982; [3] Wikipedia NL/DE/EN/FR 05-2024; [4] Paprika: A Spicy Memoir from Hungary, Joanne Sasvari, 2006; [5] Nutzpflanzen, 8e druk, 2012; [6] Das große Biogarten-Buch, Arche Noah, 2013; [7] Das Lexikon der alten Gemüsesorten, Arche Noah, 2014; [8] Peppers, vegetable and spice capsicums, CABI, 2012; [9] Deutschlandfunk Kultur, Der Stolz einer Nation, 2014; [10] Comparison of Farmers’ Market and Supermarket Produce: Tomatoes and Bell Peppers, Journal of Food Science, vol. 44, 1979; [11] Teelt van paprika, Proefstation voor tuinbouw onder glas te Naaldwijk, maart 1987; [12] Teelt van paprika onder glas, J. Govers, 1966; [13] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [14] Ajíes Peruanos, Sazón para El Mundo, 2009; [15] Cornucopia; [16] Vegetables of South-East Asia, G.A.C. Herklots, 1972; [17] Spicemad.com/rocoto peppers 09-05-2024; [18] Les Plantes Potagères et La Culture Maraichère, Ernest Berger, 1803; [19] USDA National Nutrient Database for Standard Reference; [20] Der kleine Souci – Lebensmitteltabelle für die Praxis, 6e druk, 2023; [21] Origine des plantes cultivées, Alphonse de Candolle, 1885; [22] Pepper Crop under Climate Change: Grafting as an Environmental Friendly Strategy, Itech Open Science, maart 2018; [23] Capsicum – an abbreviated compendium, Journal of the American Society for Horticultural Science, januari 2019; [24] https://www.worldstopexports.com/; [25] Tridge, fresh bell-pepper 12-05-2024; [26] Food Plants of the World; [27] Handboek Ecologisch Tuinieren; [28] Planten voor Dagelijks Gebruik; [29] Groente & Fruit Encyclopedie; [30] The Vegetable Gardener’s Bible; [31] HDRA Encyclopedia of Organic Gardening; [32] Thomas Eikelenboom, per e-mail d.d. 3 februari 2016 v.w.b. bewaren zelfgemaakte sambal.
Kan t blad vd peperplant gegeten worden? Is dit etelblad?
Als het de “normale” rode peper is, van de capsium familie, wel. Koken en eten!