Om de tuin geleid

Op 10 december 2025 bezochten we de tentoonstelling ‘Om de tuin geleid’ in het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Het gaat om de beleving van tuinen in, voornamelijk, de 16e en 17e eeuw. Het biedt een heel mooi inzicht in welke betekenissen er aan de tuin werden toegekend. Een prachtige, ingetogen en kwalitatief hoogwaardige tentoonstelling. Nog t/m 4 januari 2026 te zien.

Het woord tuin is afgeleid van het oud- of Oergermaanse tūna, dat in het Oudnederlands tūn en Middelnederlands tuun werd, en omheining betekent. In het Engels is town daarvan afgeleid en in het Duits Zaun. Wij zien dat als een lapje grond, de Duitser letterlijk als hek, de meest oorspronkelijke betekenis en de Engelsman heeft het van de stadsmuur afgeleid.

“Ideeën die we eeuwenlang als waarheden hebben aangenomen, wankelen. We ontdekken vergeten of onderdrukte visies en vragen, die mensen zich vijfhonderd jaar geleden stelden, zijn opnieuw relevant.” Aldus de organisatie.

Hof van Eden

Tijdens het bezoek zie je de veranderende betekenis van de tuin. De werken uit de 16e eeuw (dus 1500 – 1599) hebben vooral een religieuze inslag. Het Hof van Eden (het paradijs) en natuurlijk Adam en Eva verwelkomen de bezoeker in het heerst grote, prachtige schilderij van Jan Sanders van Hemessen: De Zondeval. Een ouder stel dat de tentoonstelling bezoekt, staat dicht op het schilderij en praten tegen elkaar. Ze zoeken naar God. En ja, rechtsboven zijn we getuige van een bijzondere geboorte: God, de baardige man met de blauwe mijter, trekt Eva uit Adam. In het midden lijkt God Adam en Eva naar het Hof van Eden te leiden en links worden ze eruit gemept. Het schilderij als stripverhaal.

Paradise

Wat verderop wordt de moderne animatie Paradise (2016) van Studio Smack op een grote wand getoond. Je kan er uren naar kijken. Vooral naar die kip zonder kop, linksonder.

“Op het middenluik van De Tuin der Lusten laatJheronimus Bosch de menselijke invulling van het begrip paradijs zien. Deze animatie vertaalt de verleidingen die in de tijd van Bosch als verkeerd worden gezien, naar de 21ste eeuw,” staat op het bordje naast de projectie. [Het hangt er ongelukkig, je moet om het te lezen naar het geprojecteerde beeld lopen, we denken dat het door niet veel mensen is gelezen.]

Uit 1594 is het bijzondere schilderijtje van Pieter Brueghel de Jonge met de lange titel ‘Omdat de wereld is zo ongetrouw, daarom ga ik in de rouw’. Wat de schilder werkelijk heeft bedoeld is de vraag.

De verklarende tekst ernaast, die op de muur is gekleefd, zegt dat “je altijd op je hoede moet zijn. Maar niet alleen de wereld is onbetrouwbaar. De dikke, hartvormige portemonnee van de rouwende man, wijst erop dat ook diens vroomheid schijn kan zijn.” Er is dus  niet veel veranderd in de wereld. De rijksappel, die achter de dief ligt, zou ook het ding van Van Lieshout kunnen zijn. (Alleen moet Van Lieshout c.s. er nog een kruis op lassen.) Deze moderne bol van Atelier Van Lieshout is een verrassend element, dat middenin de zaal tussen de schilderijen van de oude meesters ligt.

Deugden en ondeugden

De ‘Dans der deugden’ is een wat afwijkend schilderij tussen de andere. Het hang normaliter in Museum Hof van Busleyden in Mechelen. Het moet zijn gebaseerd op de leer van de deugden en ondeugden, van Hildegard von Bingen (zij noemt er 35). Op het schilderij zien we 12 vrouwen met bloemen in de handen dansen om Jezus. Hoewel we gewend zijn om oude teksten te ontcijferen (voor ons historisch onderzoek van de groentesoorten), is dit wel lastig te lezen. Desalniettemin is het een mystiek schilderij.

Van rond het midden van de 16e eeuw, eind Middeleeuwen, dateert het schilderij ‘Parabel van het onkruid tussen de tarwe’. De boer of zijn knecht ligt te slapen (dat is een ondeugd) en de duivel zaait onkruid. Het lijkt alsof hij op de thans populaire Vibram FiveFingers aan zijn voeten heeft. Op de achtergrond, rechts, zie je mensen keuvelen. Aan het hoofddeksel te zien, staat links een muzelman. (Laat Wilders het niet zien.)

Lusthof

Waar de werken uit de 16e eeuw vooral een christelijke inslag hebben, wordt de tuin in de 17e eeuw een bezit, nuttiger en ook een plek om van te genieten. Een lusthof. Dat zien we bijvoorbeeld op het schilderij ‘De buitenpartij’ van David Vinckboons.

Hollandse tuin
Willem Pietersz Buytewech – Allegorie op de onbetrouwbaarheid van Spanje en de vrijheid en welstand van de Zeven Provinciën de Hollandse Tuin 1615

De prent van Willem Pietersz Buytewech uit 1615 laat “zien dat het idee van een omsluiten tuin (hortus clusius) ook werd gebruikt in een werkelijke context: wie tijdens de oorlog met Spanje binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden is, heeft niets te vrezen,” aldus de tekst naast de prent.

Rechtsonder, buiten het hek, zie je een luipaard. De tekst links en rechts boven luidt: “Merckt de Wysheyt vermaert vant Hollantsche Huyshouwen en niet des Luypaerts aert, die niet is te vertrouwen.”

In de zaal met de meer 17e eeuwse werken liggen in een vitrine ook kruidenboeken van de arts-botanici als Karel van der Sluis en Rembert Dodoens. Die kennen we maar al te goed, omdat we ze vaak raadplegen bij ons onderzoek naar de geschiedenis van de groenten.

Groenteverkoopster

Er hangt hier een aantal prachtige schilderijen die laten zien wat voor een rijkdom aan groenten en fruit er in met midden van de 17e eeuw was. Hier worden we helemaal blij 🙂 Het schilderij De Groenteverkoopster van Joachim Beuckelaer van rond 1650, trekt onze bijzondere aandacht.

We zien kleine komkommers of augurken, vermoedelijk een tros blauwe druiven, rechtsonder knolrapen, links oranje wortels, erboven erwten of peultjes en tuinbonen? De lange witte wortels kunnen, aan het blad te zien, dun uitgevallen pastinaken zijn. Een witte kool, zien we in de schaal frambozen? En in de mand bessen? Die zijn dan wel groot in vergelijking tot de vingers va de vrouw. Dan kersen? Mirabellen? Wie het denkt te weten, mag het zeggen.

Het schilderij van Frederik van Valckenborch laat een breed pallet aan fruit zien. De man links lijkt daarentegen een mand dikke zwarte erwten of bonen bij te dragen. In het midden van de 16e eeuw kwamen de Phaseolus vulgaris naar Europa. Ze werden eenvoudig in ons voedingspatroon geïntegreerd, daar we al tuinbonen en koetjesbonen kenden. Deze zwarte lijken wel wat wij kennen als de ‘Cherokee trail of tears’- boon. Het lichtgroene tussen de man en de vrouw, zijn gedopte, tuinbonen. En rechtsonder pompoenen, sluitkolen en een artisjok.

We draven door. Je kunt uren naar deze twee en andere schilderijen kijken. Maar daarvoor moet je toch echt naar het museum gaan.

In de laatste ingerichte ruimte van deze tentoonstelling verschuift de focus het beheersen van de tuin en de natuur door de mens. Op de site van het Noordbrabants Museum lezen we: “De bezoekers worden uitgenodigd na te denken over hun eigen tuin, leven en wereldbeeld en over de vraag: wie leidt wie om de tuin?” Een goede vraag, daarvoor moeten we Anders Kijken met Matthijs Schouten.

Plaats een reactie