Zelden zo’n treffend boek gelezen. De auteur, Floris Alkemade, benadert op geheel eigen wijze de complexe vraagstukken waar Nederland – en de wereld – momenteel voor staan. Prettig leesbaar en rijkelijk voorzien van fraaie illustraties. Het zet aan tot denken en doen.
Als elke politicus nu eens dit boek zou lezen, wie weet worden er in het vervolg heldere, ferme besluiten genomen die getuigen van visie.
Je zou Alkemade kunnen verwijten dat hij in 122 bladzijden, waarbij ook veel illustraties, met olifantspoten door de thema’s stampt. Dat is niet zo. Hij kijkt er op zijn manier naar, confronteert en doet direct of indirect suggesties aan de hand. Dan is een breedvoerige wetenschappelijke beschouwing niet noodzakelijk. Het boek had zo een boeiende lezing van een paar uur kunnen zijn.
Het meest belangrijke gegeven is, is dat Nederland een koopmansland is. Geld, handel en ‘het nu’ speelt de boventoon. Visie hebben is iets voor de langere termijn en een overheid die harde besluiten durft te nemen heeft dit land zelden of nooit gehad. We hoeven alleen maar te refereren aan onze aardgaswinsten. Er is weinig tot niets gereserveerd voor de tijd erna. En nu moeten we omschakelen naar groene, duurzame energie, naar stikstofreductie en wat te denken van bouwen en wonen? We rommelen maar wat aan.
Vernieuwing tot iets beters
Maar hoe lang houden we dat vol? Wij bevinden ons in de Lévy-vlucht: we zijn zoekende naar de juiste weg om te overleven. Bij gebrek aan richting (visie) bepalen we na elke stap weer opnieuw welke stap we gaan nemen: hoe groot en in welke richting? Denken we er voldoende bij na? Kunnen we het overzien?
Het zijn leuke, leerzame parallellen die Alkemade trekt.
Zijn motto luidt in dit boek dan ook ‘renovatio in melius’ – fraai Latijn voor vernieuwing dat tot iets beters moet leiden. Zijn boek ‘De Toekomst van Nederland’ is een indringend, goed opgebouwde oproep tot verandering. Alkemade geeft handvatten, zijn stijl enthousiasmeert. Laten we wat doen, niet lullen maar poetsen. Veranderen maar dan wel ten goede!
Titel | De Toekomst van Nederland – De kunst van richting te veranderen |
Van | Floris Alkemade |
Uitgever | Uitgeverij Thoth |
ISBN | 978 90 6868 807 8 |
Verschenen | mei 2020 |
Prijs | € 16,95 (erg weinig geld voor waardevolle inhoud) |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Wie dit betrekkelijk kleine boek leest merkt dat de auteur breed is georiënteerd is. Floris Alkemade is goede kandidaat voor de quiz Twee voor Twaalf. Want of het nu de Griekse filosofen zijn, John Malkovich in zijn film Being John Malkovich of de hedendaagse dictators, Alkemade gebruikt ze om zijn punten te maken.
Het boek is in drie delen opgezet. De Verhalen die een basis vormen, De Beweging, die richtingen aangeeft en De Missing Link die meer over het hoe en wat gaat.
Zijn we sterk genoeg om in onze eigen tijd te leven? We leven met zijn allen op een grote aardkloot, maar ‘wij in Nederland’ zijn slechts een spatje. Wat kunnen we doen? Zien we alles wel goed? Of zijn we Percival Lowell die door zijn telescoop kanalen op Venus zag – dat later de weerspiegeling van de adertjes in zijn eigen netvlies bleek te zijn. In de Middeleeuwen verbeeldde men het betere leven in Hortus Conclusus – een ommuurde tuin, buiten het bereik van het kwaad. Wij als (moes-)tuiniers zijn het daar wel mee eens. In onze eigen tuin spelen we God.
Alkemade haalt thema’s uit de geschiedenis aan die draaien om het goede leven. Het is – eigenlijk niet verrassend – van alle tijden; vanuit deze verhalen kunnen we nieuwe stappen ondernemen.
Aarde, water, lucht en vuur
Aardig is de parallel die hij trekt met de vier elementen van Empedocles. We kennen ze wel: aarde, water, lucht en vuur. En dan moeten we de kwintessens van Aristoteles niet vergeten. Dit vijfde element zet de boel in beweging (tevens het tweede deel van dit boek).
We lezen dat Nederland in 1850 ongeveer 70% van het inkomen aan voedsel uitgaf, in 1970 was dat 25% en nu bungelt het rond de 11%. Het is zo veel mogelijk productie voor zo weinig mogelijk geld en dat betekent roofbouw op de aarde. Toeval of niet, de humusopbouw in de aarde is ook van belang voor de opvang van grotere waterhoeveelheden. De aarde als spons. Maar liefst 26% van Nederland – en dat is het Westen, de Randstad, leeft onder NAP.
(Voor het telen en vermeerderen van zaad van zeldzame groenten moesten we onlangs teeltgegevens invullen, waaronder de hoogte. Wij leven op 27,1652 meter boven NAP.)
Twaalfduizend sterfgevallen door slechte lucht
Over lucht valt genoeg te zeggen. Aan de slechte kwaliteit worden twaalfduizend vroegtijdige sterfgevallen per jaar toegerekend. “Amsterdammers sterven gemiddeld een jaar eerder dan inwoners in de rest van het land.” (Het aantal sterfgevallen dat op dit moment aan covid-19 wordt toegeschreven is nu 6.281, maar dat is ook te danken aan ‘de nieuwe normaal’ anders zou het veel hoger zijn. Doch de aantallen zeggen iets.)
Vuur is ons energiebeleid.
De vier stoffelijke Griekse elementen worden vertaald naar maatschappelijke componenten van vandaag. De burger aan de basis, dat is aarde. De markt is het water. Enzovoorts.
“De ecologische voetafdruk van een hond en zelfs van een kat is vergelijkbaar met die van een middenklasse auto.” Er zijn ca. 2,6 miljoen katten en 1,5 miljoen honden. Er zijn bijna 8,7 miljoen auto’s in Nederland, waarvan het merendeel middenklasse is.
Voor onze kleinkinderen
Bij De Beweging zien we, naast positieve aspecten, ook de destructieve beweging: de snelle afname van de biodiversiteit. Volgens Alkemade moet natuurherstel hand in hand gaan met meer duurzame landbouw. Dat lijkt niet iets nieuws, maar de wijze waarop Alkemade zijn betoog opbouwt is spannend.
Als we het over onze verantwoordelijkheid ten opzichte van de klimaatverandering hebben, zeggen we vaak dat we aan onze kleinkinderen moeten denken. Wij kunnen er vrij zeker van zijn dat als we er niet in slagen de wereldwijde temperatuurstijging binnen de perken te houden, onze kleinkinderen in de toekomst ook nog veel aan ons zullen terugdenken.
We kunnen de feiten noemen, terugkijken naar wat de geschiedenis, verbanden leggen, maar hoe gaan we veranderen? Want op dezelfde voet doorgaan kan niet.
Hier komt de Lévy-vlucht aan de orde. Er waren jager-verzamelaars naar een voor hen onbekend gebied verplaatst. Ze moesten weer gaan zoeken naar voedsel. Dat betekent dus een x tijd in een richting lopen en dan besluiten dat je misschien beter naar links kunt gaan.
Om te besluiten om van richting te veranderen moet je goed waarnemen, kennis en ervaring hebben.
“Het vermogen om van richting te veranderen zal nu ook bij ins een bepalende factor worden.” Dan denken we gelijk aan de hedendaagse maatschappij waarbij sociale media het niet eenvoudiger maken. Nederland heeft veertien miljoen bestuurders.
Voorbeeld van visieloos dwarrelen
In 2014 schaften wij de eVita aan, een cv-ketel die met behulp van een sterling motor van gas elektriciteit maakt en de restwarmte is voor verwarming. De Provincie verleende een forse subsidie, de besparing per jaar bedraagt in ons geval 1100 kg CO2 en enkele tientjes. Iets meer dan drie jaar later verhoogt de landelijke regering de gasprijs en verlaagt de elektriciteitsprijs. Remeha stopt de levering van de eVita en wij leggen er nu ruim honderd euro per jaar op toe. (Remeha heeft aangeboden de ketel te vervangen door een meer conventionele, wel met hoog rendement.)
Onze overheid moet maatschappelijk bewuster worden
Volgens Alkemade hebben we “een overheid [nodig] die zich minder als onderneming een meer maatschappelijk bewust opstelt […]” Dat sluit aan bij Michel Houellebecq die schreef – we citeren een citaat: ‘(….) een ras van veeltalige, opportunistische kooplui, die Nederlanders, het kan niet vaak genoeg gezegd worden. (…) Nederland is geen land, hooguit een onderneming.’ Dit en de woorden van Alkemade sluiten naadloos aan bij het boek Fantoomgroei.
Economische groei is maar de helft. Het rekent met de omzet van ondernemingen, alle maatschappelijke kosten, ook milieukosten en gezondheidseffecten, worden buiten beschouwing gelaten. Het komt hooguit een beetje naar voren als een bedrijf door deze ellende omzet maakt, bijvoorbeeld door de verkoop van mondkapjes.
Alkemade bewandelt in het laatste deel mogelijke oplossingsrichtingen voor de veelheid van problemen. Het is verfrissend hoe hij dit koppelt aan de inrichting – ook bouwkundig – van onze samenleving. Hij probeert vastgeroeste denkbeelden los te rammelen.
Wat te denken van het feit dat tweederde van het bruto nationaal product van Nederland buiten de Randstad met de grote steden wordt verdiend?
Het Middenland van Nederland is – in oppervlakte – vergelijkbaar met Grand Paris en Greater London.
We moeten anders kijken. Ja, het van richting veranderen wordt een hele kunst, maar het moet.
Het kan. Waar een wil is, is immers een weg.