De daglelie is een mooie en makkelijke plant. Het heeft een lange historie als eetbare en heilzame plant en staat ook symbool voor liefde.
Leestijd: 11 minuten
Inhoudsopgave
Daglelies (Hemerocallis spp.) zijn populaire tuinplanten, misschien in Nederland wat minder dan in andere landen. Ze lijken erg op lelies, en vallen voor veel mensen in hetzelfde bakje: tja, je moet er van houden. Een beetje oubollig. Begrafenis associatie. En inheems zijn ze ook al niet. Maar wist je dat de daglelie eetbaar is en een lange historie heeft als nutsplant?
Herkomst Azië
Er worden zestien (botanische) soorten daglelies onderscheiden; de meest bekende zijn waarschijnlijk Hemerocallis fulva (de oranje of bruine daglelie) en H. flava (de gele daglelie, ook bekend als H. lilioasphodelus). Deze twee staan aan de basis van de meeste hybriden, rassen en variëteiten die ontwikkeld zijn als sierplant. Dat schijnen er meer dan honderdduizend te zijn! Ook H. citrina is vermeldenswaard. Het is een mooie hoge plant met zachtgele bloemblaadjes van variabele breedte, die goed verkrijgbaar is.
Ongewenst invasief
Oorspronkelijk komt de daglelie uit verschillende delen van Azië, maar hij is gaandeweg over de hele wereld verspreid geraakt en zelfs op veel plekken verwilderd. H. flava en H. Fulva zo’n vierhonderd jaar geleden, de andere in de 19e eeuw en begin 20ste. In de Verenigde Staten wordt bijvoorbeeld H. fulva liefdevol aangeduid als ‘Ditch-lily‘, een verwijzing naar zijn verwilderde groeiplekken in bermen en greppels. Ze worden daar als ongewenste invasieve soort gezien. H. flava groeit in Europa ook wel hier en daar in het wild, bijvoorbeeld in Slovenië en noordoost Italië. Zou dat een gevolg zijn van de oorspronkelijke verspreiding van de plant vanuit Azië naar Europa? De stad Venetië was immers een belangrijke haven in de Zijderoute, waarlangs de daglelies hun weg naar het westen vonden. En de rijke handelaren rond Venetië, met hun prachtige landhuizen en tuinen, waren wellicht de eerste klanten voor deze prachtige, toen exotische bloemen uit de Oriënt.
Wortelstokken
Wat de verspreiding van de daglelie over de wereld vermoedelijk heeft meegeholpen is het makkelijke vervoer van de plant in de vorm van zijn grove wortelstelsel in clusters. Een ‘echte’ lelie (Lilium spp.) heeft een bol, maar daglelies hebben vrij compacte clusters van verdikte wortels. Soms vormen ze ook ondergrondse uitlopers en kunnen zich op die manier verspreiden (hoewel kwekers bij de moderne varianten juist hun best doen dit gedrag eruit te kweken, en mooie compacte pollen te krijgen die zich niet als onkruid gedragen).
In mijn ervaring kan de vorm van de wortels behoorlijk verschillen al naargelang de variëteit. Dikker, dunner, langer, korter. De dikste varianten hebben wel wat weg van dahlia’s. Overigens zijn veel van de geweekte hybriden en vormen geen zaad. Dus je kunt die alleen via de wortelstokken vermeerderen.
Eetbaar, heilzaam en meer
Eetbaar
Hemerocallis-soorten hebben een lange historie van gebruik door mensen, vooral in hun oorspronkelijke Azië. Maar ook de – werkelijke of vermeende – nuttige inzet van de daglelie zal aan zijn verspreiding over de wereld hebben bijgedragen.
Er wordt soms gezegd dat bepaalde soorten giftig kunnen zijn, maar dat lijkt door betrouwbare bronnen – zoals Plants for a Future (PFAF) en deze – te worden tegengesproken. Er kan verwarring optreden met andere planten die erop lijken, zoals gewone lelies en irissen, die niet eetbaar zijn. Dus: weet wat je plukt en zet op elkaar lijkende eetbare en niet-eetbare planten niet door elkaar in je tuin. (Gewone lelies worden overigens bijna altijd verraden door hun sterke geur, daglelies ruiken nauwelijks).
Blad en wortel
De bloem en de wortel van Hemerocallis-soorten, voor zover ik kan nagaan vooral H. fulva en H. citrina, worden gebruikt in TCM (Traditional Chinese Medicine). Van de wortel, en overigens ook van het blad, wordt in TCM al duizenden jaren gezegd dat ze rustgevend kunnen werken, het gemoed stabiliseren, en gevoelens van melancholie verminderen. Ook zou het werkzaam zijn tegen slapeloosheid.
Er wordt wel gewaarschuwd voor de wortel: die moet je niet in grote hoeveelheden consumeren. Bronnen die aangeven dat de wortels eetbaar zijn (als aardappels) nemen wij dan ook niet serieus. Een beetje zal waarschijnlijk geen probleem zijn, zoals bij de meeste dingen. Voor het blad wordt ook gewaarschuwd: het zou, bij grote hoeveelheden, hallucinaties kunnen opwekken.
Bloem
De bloemen kunnen volgens de leer van TCM bloedingen stelpen, vochtafdrijvend werken en de borstvoeding verbeteren. Ze zouden ook goed zijn voor de maag en spijsvertering. En ook voor de bloemen zijn er bronnen die aangeven dat ze zouden werken tegen depressieve gevoelens. Kook de bloemen en gebruik het geheel als soep, of drink het kookwater als thee.
Jong blad, oud blad
Het jonge blad van daglelies is eetbaar en je kunt het gebruiken om mee te stoven of te roerbakken, of in een soep of omelet. Het is wat zoetig, maar niet heel speciaal van smaak. Bedenk: door er teveel van te oogsten verzwak je de plant. Als het wat ouder is, wordt het blad snel vezelig en is dan niet meer smakelijk. Dat vezelige blad werd overigens in de Oriënt ook op andere manieren gebruikt: gedroogd is het enorm sterk en je kunt het vlechten of op andere manieren verwerken tot gebruiksvoorwerpen (bijvoorbeeld schoeisel). Dat merk je als je na de winter probeert wat afgestorven blad weg te nemen – het is super taai, je hebt er echt de snoeischaar bij nodig!
Voeding
De gedroogde bloemen of bloemknoppen zijn te koop als voedingsmiddel in de traditionele Chinese keuken (onder de naam golden needles, gum jum choi, huang hua cai, 黄花菜 of Dok mai jeen (Thais)). Het schijnt bitter-zoet te smaken en wordt gebruikt in soep of gebak. Je kunt ook de verse bloemen of bloemblaadjes gebruiken. In soep meegekookt hebben ze een bijkomend voordeel dat ze een wat bindend effect hebben. Een interessant recept voor miso soep met verse daglelie bloemen (en ook nog courgette bloemen!) staat hier. We gaan het uitproberen zodra ze weer bloeien.
In roerbak schotels gebruik je het best de verse, net of net-niet open bloemknoppen, die houden hun vorm en een beetje ‘bite’. De bloemen worden ook wel gevuld (met zoete of hartige vulling) of gefrituurd in een beslag als tempura. Je komt soms recepten tegen die de bloemen rauw gebruiken, maar anderen geven qua smaak de voorkeur aan gekookt of gestoomd. De smaak varieert; PFAF zegt dat de oranje-bruine varianten beter smaken dan de gele.
Sterke plant met veel variatie
Daglelies zijn sterke, langlevende vaste planten die weinig last hebben van ziektes. Ze groeien als een pol met langwerpig, grasachtig blad vanaf de grond, waaruit de bloeistengels omhoog komen (heel anders dus dan de echte lelies). Ze zijn in ons klimaat goed winterhard. De hoogte en groeikracht van de plant, de droogtebestendigheid, de bloemkleur, de bloeitijd, de winterhardheid en de smaak kunnen allemaal nogal variëren tussen de verschillende soorten, rassen en hybrides. Net als de ondergrondse verspreiding (vormt hij wel of niet, of een beetje, uitlopers), de breedte van het blad, en of het blad in de winter helemaal afsterft of juist groen blijft. Veel te kiezen dus.
Daglelies bloeien tussen juni en september met meerdere bloemen aan een stengel, en meerdere bloeistengels in een plant. Elke bloem gaat één dag open (vandaar de naam) en verwelkt dan. Maar omdat de bloemen na elkaar open gaan kun je toch lang genieten van de bloei, soms wel meerdere weken. Als je slim verschillende variëteiten kiest die na elkaar bloeien, verleng je de bloei van de daglelies in je tuin nog meer. Let daar op als je ze koopt. Er zijn ook daglelies die, in de juiste omstandigheden, vroeg in het jaar bloeien en dan in de nazomer nog een tweede bloei hebben.
De kleur van daglelies is van oorsprong geel tot oranje, maar inmiddels bestaan ze in bijna alle kleuren van de regenboog, en ook in allerlei bloemvormen. Groot, klein, bredere bloemblaadjes, smallere, gekrulde, gevulde en enkelvoudige bloemen. Persoonlijk vind ik de simpele zachtgele toch het mooist, zoals H. citrina bijvoorbeeld.
Daglelie geniet van de zon of halfschaduw
Daglelies zijn makkelijke planten voor in de volle zon – maar niet te droog – of halfschaduw. Meer zon betekent meer bloemen. Ze kunnen veel bodemtypes aan, mits de grond in de winter niet té nat blijft, want dan rotten de wortels weg. Je hoeft er verder weinig aan te doen, behalve dat je ze eens in de paar jaar kunt opgraven en splitsen, zodat de pol zich kan vernieuwen. Maar ook dat is weer een beetje afhankelijk van de variëteit. Als een plant minder gaat bloeien of duidelijk minder gelukkig lijkt, dan is het daar waarschijnlijk tijd voor. Je kunt dit prima in het voorjaar doen, dat geeft de minste kans op wegrotten. Let dan wel op dat de nieuw terug geplante pollen voldoende water krijgen, hun wortelstelsel moet zich immers ook deels opnieuw ontwikkelen. Om die reden kun je er in droge grond ook voor kiezen om het splitsen al in het najaar te doen.
(Ik heb dat eind 2022 gedaan en dat ging prima, het voordeel is dat je de pollen in het najaar nog goed kunt terugvinden. Maar wij hebben dan ook wel hele droge zandgrond, en het was een minder natte winter dan die van 2023-2024.)
Bij splitsen in het najaar heeft de plant meer tijd om opnieuw aan te slaan en is hij in het voorjaar minder kwetsbaar voor verdrogen (en voor slakken). Na het aanplanten of splitsen kan het weer een paar jaar duren voor de plant genoeg kracht verzameld heeft om te gaan bloeien. Hou daar dus rekening mee en neem niet alle pollen tegelijk op, maar elk jaar een paar, zodat je steeds bloemen houdt.
Huisdieren
Let op: daglelies kunnen giftig zijn voor huisdieren, vooral voor katten. Meestal weten die dieren overigens uitstekend zelf te vermijden wat niet goed voor ze is.
Ook in culturele zin interessant – zoveel verhalen
Het is altijd bij dit soort planten, die al duizenden jaren cultuurvolgers zijn, weer verrassend dat er zoveel verhalen zijn. De verbinding met de mens is heel sterk. Een paar mooie historietjes licht ik hieronder eruit.
Flirten
De botanische naam Hemerocallis is afgeleid van het Oudgrieks ἡμέρα (hēméra), dat ‘dag’ betekent, en καλός (kalós) dat ‘mooi’ betekent. In de Victoriaanse tijd schijnen daglelies een bijgedachte van flirterigheid te hebben gehad: als je iemand daglelies cadeau gaf, dan wilde je wel wat… Er zijn overigens ook bronnen die deze betekenis al uit het oude China laten komen.
Mevrouw Huang
De Chinese naam voor de eetbare bloemen van de daglelie, 黄花菜 / huang hua cai betekent letterlijk: groente van gele bloemen. Maar er is ook een legende die iets anders suggereert: Chen Sheng, de leider van een opstand tegen de Qin Dynastie (221-206 BC), had last van hevig oedeem door ondervoeding. Hij kwam als bedelaar bij een lieve oude vrouw, met de achternaam Huang, en zij gaf hem drie kommen gestoomde daglelie bloemen te eten. Hij at de bloemen en zijn oedeem verdween. Na de overwinning te hebben behaald in de opstand ging hij terug naar de lieve oude mevrouw Huang, maar dezelfde gestoomde daglelies smaakten hem een stuk minder lekker. Mevrouw Huang zei dat het logisch is dat je daglelies heerlijk vindt als je erg hongerig bent. Chen nodigde de oude mevrouw Huang uit om in zijn paleis daglelies te komen telen, en hij vernoemde de groente naar haar.
Vergeet je zorgen
Ook interessant: in China wordt de daglelie geassocieerd met vergeetachtigheid en geheugenverlies, maar dan vooral op een positieve manier: vergeet je zorgen, vergeet je ellende. Je geeft in China iemand een boeket met daglelies als diegene een moeilijke tijd heeft, of heeft gehad. Als aansporing om er doorheen te komen en op een positieve manier verder te gaan.
Moederliefde
Er is een bijgeloof en lange traditie in China dat zwangere vrouwen die een daglelie dragen, in het haar of in hun ceintuur, een jongetje zullen baren. En tenslotte, in dezelfde hoek, staat de daglelie in China sinds de Tang Dynasty (618-907) symbool voor moederliefde. De waaier hieronder is een aandoenlijk cadeau van een keizerlijke zoon aan zijn moeder, kijk mam, zelf gemaakt.
Hallo Maartje,
Ik lees jullie blogs altijd met veel enthousiasme als bron van informatie en inspiratie voor tuinieren in Bretagne, “om den schoonheid en den nutte”. Deze keer met name het artikel over de daglelies, daar ik zelf een groot bed met allerhande Hemerocalles botanique heb, oa. Altissima en Citrina.
Ik weet dat jullie ook van goede tuinboeken houden. Waarschijnlijk hebben jullie het al gezien, zo niet dan is een aanrader: ‘Beyond the meadows: portrait of a natural and biodiverse garden’ van het Krautkopf duo Susan Probst & Yannic Schon.
We zijn voornemens om op organische wijze / slow, in vervolg op mijn boek ‘De ontsloten tuin’, een gelijksoortig beeldend boek over onze grote in dubbele zin groene avontuur alhier te maken. Mogelijk kunnen we op enigerlei wijze samenwerken, wat voor elkaar betekenen.
Hallo Dennis, dank voor de tip over het boek, ik ga er naar kijken. Altijd fijn goede tips. Hou ons vooral op de hoogte van je plannen met een beeldend boek (De ontsloten tuin vond ik namelijk echt tof). Groeten, Maartje