Tuinieren Doe Je Zo

Van de Royal Horticultural Society (RHS) kan je heel veel leren. Tuinieren Doe Je Zo is een akelig volledig boek voor de beginnende tuinier die er wat van wil maken. En wie wil dat niet? Talloze voorbeelden, rijk geïllustreerd, heel veel foto’s en rond de 350 bladzijden toegespitste informatie.

Toen ik op mijzelf ging wonen, had ik meteen een parterre met tuin. En later een dijkhuis en daarna… enfin, altijd een huis met een tuin. Een deel ervan was steevast bestemd als moestuin en de rest heette siertuin. Ik werd lid van Groei & Bloei en keek naar BBC’s Gardeners World met Geoff Hamilton. Dat was de man die je liet zien hoe je één plantje bij ‘your local garden center‘ kocht en dan zelf kon vermeerderen. Geoff was toentertijd voor mij als een Jezus, maar dan met de wonderbaarlijke plantvermeerdering. Het was leuk, gaf voldoening en spaarde heel veel geld.
Er is geen land, geen volk zo bezeten van tuinieren als de Britten. Dus ik kocht Engelstalige boeken, meest van uitgever DK (Dorling Kindersley) en dat waren dan vrijwel altijd boeken van de RHS. En ik leerde, ik wilde meer weten (en werd lid van de RHS). Dat virus heerst nog steeds.

Een border met de wat hogere planten als blikvangers. Want bloemen zijn mooi, maar meestal is de bloei kort.

Tuinieren Doe Je Zo is een fraaie Nederlandstalige bewerking van het RHS boek Learn to Garden uit 2003 cq How to Garden uit 2008. Het roept bij mij herkenning op, dus is het, me dunkt, uitermate geschikt voor de beginnende tuinier die het dan ook goed wil doen.
MergenMetz is aangesloten bij een aantal Facebook-groepen en we zien dat veel mensen de meest basale vragen stellen. Vragen stellen is nooit dom, maar getuigt soms ook van gemakzucht. “Koop eerst eens een boek,” wil ik dan antwoorden; dat doe ik niet omdat het lomp kan overkomen (maar ik denk het dus wel).
Tuinieren Doe Je Zo is een boek met veel antwoorden. Kopen! Voor jezelf of cadeau geven.

TitelTuinieren Doe Je Zo
VanRoyal Horticultural Society
UitgeverGood Cook
ISBN978 94 614 325 13
Verschenen17 maart 2021
Prijs€ 30,95
Verkrijgbaar bijAlle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets.

Als je gaat tuinieren moet je eerst je ecosysteem kennen. Welke grond heb je, hoe ligt het, microklimaat, zuurgraad, water enzovoorts. Het is dus niet verrassend dat het eerste hoofdstuk Ken Je Tuin heet, waarin deze onderwerpen goed uitgelegd aan de orde komen.

Zo check je een potplant in een tuincentrum. Geoff deed het altijd voor op tv. De wortels mogen niet of nauwelijks uit de bodem steken en zeker niet in de pot opgepropt zijn. En als je de plant in de grond zet, altijd een paar wortels lospeuteren.
Plant een boom

Het daaropvolgende hoofdstuk is gefocust op ontwerpaspecten als bloembedden en borders. Waarna typen planten als vaste planten, bloembollen, klimmers enzovoorts worden behandeld.

Het in de tuin planten en doen opgroeien heet in dit boek ‘kweken’ – persoonlijk vind ik dat wel wat verwarrend, want je tuin is geen kwekerij. Althans, een kwekerij betekent vermeerderen plus het tot zekere grootte laten groeien (opkweken).

Maar naast de kweekaspecten (dus het groeien in de tuin) gaat het, bijvoorbeeld bij heesters, ook over het planten en verplanten, het snoeien en natuurlijk de diverse soorten die er zijn. Deze indeling is flexibel per type plant. Want bij een- en tweejarigen speelt zaaien en zaad verzamelen natuurlijk een rol. En bij bamboes het in toom houden en terugsnoeien (wortelsnoei).

Varens zijn prachtig, vooral als je een wat schaduwrijke tuin hebt. Het telen – zaaien en vermeerden – is een kunst apart. Daar wordt op dit niveau geen aandacht aan besteed.

Gazononkruiden

Een jaar of wat geleden hebben wij een grasveld tot kruidenrijke weide gepromoveerd. Hoewel we sterk gras hadden gevraagd, was het na vijf jaar over: Er kwamen allerlei planten op en het gras zelf verdween langzaam. Hoewel mijns inziens het strakke groene gazon een beetje uit is, wordt het wel in dit boek behandeld inclusief de gazonkruiden, sorry: gazONONkruiden. Maar gelukkig ook de bloemenweide en hoe die in te zaaien.

Telkens weer staan tussendoor op twee pagina’s overzichten met planten die bij het betreffende deel van het boek horen.

Voorbeeld van een tussenpagina met de meest makkelijke en favoriete planten.

Bomen (planten, zomer- en wintersnoei), hagen – ‘een verwaarloosde haag renoveren’ – enfin tot en met planten in potten en bakken. Ja, ook de haging baskets – het blijft een Brits boek 🙂

De moestuin

De moestuin heet in dit boek Eetbare Gewassen. Doch in de pakweg 250 bladzijden ervoor staan ook allerlei heesters, vaste planten en eenjarigen die niet alleen mooi zijn, maar ook eetbaar. Ik hoef alleen maar iets als hosta of kruipend zenegroen (ajuga reptans) te noemen. Daarom hebben wij, bij MergenMetz, een Eetbare Siertuin.

Onder dit deel worden een aantal onderwerpen gevat die net zo goed bij de siertuin horen, zoals organisch materiaal in de bodem werken. Ze poneren een driejaars vruchtwisseling, daarbij rekenen aardappels tot de wortelgroenten, wij vinden het risicovol om die in een systeem van drie jaar te planten. Wij zelf hanteren zes jaar, zonder aardappels kan vier jaar ook wel. Maar voor de beginnend moestuinier, om er eens aan te ruiken, is dit voldoende. Als je het echt allemaal wilt weten, kan je beter een goed moestuinboek aanschaffen, zoals Handboek Ecologisch Tuinieren van Velt, of Groente & Fruitencyclopedie en Het Nieuwe Moestuinieren (dat weer een stapje verder gaat). De Zaaiagenda van Hans van Eekelen is goud waard.

Afleggen

De laatste hoofdstukken gaan over water geven (ja, dat is een kunst!), mulch en bladaarde maken, allerlei vormen van plantenvoeding, composteren en, pikant, spitten. Er bestaat namelijk een hele niet spitten-cultuur (no dig). Ooit schreef Vera Greutink in haar boek Tuin Smakelijk “onze voorouders waren niet gek, als ze zonder konden, zouden ze niet omspitten” – of woorden van die strekking.

Vermeerderen

En hoera! Geoff is terug. Een hoofdstuk over planten vermeerderen. Het bevat de basismethoden: zaaien, stekken (zacht- en hardhoutstekken), afleggen, delen, enzovoorts. Leuk! En dan…. de ellende. Altijd zijn de laatste hoofdstukken gewijd aan rare verschijnselen en plagen. Uiteraard liggen chemicaliën voor de hand, maar belangrijker: hoe houd je het gezond. Voorkomen is beter dan genezen. Dus ‘Predatoren aantrekken’ – roofdieren. Wij genieten van de vogels, de padden, de ringslangen en wat dan ook die slakken en rupsen eten. En soms, tja, laat eens een plant opeten. Je krijgt er een mooie vlinder voor terug.

Ja, het is een boek dat ik zo aan een beginnend tuinier zou geven. Voor wat betreft de moestuin is het te beperkt. Maar wie weet worden tuiniers ook moestuiniers, dankzij dit boek.

Even zeuren
Tomaten buiten telen? Nee toch. Oké, we hebben een paar mooie zomers achter de rug, maar regen is dodelijk voor die planten.
Op pagina 255 staat ‘boerenkool’ – de foto is overduidelijk van een palmkool. Nu is boerenkool iets typisch Nederlands en Noord-Duits. De laatste misschien twee decennia is er in de Angelsaksische hoek wat meer belangstelling voor de curly kale.
In de Angelsaksische wereld maken ze het er zich makkelijk vanaf, ze onderkennen summer en winter squashes. Maar om dat laatste naar winterpompoen te vertalen, gaat erg ver.

Plaats een reactie