Zuring, brave hendrik, kardoen, olijfkomkommer, haverwortel, palmkool, aardpeer. Veel groenten in de vergetelheid geraakt en andere zijn op smaak en formaat gemanipuleerd. Met dat laatste bedoelen we bijvoorbeeld de zure zuring, het bittere spruitje, de bittere witlof. En wat de spruitjes betreft: ze zijn ten behoeve van het makkelijk oogsten in de intensieve landbouw heden ten dage ook nog eens van min of meer gelijk formaat.
Vroeger hadden onze ouders of grootouders een moestuin bij het huis. Dat was vaak bittere noodzaak. En daar verbouwden ze groenterassen die al jaren in de familie waren of die ze van een buurman gekregen. Het was plukken of rooien en hup de pan in. Van een deel werd het zaad voor volgend jaar geoogst.
Door de toegenomen welvaart is de moestuin alleen nog iets voor de liefhebber. De meeste mensen doen nu hun inkopen bij de supermarkt of de groentenboer. Dan spelen factoren als houdbaarheid, de prijs en (voor de boer) de opbrengst per vierkante meter een rol. Het gevolg is dat het winkelaanbod maar schraal is vergeleken met wat er in een moestuin staat. Als burger willen we kwaliteit, maar als consument kiezen we vaak de goedkoopste producten.
Armoede
Smaak
En ook al is er nauwelijks smaakverschil, het is dan nog steeds leuk om de soms nog niet eens zo oude groenterassen in de moestuin te hebben. Voor de biodiversiteit. Het maakt onze gasten ervan bewust dat een peen van nature niet oranje is. Of dat een biet lang niet altijd donkerrood hoeft te zijn.
Tweedeling
Waarschuwing
Ik was ooit lid van Het Genootschap der Vergeten Groenten, het initiatief van Jac Nijskens en Ton Vreeken. In 2004 heb ik het inmiddels al weer ter ziele gegane blad Vergeten Groenten van de grond getrokken. En mijn laatste actie voor het genootschap was op KunsthalKOOKT! staan. Een ontzettend leuke beurs.
Het succes van de aandacht voor vergeten groenten kent echter ook een keerzijde: diverse groenten die als ‘vergeten’ worden aangeduid, zijn geen groenten die door onze voorouders in De Lage Landen werden gegeten. Te pas en te onpas worden buitenlandse groenten van een Nederlandse naam voorzien en als ‘vergeten groente’ op de markt gebracht (of het zaad ervan). Ronduit tenenkrommend was de aankondiging van een journaalonderwerp over het Feest der Vergeten Groenten: “Wie kent hem nog, de truffelaardappel?” sprak Philip Freriks op gedragen toon. Nou, weinigen; nu niet en vroeger niet. Want de vitelotte noir was geen gangbare Nederlandse aardappel. Wel Frans.