Leve de bodem!

We weten heel weinig van de bodem, wat er onder de grond gebeurt. Dat je voor je tuin een gezonde bodem moet hebben, zal niemand tegenspreken. Maar wat is dat, een gezonde bodem? En hoe bereik je dat? Daarover gaat dit geweldig informatieve boek.

Het is een diepgravend boek, gemaakt door deskundige auteurs: Anne Marie van Dam en Caroline de Vlaam. Diepgravend mag in dit geval worden gebruikt, hoewel de auteurs pleiten voor een zo min mogelijk graven in de grond. Maar je moet natuurlijk eerst weten wat je bodemstructuur is. Hoofdstukken met kennis, bespiegelingen en meetbare feiten worden afgewisseld met korte interviews met wetenschappers en andere mensen uit het veld.

Iedere moestuinier wil weten of hij een gezonde bodem heeft. Wij tenminste wel. Maar weten we het? Wij, wat nu De Tuinen van MergenMetz heet, zijn in 1998 begonnen op zo’n beetje de armste grond van Nederland, veel wit zand op een stuwwal. Maar door ons wisselteeltschema in de moestuin met bijbehorend bemestingsplan (compost en varkensmest) is het een fraaie aarde geworden. Vinden wij. Maar het kan beter. Altijd. En soms letten we niet op de verhouding bruin : groen bij het maken van compost, dat merken we dan in het gedrag van de planten in het daarop volgende jaar.

Maar de vraag is: Weten we werkelijk iets? Of doen we datgene waarvan we denken dat goed is? Het enige meetinstrument dat de gemiddelde (moes-)tuinier heeft is het welzijn van de planten. En misschien de constatering of er veel dan wel weinig wormen in de aarde zitten (maar ja, dan moet je spitten en dat verstoort weer het bodemleven). Dus we willen leren of het beter kan. En dit boek leert je meer over een goede en gezonde bodem en hoe dat te bereiken. Achtergronden en veel praktische tips. Het gevoel dat bij ons, na het lezen en doornemen, beklijft is: Dit is een gouden boek,

TitelLeve de Bodem!
VanAnne Marie van Dam & Caroline de Vlaam
UitgeverKNNV Uitgeverij
ISBN978 90 5011 8323
Verschenen8 maart 2022
Prijs€ 24,95
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.

Onwillekeurig moet in denken aan de Iglo-reclame voor Pizaa Crossa uit de jaren tachtig van de vorige eeuw: Het begint bij de bodem. “En als de bodem is lekkerder, de hele pizza is lekkerder.”

Het is wel curieus. Onlangs volgde “onze” Maartje van den Berg een voordracht van Gerlinde de Deyn, hoogleraar bodemecologie van de WUR. Kernboodschap was: “De bodem is het heelal. We kijken ernaar maar we begrijpen er nog bar weinig van.” En dan ligt hier een boek. Met veel know-how. De know-why, dat eigenlijk cruciaal is voor goed begrip, laat soms te wensen over. Maar dat kan ook niet anders. (En daarop doelde De Deyn.)

De eerste paar hoofdstukken (ongeveer de eerste helft van het boek) gaan over jou en jouw tuin. Dat wil zeggen: Leer je eigen bodem kennen. Het boek behandelt alle bodemtypen; jij, lezer, bent alleen geïnteresseerd in jouw grond, kunnen we ons voorstellen. Nu kunnen er boekjes over veengrond, kleigrond, zandgrond et cetera worden geschreven. Maar dat is niet handig. Hier staat alles en jij pikt eruit op wat voor jou geldt.

Ken je bodem

Stap 1 is dat je je eigen grond moet leren kennen. We krijgen uitleg over indicatorplanten, over de samenstelling van de aarde (zand, leem, klei e.d.), grondsoorten en de verzakkingen van veengronden. Want die bestaan dankzij de nattigheid. Dus als het waterschap de grondwaterstand verlaagt, dan zakt de grond. (Daar weten ze in de omgeving van Gouda alles van.)
En we kunnen op eenvoudige wijze nagaan wat de samenstelling van onze grond is door de proef thuis na te doen.
We lezen over structuur van de bodem, de doorlaatbaarheid van water, drainage, organische stof en wat dit doet voor het bodemleven.

Maar ook: verontreinigingen door zware metalen, olie, dioxines en pcb’s, pfas (heel populair tegenwoordig) enzovoorts. En wat je ertegen kan doen. Onderzoek vooral de geschiedenis van je grondstuk. Een interview met Anton Roeloffzen, expert bodemverontreiniging, is verhelderend.

3000 kg/ha bodemleven

Stap 2 is bodemleven. “In een handje grond kunnen wel een miljard of meer micro-organismen leven.” En nu komt het: “In de bovenste 25 cm van een hectare vormen ze tezamen zo’n 3000 kg lichaamsgewicht.” Kortom: Je ziet het niet, maar er zit veel leven in de grond. In het boek maken we kennis met allerlei gedierte en wat hun bijdrage aan de bodem is. Opmerkelijk is dat er ogenschijnlijk drie dezelfde wormen op een bladzijde staan. Ogen-schijnlijk. Want let jij wel eens op de verschillen tussen wormen? Ik niet. Vanaf nu wel.

“Regenwormen zijn pendelaars. Ze trekken organische resten hun min of meer permanente gangen in en zorgen zo voor toename van organische stof in de bodem. Ze hebben dus iets van een strooisellaag nodig.”

Dat betekent: meer mulchen. Maar er zijn ook grondeters. Wormen die zich op 25 cm diepte voortbewegen en zo ook organisch materiaal verslepen en zo ook de grond luchtig en doorlaatbaar houden. En er is nog veel meer, zoals schimmels die organisch materiaal afbreken, de mycorrhiza, verteerders (bacteriën), grazers en jagers, stikstofbinders en meer.

En hoe zit dat in je eigen tuin? In het boek staan praktische tips. En op bladzijde 55 zeven basisvoorwaarden, zo zouden we het noemen. Zoals ‘houd de grond los’ en ‘houd de grond bedekt’ en nog vijf 😊

Aan de slag

Stap 3: nu zelf. Hoe ga je aan de slag, wat kan je doen, wat moet je doen. Heb je sterk verdichte grond omdat er in het verleden regimenten landbouwvoertuigen of vrachtverkeer over zijn gereden? Of zit je op veengrond die bij wijze van spreken onder je voeten wegzakt? Of, zoals wij, op een enorme laag wit zand? Of klei. Klei klinkt zo mooi, maar we hebben veel bezoekers van onze tuinen die hoofdschuddend vertellen hoe veel moeite ze hebben met keiharde klei in warme, droge tijden. En als de klei nat is, is het ook niet veel beter. ‘Onhandelbare klei’ heet dan ook de paragraaf die we in het boek opslaan.

En het gaat over te arme grond of te rijke grond. Waar ‘te’ voor staat is nooit goed. Je vindt hier zeker goede tips om van jouw grond betere, handelbare, vruchtbare grond te maken. Het is zeker niet minder boeiend om over andere gronden te lezen. Zo van “gelukkig heb ik geen slecht drainerende grond” want dan moet je ook aan de slag. Met drainagebuizen, bijvoorbeeld. Hoe je dat doet? Ook dat staat in het boek.

Want sowieso een goede tip is, ongeacht de bodem, is om onder een terras, of gewoon ergens in de grond, een waterberging aan te leggen waarin regenwater wordt opgeslagen. We hebben met perioden van hitte en droogte te maken en met heftige stortbuien. En altijd voldoende schoon drinkwater staat vaker ter discussie.

Ongewenste planten

Onze zevenbladakker in het vroege voorjaar

De paragraaf over ‘Ongewenste planten’ is, ongeacht je grondsoort, sowieso zeer lezenswaardig. Wat kan je doen? Uitgraven? Uitputten? Afdekken? Onderwerken? Onder water zetten? Groeiomstandigheden veranderen? Wegconcurreren (tegen zevenblad, bijvoorbeeld) en dan? Met welke planten? Het heeft allemaal voordelen. En nadelen. En misschien is gewoon accepteren wel het beste. In onze Eetbare Siertuin hebben we een ‘zevenbladakker’, We hebben wel een harde grens getrokken: tot de boom en niet verder.

Zorgen voor de grond

In meer thematische hoofdstukken die nu volgen gaan de auteurs onder andere in op losse grond, het juiste gereedschap – Riek, spitvork of wroetvork? Spade of bats? – en hoe daarmee om te gaan. En, vrij cruciaal, watervoorziening: zorgen voor genoeg vocht in de bodem. Wij vangen regenwater van het dak van de kas op in een m3 container – het heet IBC-vat. Van daar staat het, door middel van een ingegraven zweetslang, het vocht af in de aarde in de kas. In het boek staat een soortgelijk voorbeeld.

Compost eren

wel en niet op de composthoop

En dan: Hoofdstuk 6: Composteren! En mulchen! De auteurs gaan behoorlijk diep op de materie in. Waarom groen en bruin in de juiste verhouding op de composthoop? Koud en warm composteren. Bij warm worden allerlei kiemen gedood, maar zijn er ook geen beestjes (wormen) die helpen. Wat kies je? En wat doet mulchen? En met welke materialen kan je dat het beste doen?

Dit vinden wij een uiterst leerzaam hoofdstuk. We hebben drie m3 bakken van gebruikte pallets en vier compostvaten waar we de rijpe compost in overdoen voor opslag. We hebben geen composttrommel. Die staat al jaren op onze verlanglijst.

Erg leuk is de kiemproef (op pagina 117) om de rijpheid van de compost te testen.

Bladaarde, wormenhotel (binnen op het aanrecht of buiten? Logies met ontbijt?), bokashi, noem maar op. Tijdens ons laatste Sint Jan-evenement bleek de wc-capaciteit aan de beperkte kant. Dus ja, we gaan onderzoeken of we een composttoilet in de tuin kunnen zetten. Of misschien laten we mannen over strobalen plassen, zoals ik het boek wordt gesuggereerd. Je kunt het zo gek niet bedenken of het staat er wel in.

Bemesten

En waar doen we het voor? Juist, om onze tuin te bemesten. Per bodemtype hoort een ander bemestingsgedrag. Op zandgrond is dat wezenlijk anders dan op vette klei. De auteurs gaan ook hier dieper op in: waarom bemesten en vooral hoe. De bodem kan tekorten bevatten van bijvoorbeeld stikstof, kalium, magnesium en andere voedingsstoffen. Dat kan je zien aan het blad van iets oudere planten (bijvoorbeeld: magnesiumgebrek zie je doordat de bladnerven groen blijven maar eromheen geel). Wat is het voordeel van groenbemesters? En dan de zuurgraad? Hoe beheers je die? Veel tabellen, veel advies. Hier worden we blij van.

Tenslotte

Aan het begin hadden we moeite met het boek. Leuk voor bodemkundigen, maar wij hebben zandgrond. zo schoot door het hoofd. Dus al die informatie over klei, veen en wat dan ook, daar hebben we niets aan. Als je iets breder bent georiënteerd en je wilt ook meer over de bodem weten, dan is het wel degelijk boeiend. Maar de grote waarde is wat daarna volgt. Een schat aan informatie voor iedereen. Als je tuin je lief is, zal je dit boek regelmatig opslaan om tips en ideeën op te duikelen.

Plaats een reactie