Zeepkist speech Madelon Oostwoud

Op 22 juni 2019 was het voor de vierde keer het Sint Jan evenement bij MergenMetz. Min of meer nieuw was de zeepkist speech. Madelon Oostwoud viel de eer toe. Dit is haar betoog.

Zo’n tachtig mensen zaten in een cirkel onder de notenboom en luisterden naar Madelon

“Het is een eer om hier te staan! Deze Eetbare Siertuin is toch een beetje Holy Grounds voor iedereen die zich voor het eetbare interesseert én graag een mooie tuin ziet. Dank aan Norbert en Marijke voor de uitnodiging, het organiseren van dit feest en alles wat jullie ondernemen in en rondom MergenMetz.”

“Een Eetbare Siertuin is een tuin met een extra dimensie, diepere lagen, lagen van extra betekenis. Ik hoef het u niet te vertellen, u ziet het rondom u: lekkere groenten, mooi fruit en prachtige kruiden! Voor het grijpen naast de keukendeur, dagelijks onder handbereik.”

“Eetbare planten, dat ziet u hier, maken een tuin pas echt mooi. Dat zit zonder twijfel in de extra dimensie, dat je de plant mee naar binnen neemt en in de keuken gebruikt. Natuurlijk zetten we geen schalen vol eetbare bloemen op tafel. Het gaat bij bloemen meestal om een accent, decoratie.”


Hype? In?

“Laten we het maar even heel kort en eerlijk zeggen: Eetbare planten zijn ‘in’. Je denkt dan al snel aan:
Moestuinieren Dat kan lang niet iedereen en het kan ook lang niet in iedere tuin.
Wildplukken Je moet wel weten wát je kunt plukken en wáár je kunt plukken. En toestemming vragen aan de eigenaar.
Mijn wilde plukvriendin Elsje Bruijnesteijn maakt de lekkerste dingen en de mooiste foto’s van alles dat eetbaar is in de wilde natuur. Als je eens met haar bent meegelopen ziet de wereld er heel anders uit.”


Dorp
“Ik groeide op in midden Nederland, waar voornamelijk rododendrons groeien en waar iedereen zegt dat de grond zo zuur is dat er verder weinig kán groeien. De mensen hebben niet in de gaten dat hun bodem met al die rododendron zuurder en zuurder worden. Men heeft het wel altijd druk met de tuin: grasmaaien, mos ferticuteren. Ik kweekte er Lathyrus, maar dat had ik net zo goed kunnen laten J. Ik zou de mensen in mijn dorp willen inspireren “Make meadows, not lawns”, maar de liefde voor gras zit er heel, heel diep.” 


Mijn eigen tuin
“Ik tuinier dit jaar dertig jaar op hetzelfde kleine lapje grond in de binnenstad van Amsterdam. Eigenlijk is het een binnenplaats, die we vermomd hebben als tuin. Ik kreeg er steeds meer plezier in eetbare vaste planten, en toen permacultuur, permanente cultuur op mijn weg kwam, vielen alle puzzelstukjes in elkaar. In het kort: het ontwerpen van je leefomgeving op een manier die ecologisch duurzaam en economisch stabiel is en waarin mens, dier en natuur even hoog worden ingeschat.”  


De boeken die ik schreef
“Ik schreef twee boeken over eetbare planten en wildplukken op eigen perceel: ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’ en ‘Voedselbos‘. De basis van beide boeken is de theorie van permacultuur. Daarbij wordt uitgegaan van vaste planten, meerjarigen. Overblijvers dus; fruitbomen, kruidenplanten, bessenstruiken, zelfzaaiende bloemen. Planten waar je jaar in jaar uit plezier van hebt. Die zijn winterhard, en nee, dat is niet hetzelfde als wintergroen.”


Cottagetuin
“Wist u dat de vroegere Engelse cottagetuinen (de echte keuterboerentuintjes) vól stonden met kruiden, fruit, eetbare bloemen en vaste groenten? Het permacultuur-gedachtengoed is dus allesbehalve nieuw. We zijn het alleen kwijtgeraakt. Wat wij hier om ons heen zien, door Norbert en Marijke gecreëerd, is een échte cottagetuin: alles dat hier groeit, gaat zo, whoop, naar de keuken! En alle inspiratie en de kennis wordt gedeeld, niet alleen vandaag.”


Permacultuur
“Wat permacultuur is hoef ik u, denk ik, niet uit te leggen. Wel wil ik nogmaals benadrukken dat de permacultuurtuin wordt gekenmerkt door diversiteit. Diversiteit aan planten, dieren en vandaag ook mensen 🙂 Een dergelijke uitbundige tuin straalt het gevoel van overvloed uit en voorziet niet alleen in voedsel voor de mens – er is ook nectar voor insecten, zaden voor vogels en de dichte beplanting biedt schuilplekken aan allerlei kleine dieren als padden. Diversiteit in beplanting leidt tot diversiteit in diersoorten Er komt in de loop van de jaren steeds minder onkruid en steeds meer leven. De 3920 bezoekers van mijn tuin tijdens de Open Tuin Dagen Amsterdam afgelopen weekeinde hebben weer met hun ogen staan knipperen. Geen slakken, geen luizen. Wel vogels, mieren, pissebedden, wormen, huisjesslakken, vlinders, wilde bijen en hommels en nog veel meer dat ik niet zie 🙂 “


Vaste planten, eenvoudig tuinieren
“Tuinieren met vaste eetbare planten is niet ingewikkeld. Zonminnaars moeten in de zon, schaduwminnaars in de schaduw. Zonminnaars zijn alle planten met bloemen die op een zon lijken en de mediterrane planten. Alle andere planten kunnen prima in minder zonnige omstandigheden groeien. Taco Blom, mijn docent, maakt het nog eenvoudiger: alle eetbare planten zijn bosrandplanten en die groeien goed in gefilterd licht/halfschaduw. En als een plant het ergens niet doet, wat altijd kan gebeuren, verzet ‘m dan. De plant, niet de docent.”


Grondsoort
“Over de grondsoort wordt altijd gedoe gemaakt. Maar bij het samenstellen van de plantenlijst van mijn boek kwamen mijn uitgever, de redactie en ik tot een bijzondere ontdekking: de grondsoort van voorkeur van vaste eetbare planten is bijna altijd neutraal. Alleen bessen willen graag zure grond. Welke specialisten ik ook raadpleegde, de uitkomst was hetzelfde. Probeert u het maar.”


We gaan naar de afronding van dit praatje
“Waarom zou u een eetbare siertuin aanleggen? Het is mooi, tijdbesparend, voor kleine en voor grote oppervlaktes, gezond, goed voor bijen, beestjes en bodemleven en goed voor het milieu.

Heel hartelijk dank voor uw aandacht en nog een heel fijne dag hier op het St.Jansfeest bij MergenMetz.”


Vraag uit het publiek: Weet je een paar groenblijvende eetbare planten?
Antwoorden van verschillende kanten: Jasmijn (Jasminum officinale), Chileense guave + variant Braziliaanse guave, Laurier (Laurus nobilus) , Japanse wol-mispel, Olijfwilg ( zilverbes), rozemarijn, lavendel, Tijm. En er zijn enkele braamsoorten die hun blad niet verliezen.

Vraag uit het publiek: wat doe je tegen akkerwinde (pispotje)
Antwoord: Ik weet niet wat u daartegen zou kunnen doen. Ik heb het op een perceel en laat het groeien. Het sterft immers in de winter af. Ik heb aan Taco Blom, mijn docent gevraagd, wat ik tegen akkerwinde (of ermee) kan doen en hij zei mij: “het houdt een keer op”. Het geeft verstoorde grond aan. Dus de grond met rust laten.
Anthonetta: Het is een ramp, net als zevenblad. Ik trek het weg.
Madelon: Zevenblad laat ik staan en geef ik compost, héél veel compost. Het wordt dan steeds minder, net als de heermoes op een ander perceel, waar ik nu drie jaar bezig ben.

Plaats een reactie