Je komt het te pas en te onpas tegen. Iedereen lijkt het erover te hebben: mulchen. Maar wat is het en hoe doe je het? Frank Anrijs schreef er een boek over, waarin het helder wordt uitgelegd.
Wij hebben Frank Anrijs hoog zitten. Hij bedrijft permacultuur maar blijft ook met zijn beide benen op de grond staan. Hij, zijn familie, is bekend van Yggdrasil, dat kortweg levenskracht betekent. Dit citaat vat kort samen waar het bij mulchen om gaat:
“Laten we eens kijken hoe het er in de natuur aan toe gaat. De bodem is altijd bedekt, er is nergens een vrije bodem. En je ziet ook nooit iemand rondlopen met een zak meststof. Af en toe zal er wel eens een paard of een hert een grote boodschap achterlaten, maar dat is maar beperkt in hoeveelheid. Toch groeit en bloeit alles uitbundig en massaal.”
Wij worstelen met het thema mulchen. Het begrip wordt vaak, in diverse boeken en websites gebruikt, zonder nadere uitleg. Alsof het volkomen en alom bekend is. Niet dus. Anders zou dit boek niet zijn verschenen.
Sommige mensen leggen platen karton over een veld en noemen dat mulch. Wij leggen wel eens vers afgemaaid gras tussen de moestuingewassen, maar nooit centimeters dik. We laten gewiede kruiden doorgaans liggen. En we geven een aantal bedden aan het begin van het jaar een nieuwe laag compost, tot wel 5 cm dik. Is dat mulchen?
Dit boek telt krap tweehonderd pagina’s en behandelt het fenomeen mulchen vanuit diverse gezichtspunten. Anrijs is een man van de praktijk. Het bevat daarom veel uitleg en praktische foto’s. Al met al een aangenaam te lezen en leerzaam boek. Vanaf nu weet je wat mulchen is. “Begin zelf via deze praktische handleiding” staat op de omslag van het boek. Wat let je? Wij zijn in elk geval wijzer geworden.
Titel | Mulchen in de natuurlijke moestuin |
Van | Frank Anrijs |
Uitgever | YGGDRASIL |
ISBN | 978 90 8298 9823 |
Verschenen | 12 augustus 2022 |
Prijs | € 24,95 |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Maartje zei tegen mij, toen ze het boek snel, diagonaal lezend, had doorgenomen: “Het had met een kwart van het aantal bladzijden kunnen volstaan.” Ik moet zeggen dat ze gelijk heeft. Er staan erg veel foto’s in, dat is natuurlijk fijn, het verluchtigt immers de materie, maar veel zijn niet essentieel. En Frank kan wat uitvoerig van stof zijn. Het is niet onaardig om te lezen, maar schrijven is ook schrappen.
Het andere boek dat we zeer onlangs bespraken, ‘Leve de bodem!‘, is breder georiënteerd en bevat meer onderzoeksgegevens. Mulch is in dat boek een facet. En daarom is ‘Mulchen in de natuurlijke moestuin’ een welkome aanvulling is op ‘Leve de bodem!‘.
Het is al met al een aangenaam boek dat alle vragen beantwoordt. De belangrijkste vraag is natuurlijk: Wat is mulch? Anrijs geeft in zijn boek eerst twee definities die het volgens hem niet zijn, en dan zijn eigen (derde):
“Mulch kan elk organisch materiaal zijn dat op de bodem wordt gelegd om vocht vast te houden, de bodem te isoleren en te beschermen, planten te beschermen of onkruid te onderdrukken. Een goedwerkende mulch heeft drie basiseigenschappen. De mulch moet (1) voldoende los en open zijn om water en lucht door te laten, (2) compact genoeg om onkruidgroei te verhinderen of te voorkomen en (3) geschikt als voedsel voor het bodemleven.”
Dus geen plastic worteldoek, dat je vaak gebruikt ziet met ingesneden kruisen waarin planten staan. En dus ook geen dik tapijt of vloerkleed. En voor de rest? Opengesneden kartonnen dozen, plakken hooi, herfstblad van bomen, blad van smeerwortel Bocking-14, houtsnippers (daar zeggen we hierna iets over), compost, enzovoorts. Mest raadt Anrijs af, omdat daar zaden in kunnen zitten maar ook, vooral bij paardenmest, veel medicijnresten. En stalmest is een mix met stro. En stro, dat is niet zo jofel. (Wij hebben stroloze biologische varkensmest, zonder medicijnresten. Pure poep. Mag dat wel?)
Houtsnippers en groencompost
‘Geen compost, maar groencompost!’ luidt de kop van een paragraaf. Groencompost is grotendeels houtsnippers, versnipperde stronken en snoeisel van hagen, aldus Anrijs. In composttermen: overwegend bruin. “Groencompost bevat minder stikstof en er zitten nog kleine stukjes grof materiaal in.”
Elders in het boek zegt Anrijs dat houtsnippers het onkruid goed tegenhouden.
Toen wij onze Eetbare Siertuin aanlegden zijn veel van de bestaande, ongeschikte bomen en heesters versnipperd. Veel taxus. De houtsnippers (inclusief loof) hebben we over de aarde verspreid. Iemand van het Louis Bolk Instituut keek (figuurlijk) van een afstandje mee. We leerden dat een laag houtsnippers voor de vertering veel stikstof uit de grond trekt, daardoor remt het de plantengroei. Dus je moet stikstof toevoegen. En voor een keertje mochten we, met zegen van Louis, stikstofrijke kunstmest over de snippers strooien.
Anrijs heeft dus gelijk dat een laag houtsnippers de ongewenste planten er goed onder houdt. En het zal ongetwijfeld geen bezwaar zijn om deze mulchlaag toe te passen op gronden waar bomen en heesters goed zijn gevestigd en diep geworteld. Maar wij zouden het niet snel toepassen op plekken waar wordt gezaaid en nieuw aangeplant.
Voor- en nadelen
Mulchen kent veel voordelen en uiteraard ook wat nadelen. Anrijs gaat daar uitgebreid op in. Een aardige is dat als je compost als mulch wilt gebruiken, het warme compost moet zijn (geweest). (Lees ‘Leve de bodem!’) Want anders zaai je met de mulchlaag meteen ongewenste kruiden. Uit het boek maken we op dat mulchen ook helpt tegen ongedierte als slakken en muizen. Wij vertrouwen ook op padden, egels, ringslagen en de roofvogels in onze directe omgeving. En niet in de laatste plaats op de kat Muis. die haar naam eer aandoet.
En ook dit boek kent, net als ‘Leve de bodem!’, met enige regelmaat intermezzo’s: verhalen van en gesprekken met collega moestuiniers.
Gebruik herfstblad
“Er blijkt namelijk een soort bacteriën in de bovenste laag van de bodem te zitten, juist onder de mulchlaag van blad, die stikstof uit de lucht kan opnemen en zo extra meststof en groeikracht aan de planten geeft.”
Deze bacteriën hebben voeding in de vorm van koolstof nodig, wat wordt gegeven door de mulchlaag. Dat is grandioze kennis. Je vraagt je af waarom er nog door boeren stikstofrijke kunstmest wordt uitgereden. En het stikstofprobleem kan dus zo snel worden opgelost. Op het Internet kunnen we veel vinden over bacteriën die stikstof vastleggen, dat is positief, maar niet zoals Anrijs het beschrijft. (Misschien zoek ik niet goed.) En ai, in de wetenschappelijke literatuur lezen we dat door klimaatverandering het blad vroeger valt en dat dit minder koolstof bevat.
“Loslaten en minder nadenken,” schrijft Anrijs. “Heb vertrouwen in je natuurlijke tuin.” Hij kan het weten.
Wanneer mulchen?
Met het voorgaande in gedachten, met het allereerste citaat – doe als de natuur – zou je zeggen: mulch in de herfst. De natuur laat haar blad immers in het najaar vallen. Moeten wij ook in de herfst mulchen? Ja. Maar we lezen dat we ook in de lente en zomer kunnen (en moeten) mulchen.
En hoe dan? Anrijs behandelt dat vanuit zijn eigen ervaringen en schroomt niet van zijn fouten in het verleden te spreken.
Een wijsheid geven we hier nog: Als je weinig mulchmateriaal hebt, is het niet verstandig dit over je hele terrein te verspreiden, want zo blijven onkruiden opkomen. Dus concentreer en een fikse laag.
Zaaien en planten
Voor ons is de gedachte aan het zaaien en uitplanten in aarde dat een dikke mulchlaag heeft, een grote drempel. Wij schuiven dan veel mulch weg of werken het even met een spitvork in de bovenste bodemlaag, zodat we minder ‘troep’ hebben. (Dat zal wel tegen alle permacultuurregels zijn, vrezen we.)
In een van de laatste hoofdstukken beschrijft Anrijs hoe je dat het beste kan doen. Heel veel foto’s en goede tips, die ons in elk geval over een drempel heen helpen. Hoofdstuk 8 geeft veel voorbeeldfoto’s.
Als het bij Anrijs goed gaat, moet het bij ons ook goed gaan.
Tenslotte
Het boek heet: Mulchen in de natuurlijke moestuin. Het is dus gericht op jou en jouw tuin. Anrijs’ verwijzingen naar de natuur zijn waar, maar gaan niet makkelijk op voor meer grootschalige landbouw. Anrijs brengt immers mulchmateriaal, voedingsstoffen, van buiten in zijn moestuin op. Dat is wat men ‘De Les van de (Drentse) Es’ noemt. Lees eens deze PDF.
Bedankt voor de recensie!
Het heeft mij nog wel nieuwsgierig gemaakt waarom mest met stro geen goed idee is. Verderop zie ik een foto met stro-mulch (en we hebben hier 3000 meter winterrogge staan als tijdelijke bedekking, die we nu als mulch willen gebruiken).
Het artikel over de les van de Drentse Es ben ik niet zo enthousiast over. Het is heel eenzijdig geschreven. Meneer Aarts doet schamper over de wetenschap dat ploegen slecht zou zijn en dat schimmels en bodemleven voor voeding zouden kunnen zorgen. Ik ben niet deskundig genoeg om dat op waarde te schatten, maar vind het wel zo netjes dat de “andere kant” na zo’n stellige verwerping gelegenheid krijgt daar op te reageren. Sowieso klopt zijn uitspraak dat deze ideeën na een jaar of vier zijn overgewaaid bepaald niet. De Amerikaanse wetenschapper Elaine Ingham bijvoorbeeld is hier al tientallen jaren mee bezig (ook in de praktijk bij zeer grote boerenbedrijven). Tot slot is zijn lofrede voor de ploeg een beetje tegenstrijdig met wat in jullie artikel staat over het wonder van het opslaan van CO2 d in de bodem. Bij ploegen komt dat namelijk weer vrij in de lucht.
(https://www.youtube.com/watch?v=ErMHR6Mc4Bk)
Mij gaat het om de hoofdzaak dat er niet eindeloos voedingsstoffen aan de bodem kunnen worden onttrokken. De natuurlijke manier van herstel is langzaam. En in vroeger tijden – dus ook toen in de Middeleeuwen in Nederland nog geen miljoen mensen woonden – werden ook al meststoffen aan akkerlanden toegevoegd. Heide afgeplagd, mest van dieren enz. Onze voorouders zouden dat niet doen als het herstel vrij vlot zou gaan. En niet overal was de grond rijk. Drenthe is een mooi voorbeeld van armere zandgrond.
Ik was op zoek naar de tekst van Henk Breman, die veel in Afrika voor landbouw heeft gedaan, en gevonden. Misschien is dit beter: De Les van de Drentse Es.
Dankjewel voor je reactie! Ik kan me helemaal vinden in je stelling dat we langzaam moeten herstellen. Al vind ik het soms lastig het snelle tempo van onze samenleving los te laten. Ook denk ik dat het goed is na te denken over de kringloop.
Qua bodemherstel ben ik nog zoekende. Ik heb zelf geen achtergrond op dit wetenschapsgebied (wat het artikel dat je me nastuurde vrij taaie kost maakt, dank voor het zoeken!). Wat niet mee helpt is dat verschillende wetenschappers totaal verschillende boodschappen uitdragen. Momenteel zijn wij ons aan het verdiepen in de kennis die het Soil food web uitdraagt (van de eerder genoemde Elaine Ingham). Daar wordt aangegeven dat onze grond eigenlijk geen gebrek aan voedingsstoffen heeft, maar een gebrek aan bodemleven om deze voedingsstoffen vrij te maken (1 zandkorrel zou bijvoorbeeld genoeg fosfaat bevatten voor een akker). Eén van de dingen die onze voorouders in Drenthe al deden, die mogelijk funest zijn voor dat bodemleven, is het gebruik van de ploeg. Horticulturalist of jager-verzamelaars samenlevingen zouden veel duurzamer zijn. Ik zag daarover ook een mooie lezing van Toby Hemmingway: https://www.youtube.com/watch?v=NekITv2bTRY “How permaculture can save humanity and the planet – But not cvilization”. Omdat ik het terug naar jagen-verzamelen niet zo zie zetten met de huidige wereldbevolking, heb ik op dit moment mijn hoop gevestigd op de horitculturalist manier van leven. Kleinschalig boeren met veel permanente planten. Volgens mij ook een beetje wat jullie (al langer) doen? Hopelijk zijn wij daarmee op de goede weg, maar ik hou mijn oren en ogen open voor tegensignalen. Zo, en nu ga ik weer even in de “De eetbare siertuin” verder lezen om te kijken welke planten er nog op mijn verlanglijstje komen deze winter 😉
(Dat betekent wel dat het Mulchboek nog even moet wachten, dus als je nog uitsluitsel kunt geven over het gebruik van onze winterroge/stro als mulch, hou ik me aanbevolen :))
Ik vond net een prachtig genuanceerde blog van Frank Anrijs over stro. Dus die vraag ook weer beantwoord. Fijne dag!