Een nieuwe lente voor de verfplanten

In het voorjaar van 2020 plantten we vijftien soorten verfplanten in een apart gedeelte van onze tuin. Deels zelf opgekweekt uit zaad, deels gekocht. En nummer zestien staat bij de vijver. Alles kwam prachtig tot groei en bloei. Maar hoe staat het er nu mee?

Het linker deel van verfplantentuin, begin mei 2021. Te zien zijn onder andere Citroenkruid (Artemisia abrotanum), Echte guldenroede (Solidago virgaurea), Galium verum (Echt of Geel walstro), Westerse karmozijnbes (Phytolacca americana), en Wede (Isatis tinctoria). Eigen foto.

We hebben lang gewacht met het schrijven van dit nieuwe bericht, omdat het voorjaar zo laat op gang kwam in de tuin. Veel planten lieten op zich wachten. Maar dat is voorbij en we zien nu heel goed hoe het er voor staat. Goed dus 🙂

Zaadwinning

Eind 2020 hebben we van een aantal verfplanten zelf zaad gewonnen. Nu kunnen we ze weer zelf opkweken en aan geïnteresseerden verkopen. De Wede (Isatis tinctoria) nam het voortouw: die heeft zich namelijk enorm uitgezaaid. De planten van vorig jaar zijn er ook nog. Dat is fijn, want de gevestigde planten bloeien al vroeg. En ook het zaad dat wij zelf hadden gewonnen kiemde enorm goed. Zo goed, dat we nu een overschot hebben aan schattige baby-Wede.

Het saffloer-zaad (Carthamus tinctorius) dat we zelf verzamelden is ook goed gekiemd. Deze eenjarige heeft zich niet uitgezaaid in de tuin. De zaden zaten ook wel heel stevig verankerd in heel stekelige doppen. Het was best een rotklusje om dat eruit te peuteren.

Tenslotte de meisjesogen (Coreopsis tinctoria); die blijken zichzelf ook flink te hebben uitgezaaid. En ook voor deze hebben we succesvol nieuwe plantjes opgekweekt.

Close-up van bijna bloeiende wede. Eigen foto.

Stekken

Het Citroenkruid (Artemisia abrotanum), dat in onze streken meestal niet tot bloei schijnt te komen, hebben we gestekt. Omdat we dat voor deze plant niet eerder hebben gedaan, probeerden we het op twee manieren:
Een eerste setje stekjes zetten we in de kas in een vaasje met water, om worteltjes te vormen. Dat ging uitstekend. Toen er voldoende wortels waren gevormd, hebben we ze in kleine potjes geplant.
Een ander setje stekjes zetten we rechtstreeks in potjes met vochtige potgrond. En ook die doen het uitstekend. Geen moeilijk te stekken plant dus. Binnenkort, als ze genoeg doorworteld zijn, zetten we ze in onze webwinkel . Overigens wordt deze Artemisia abrotanum ook wel Cola-plant genoemd. Als je er langs loopt en de blaadjes kneust weet je meteen waarom.

Kwijt?

Reseda luteola aan de bosrand – foto: 4028mdk09, Commons Wikipedia

Een plant, de Wouw (Reseda luteola), was ik kwijt. Het is een vaste plant, maar vreemd genoeg leek ze dit jaar niet te zijn teruggekomen. Echter, een beetje geduld en vooral niet teveel ‘onkruid’ wieden, leverde een verrassing op: een groot aantal zaailingen blijkt zich achter en naast de plek te bevinden waar vorig jaar de Wouw stond. Geweldig!
Dus die zaailingen zijn voorzichtig verplaatst, terug op hun oude stek. En nu maar hopen dat het aanslaat. Vreemd genoeg is de wilde nicht van de Wouw, de Wilde reseda (Reseda lutea – ik blijf ze maar door elkaar halen) wel keurig teruggekomen. Die bloeit nu bijna. Misschien dat die toch iets minder last heeft van onze arme en droge grond?

Echt kwijt

Overigens, er is ook een plant die echt kwijt is, of in ieder geval lijkt op het moment dat ik dit schrijf. Dat is de Meekrap (Rubia tinctoria). Nummer 16, die we bij onze vijver hadden geplant. Meekrap houdt van vette, natte grond – het werd niet voor niets eeuwenlang geteeld op de Zeeuwse kleigronden. Dus we wisten tevoren dat het op onze arme zandgrond een moeilijk verhaal zou worden. Toch deden de planten het vorig jaar prima, alleen zijn ze dus nog niet teruggekomen. We hadden nog een plantje over in een pot, die heb ik nu weer op een andere plek bij de vijver neergezet. Wordt vervolgd…..

Alles komt goed

Bijna alle planten in onze verfplantentuin lijken zich te hebben gevestigd. Een succes dat natuurlijk ook voor een groot deel te wijten is aan een goed doordacht ontwerp – geen planten kiezen die niet geschikt zijn voor de omstandigheden in onze tuin – behalve dan die Meekrap 🙂
Inmiddels hebben we ook alweer de nodige eenjarigen geplant, natuurlijk Goudsbloemen (Calendula officinalis) maar ook Saffloer. Daarvan ga ik meer planten dan vorig jaar; ik ben ondertussen groot fan van deze mooie distel-achtige geworden. Misschien dat we dan genoeg zaad kunnen winnen om het ook in ons assortiment op te nemen; de plantjes hebben een lange penwortel en zijn niet goed bestand tegen verplanten.

En verder… gewoon goed in de gaten houden en verzorgen. Voor wat betreft de Echte guldenroede (Solidago virgaurea) heb ik goede hoop dat we daar misschien dit jaar al wat van kunnen oogsten, omdat die zulke prachtige planten heeft gevormd. En dan kan het verven beginnen!

Het rechter deel van de verfplantentuin. Te zien o.a. Verfbrem (Genista tinctoria), Ossentong (Anchusa officinalis), Borstelkrans (Clinopodium vulgare), Wede (Isatis tinctoria) en Gele of Verfkamille (Anthemis tinctoria). En op de voorgrond Wilde reseda (Reseda lutea). Eigen foto.

2 gedachten over “Een nieuwe lente voor de verfplanten”

    • Hoi Hedwig, dankjewel! Meekrap wil bij ons niet echt, dus ik had dat eigenlijk opgegeven… Maar ik zou wel heel graag n keertje bij jou komen kijken als dat kan. En misschien zijn er nog wel andere plantjes te ruilen, dat is altijd een goed idee natuurlijk!

      Beantwoorden

Plaats een reactie