Het verwerken van houtsnippers en zaagsel in de grond vraagt extra stikstof, dat later weer wordt vrijgegeven. Dus het toedienen van een extra meststof of inzaaien met vlinderbloemigen (stikstofbinders) is raadzaam.
Eigenlijk is het heel simpel: Micro-organismen zetten het hout (organische stikstof) om in humus en (dus) ook ‘minerale stikstof’. In die vorm kan het door planten worden opgenomen.
Om hun werk te kunnen doen hebben de micro’s zelf ook stikstof nodig om te groeien. Is het hout oud, hard of taai, dan moeten de organismen heel hard werken en trekken ze voor hun levensonderhoud de benodigde stikstof uit de grond. De micro-organismen groeien trager, het omzetten van het hout duurt langer, maar het is ook niet zo fijn voor de aanwezige planten, die een groeiterugslag kunnen krijgen. Dus door extra stikstof toe te voegen wordt het composteren vergemakkelijkt.
Ingewerkt hout verhoogt het koolstofgehalte in de bodem, verbetert de structuur, houdt meer vocht (regenwater) vast en stimuleert het bodemleven.
De Hügelkultur die Sepp Holzer predikt en welk voorbeeld menig permacultuuraanhanger volgt, trekt de eerste jaren dus ook veel stikstof uit de aarde. De halleluja klinkt vermoedelijk na drie jaar.
Toen we in 2012 onze Eetbare Siertuin aanlegden werd de bestaande beplanting gerooid. De takken van de heesters en bomen zijn versnipperd en in een dikke laag over de aarde verspreid. Composteren vraagt eerst stikstof en geeft het later weer af, luidde het advies. Dus wij strooiden een kunstmest met hoge N tussen de houtsnippers. Het was wel raar om dit te doen in een tuin die voedselbos, dus zelfvoorzienend in meststoffen moest worden. Maar ja, we zitten op pure zandgrond, naar verluidt de armste van Nederland. Contact met het Luis Bolk Instituut stelde ons gerust: voor het opstarten van het proces was dit wel toegestaan.
Onderdrukken onkruid
Omdat verteren van hout(snippers) stikstof uit de grond trekt, is het een perfect middel om tijdelijk ongewenste kruidachtige gewassen te smoren. In onze moestuin hebben we paden met houtsnippers. De eerste twee jaar zijn ze schoon, maar daarna is het perfecte teelaarde en moeten we de paden schoffelen.
In de Eetbare Siertuin hebben we een afgezaagde stam van een beuk. De diameter is zeker 30 cm. Hoewel we het probeerden, wilden in de naaste omgeving bepaalde planten niet groeien. Dat komt – vermoedelijk – doordat het wegteren van de stronk stikstof wegtrekt uit de toch al niet rijke grond.
Zaagsel met cacaoschillen
Nu, 2019, krijgen we zakken zaagsel van beeldend kunstenaar Bart McLeod en zakken BIO-cacaoschillen van chocolademaker Georg Bernardini. Gebaseerd op het advies in 2012, mengen we nu zaagsel met cacaoschillen.
Cacao kent een N:P:K van 3:1:3. Dus 100 gram cacaoschillen bevat 3 gram stikstof.
Bij kunstmest is het bijvoorbeeld 12:10:18 of 15:15:15 of andere hoge waarden. Dus 500 gram cacaoschillen heeft een vergelijkbare werking als 100 gram 15:5:15 kunstmest.
Koolstofgehalte
De C/N (koolstof-stikstof) waarde moet laag zijn; hoe hoger hoe trager de afbraak van het hout verloopt en zullen de micro-organismen meer N uit de grond trekken. 30 wordt als mooie waarde gezien.
Cacaoschillen hebben een C/N van 14 en houtsnippers een C/N van 30-170, al naar gelang de leeftijd en soort van het hout. Omdat Bart beelden maakt, zal het wel hard en droog hout zijn en het zaagsel dus een hoge C/N hebben. Dat betekent voor ons: veel cacaoschillen op weinig zaagsel.
Najaar
Micro-organismen zetten hout om in wat ‘minerale stikstof’ wordt genoemd, maar hebben stikstof nodig voor de eigen groei. Dus als de C/N hoog is, is de N laag en gaat het composteren òf heel lang duren (en betrekken de organismen de N uit de aarde) òf er moet N bij om de beestjes te voeden zodat ze snel het hout (de koolstof) kunnen verwerken.
Omdat er vermoedelijk sowieso wat N uit de grond wordt gehaald, is het raadzaam houtsnippers in het najaar in te werken. Aanwezige planten zijn ingedut en vragen zelf niets.
Boerenverstand
Wat wij in 2012 met boerenverstand (en Louis Bolk Instituut) deden is tussen 2016 en 2019 getest in België; een project met de titel Koester de Koolstof. Men schoonde houtwallen, versnipperde de takken en werkte het oppervlakkig (5-10 cm) in de grond. Er werden meteen vlinderbloemigen (lupine, klaver, wikke, tuinbonen e.d.) ingezaaid en daarna suikerbieten, mais en cichorei (witlof). Dit proces werd nauwkeurig gevolgd.
Voorjaar 2017: voorraad minerale stikstof lager dan waar geen houtsnippers waren ingewerkt
Voorjaar 2018: geen verschil meer
Regenwormen zijn een indicatie voor goede aarde; ze teren immers op organisch materiaal. Daar waar houtsnippers waren ingewerkt, waren veel meer wormen dan elders.
hoi norbert
dank je wel voor dit verhaal, een hele geruststelling.
ik werk sinds 2014 met houtsnippers en bladeren maar mijn groenten oogst word steeds minder.
ervaren oude mannen vertellen mij dat ik mijn grond vergiftigd en weer moet gaan spitten.
maar ik krijg echt prachtige grond…. nu nog wat meer groenten om te eten. “wildpluk” lukt wel goed.
grtjs arie
Ik heb een gigantisch partij eikenboomzaagsel. Daar moet volgens mij toch ook wat kalk bij? En is een verhouding te geven hoeveel je per m2 grond he zaagsel al dan niet met/ zonder kalk kunt mengen?
Ik zou het niet weten. Toen wij massa’s houtsnippers in de Eetbare Siertuin wilden verwerken, hebben we kunstmest toegevoegd, na consultatie van het Louis Bolk Instituut. Verteren “vreet” namelijk stikstof, dat dus niet voor planten beschikbaar is.Later wel, als het verteerd is, is de compost (dus) vrij vruchtbaar. Van kalk weet ik weinig. Dus ik kan je vraag niet beantwoorden. Sorry.