Ja, ja, dat (stads-)Tuinieren toch

Het kan! De nieuwe uitgave van het tijdschrift (stads-)Tuinieren is nog beter dan de vorige. Met de omslag maar liefst honderd pagina’s zinvolle informatie van schrijvers die weten waar ze het over hebben en niet leuteren en onzin vermenigvuldigen (zoals zo veel op sociale media en Internet-fora).

Nee, er ligt geen afspraak aan ten grondslag. We betalen gewoon voor ons abonnement, dat we in maart 2017 afsloten. We zijn niet door de uitgever of hoofdredacteur gefêteerd, zelfs niet voor een kop koffie uitgenodigd. We zijn en blijven onafhankelijk.
Niet gespeend van enige humor, wordt in het nieuwe nummer namelijk een viertal pagina’s aan MergenMetz, onze passie, besteed. Leuk. En alleen daarom is deze uitgave van (stads-)Tuinieren natuurlijk nog beter dan de vorige 🙂

Het verhaal over MergenMetz mochten we compleet overnemen. Het staat onderaan dit stuk.

Dus vooruit, we doen wat terug. We brengen dit nieuwste nummer onder uw aandacht. Want, ook zonder het artikel over ons, is het een plezier om te lezen en bevat een schat aan nuttige informatie voor elke moestuinier.


Geef een moerbei cadeau

Romke van der Kaa is zijn leven lang kweker en tuinschrijver. Zijn columns en boeken kennen een prettig onderkoelde humor. Ongetwijfeld gericht op de voedselbos-hype-volgers beschrijft hij op ontmoedigende wijze de moerbei. En sluit als volgt af: “Ik wil niemand iets afraden, maar wat mij betreft: ik geniet het meest van de moerbei in de tuin van een ander.”

In het tijdschrift worden columns en langere artikelen afgewisseld met pagina’s kort nieuws en tuinnoviteiten, altijd leuk om door te nemen. Want heeft u er ooit aan gedacht om prei niet in kuiltjes te planten of aan te aarden, maar te laten groeien in pijpen? En wist u dat pompoenen beter smaken als ze een tijd (na-)rijpen?


Nog een Velt-lid

We kennen Hugo d’Hooghe van Velt. Hij is binnen die club actief met de Zadenwerkgroep; vermeerdering en uitwisseling van zaden. We hebben hem een paar keer gesproken op bijeenkomsten van Reclaim the Seeds – nu lezen we dat hij in Brasschaat zijn De Eeuwige Pluktuin heeft. Een mooi verhaal over een bijzondere man!

Peter Bauwens beschrijft de bloemen van de doorgeschoten – of beter – vergeten groentenoogst. Hij maakt er een prachtig boeket van. Eet eens anders: zet een vaas met groentenbloemen midden op tafel en eet er met zijn allen van. Trouwens, is Peter eigenlijk lid van Velt?

Achterin het tijdschrift een beschrijving van de haverwortel van zijn hand. De boksbaard, de blauwe morgenster, een wilde plant in de lage Landen, die je eet als schorseneer. Scorzo bianco, noemen de Italianen deze. Dit tegenover scorzo nero.


Voedselbos * tiny houses = tiny forest?

Bosje bloemen van Peter Bauwens

Het zijn hypes die in hun pure vorm waarschijnlijk nooit succesvol worden. Ze zetten wel aan tot veranderingen. Om een echt voedselbos te verkrijgen – zo dat al past bij ons klimaat – moet je toch wel twintig jaar of langer wachten. (We hebben er uitgebreid over geschreven.) Want boompje groot, plantertje dood. En het valt ons op dat veel enthousiaste beginnelingen spreken over voedselbossen of -bosjes, maar op de keper beschouwd zijn het moestuinen, al dan niet met wat fruitstruiken. Niet erg, maar noem het dan ook zo.
Tiny houses staan om een of andere reden ook in de belangstelling. Gaat het om sober (der) leven? Zuinig met energie? Eerlijk gezegd weten we het niet. Roma en Sinti zijn wat ons betreft mensen die werkelijk weten wat het is om een tiny house (op wielen) te hebben.
En natuurlijk ontstaat er een mix van beide begrippen. In Utrecht is door 8- en 9-jarige kinderen, groep 5 van de basisschool Catharijnepoort, op een terrein ter grootte van een tennisbaan zeshonderd boompjes en struiken geplant. Dit concept heet tiny forest. Over een jaar of tien kunnen ze er de vruchten van plukken – als ze daar dan als achttien- of negentienjarigen dan nog de belangstelling voor hebben 🙂 Maar dan is het voor de dan levende groep 5.
Meer weten? Kijk hier op de site van IVN.


Bomen planten met Vera

Het is de tijd van het jaar om na te gaan denken over het planten van bomen. Want straks valt het blad, gaan de bomen in slaap en is het – voor de echte vorst invalt – tijd om bomen te planten. Vera Greutink – onder andere bekend van dit boek – schrijft over de fruitbomen die uitstekend passen in stadstuinen of kleine tuinen waar dan ook. En Vera is Vera niet als ze niet een breder verband zou trekken met het insectenleven.

Floor Korte geeft haar moestuintips – dit keer heeft ze het o.a. ook over de Oost-Indische kers en dat je van de nog groene zaden uitstekende kappertjes kunt maken. (Ja, het is echt waar, niet van originele kappers te onderscheiden.)


Taco en de kruiperwt

Taco IJzerman is en was professioneel groententeler. Hij coacht nu wie gecoacht wil worden en begeleidt projecten, meest op oude, herstelde landgoederen. En hij schrijft voor dit blad.
Tips wat nu en straks nog kan worden gezaaid ontbreken uiteraard niet.
Wat erg leuk is, is dat hij met twaalf lezers van het blad, de oude, vergeten, historische ‘kruiperwt’ heeft gezaaid en vermeerderd. En dat enkele van hen alle erwten hebben opgegeten, dat was niet helemaal de bedoeling.

Elders in dit nummer schrijft Taco ook over de Fruittuin van West. Och, er staat zo veel in dit nummer. Over geveltuinen – dat is pas echt stadstuinieren 🙂 – over witlo(o)fkwekers die in Brussel in hun kelders witlo(o)f telen. Ook tuinieren in de stad. En dat is pas Brussels lof. Wat te doen met je pruimenoogst, geschreven door Janneke Bruinooge die, begrijpelijk, haar eigen boek niet onvermeld laat.
Behalve voedselbossen, tiny houses is ook kimchi vandaag de dag een populair onderwerp. Maar in (stads-)Tuinieren gaat het over tsukemono. Kimchi is rotten (sorry: fermenteren) op zijn Koreaans, tsukemono is zoetzuur inmaken op zijn Japans. We leren hoe je makkelijk dat gaat. En een gouden tip: heel goed om met stengelsla mee te werken!
Misschien woont Natassia Doets in de buurt van Romke van der Kaa, want zij pleit voor de moerbei, en dan wel voor de dwergvorm (< 2 meter) die de naam Charlotte Russe draagt. En ja, daar komt de Zanthoxylum voorbij: de sechuanpeper. Die hebben wij ooit bij Lowgardens gekocht en ze staat in onze Eetbare Siertuin.


En dan…. over MergenMetz

De schrijfster noteert dat we ons werkende leven inmiddels achter ons hebben liggen, nou…. Los van de vraag wat dan een niet-werkend leven moet voorstellen, waren we en blijven we altijd bezig met de dingen waar we blij van worden. Toen en nu. MergenMetz is een uit de hand gelopen passie, maar we zijn ook nog op andere vlakken bezig. Zoals met hele goede, mooie en werkelijk eerlijke chocolade in ClearChox. Alleen, daar hebben we het op deze website nauwelijks over.

Hieronder de vijf pagina’s die (stads-)Tuinieren aan ons besteedde. De introductie is hilarisch. Vinden wij.

De eerste pagina’s van het artikel. Klik er op. Pagina 3 en 4 staan hier en dit is pagina 5.

Plaats een reactie