De nog mooiere moestuin

Vorige week verscheen het nieuwe boek De Mooie Moestuin van Julia Voskuil. Een prachtig en inspirerend werk van deze ervaren tuinschrijfster die dus weet waar ze het over heeft. De principes van het moestuinieren worden bondig uit de doeken gedaan en veertien prachtige, meest te bezoeken moestuinen, worden beschreven. Een juweel van een boek!

Dit is wel wat anders dan die tuinboeken van hippe jongelui, die menig uitgever tegenwoordig van de persen laat rollen. Dit is een boek boordevol kennis en ervaring.
Want Julia Voskuil heeft haar sporen inmiddels wel verdiend. We leerden haar rond 2004 persoonlijk kennen, maar in onze beleving schrijft ze al honderd jaar over (moes-)tuinen. Haar eerste boek, Minituinen, verscheen in 1970. (Nou ja, dat is dus bijna vijftig jaar.)  En soms is Julia de tijd vooruit. We herinneren ons haar boek over tuinieren op het terras of balkon, ‘Groenten telen zonder tuin’ heet het. Dat verkocht in 1986 nauwelijks. Tegenwoordig is het helemaal ‘hot’. Idee voor een heruitgave?


Moestuin Kasteel Hex

Haar ervaring, haar afgewogen schrijfstijl en de fraaie foto’s komen bijzonder aangenaam over. En in dit boek besteedt ze bovendien aandacht aan bijzondere tuinen in Nederland en België.
Alles – en meer – wat een moestuinier moet weten komt aan de orde. Niet te zeer in detail, daar zijn andere boeken goed voor.

Maar het wordt genoemd en is voorzien van de laatste inzichten. Her en der in dit boek wordt verwezen naar diverse bronnen, leveranciers en websites. Heel erg handig.
De meer ervaren tuinier – en daar rekenen we onszelf ook toe – treft in het eerste deel redelijk wat nieuwigheden. En van bladzijde 66 tot en met bladzijde 153 beschrijft Julia eerst een tweetal voorbeeldtuinen en vervolgens veertien bezoektuinen. Ronduit prachtig. Allemaal het bezoeken waard. Het nadeel is dat het ook jaloerse gevoelens opwekt…. hoe mooi is onze eigen tuin?
Kortom, dit boek kunnen we van harte aanbevelen. Voor jong en oud, beginner of ervaren rot. Een plezier om te hebben.

We noemen deze recensie ‘De nog mooiere moestuin’ omdat van de hand van Julia Voskuil in 2002 een boek verscheen met dezelfde titel. Maar dit boek is helemaal anders. We weten inmiddels dat zij iets heeft met moestuinen die tevens een lust voor het oog zijn. Maar wie niet?


Titel De Mooie Moestuin
Van Julia Voskuil
Uitgever Forte Groen
ISBN 978 94 6250 1195
Verschenen maart 2018
Prijs € 24,99 – zeg maar: € 25,00
Verkrijgbaar bij Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, koop het dan hier bij de echte boekhandel, en niet bij BOL
Indeling De Warmoesch Hoff

Het is verbluffend hoe een auteur in pakweg twintig bladzijden zoveel praktische informatie kan geven. Alle aspecten worden wel zo’n beetje genoemd, vaak met een foto. Huttentut, nooit aan gedacht, Brightbox-Venlo, misschien eens een kijkje nemen. Ah, stichting De Oerakker en Netwerk Eeuwig Moes. Nieuwe biotechnieken door bestraling. En CRISPR. Uiteraard ook verhoogde bedden, groeizakken en voor zaden? Daarvoor bezoek de Groenmoes markt. Het lijkt alsof ze het gisteren heeft geschreven.

Omdat het een mooie moestuin moet worden, wordt lablab soms als voorbeeld genoemd. Dit is eindelijk een boek waarin het begrip ‘vals zaaibed’ wordt verklaard. Leuk is de opsomming van vaste, winterharde groenten. Die kennen we allemaal. In een klein kadertje met wat extra plantnamen, wordt ook knolcapucien genoemd, maar dat is ons iets te opportunistisch. Die accepteert maar een beetje vorst. Maar ja, we schreven hiervoor al dat Julia Voskuil soms haar tijd vooruit is, dus misschien anticipeert ze hier op de globale opwarming.
Ook kruiden en eetbare bloemen passeren de revue. En zelfs een beetje fruit – dat hoofdstuk heet dan ook ‘Fruit in het kort’. Natuurlijk ontbreekt composteren en de essentiële minerale voeding niet. Beestjes in de tuin zijn nodig, maar sommige willen we liever niet. Hoe gaan we daar mee om?
Het is kort, krachtig en helder gesteld.


Gewasgroepen

Wie tegenwoordig moestuingroepen op sociale media volgt, merkt dat veel mensen maar wat doen. Aanklooien. Niet de moeite nemen zich vooraf ergens in te verdiepen of zich in te lezen. Huppekee, we slingeren gewoon een vraag op Facebook of tonen een dramatische foto. En dat doet de ervaren moestuinier pijn. Zoveel leed en dommigheid, ook tussen de antwoorden op vragen, dat je niet langer wenst te reageren en de neiging hebt zo’n groep te verlaten. Zo heeft men ergens het woord permacultuur gehoord, en men pleurt (dus) alles door elkaar. Anderen telen meerdere jaren achtereen kolen op dezelfde plek, want hoezo kan dat niet? Ah, daar is knolvoet!

Aardbeispinazie

Gewasgroepen zijn geen sociale mediagroepen, maar groepen van planten die dezelfde eisen en behoeften hebben. Om een gezonde tuin te hebben en te houden, zorg je ervoor dat de gewassen het volgende jaar op een andere plek staan. En in een bepaalde volgorde. Dat heet een teeltplan. (Wij hebben deze informatie, zoals wij het doen, hier op de site staan. Wij rouleren in een zesjaars schema. Julia beschrijft een schema voor minimaal vier jaar.)

De gewasgroepen peulgroenten, kolen, bladgroenten, vruchtgewassen, wortels en knollen, nachtschades en ook groenbemesters worden elk in een pagina of vier beschreven. Met de plussen en de minnen, waar je dus op moet letten. Zoals koolkragen bij de kolen. Het boek heet De Mooie Moestuin, dus veel van de voorbeeldgroenten die worden genoemd, zijn mooi om te zien (paarse boerenkool, boomspinazie, gierstmelde, mooie bloemen van de ananaskers, enzovoorts.)


Voorbeeldtuinen

De Warmoesch Hoff in Waddinxeen is een tuin die ook in het boek van 2002 voorkomt. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. Tekst en foto’s zijn geheel anders. Het teeltplan en de indeling van de tuin zijn leidend en kort wordt per gewasgroep beschreven welke mooie combinaties in De Warmoesch Hoff worden geteeld. Prachtig beschreven en oh, in 2019 gaan we van die mooie groenten zaaien die daar ook groeien.
Wanndinxveen, de naam zegt het al, is tuinieren op veen. De andere voorbeeldtuin is op klei. De historische hofstede Agthoven.


Bezoektuinen

Bij het schrijven van deze recensie zoeken we natuurlijk links naar de tuinen. Welnu, van de hiervoor genoemde twee voorbeeldtuinen bestaan geen websites. Hiermee is ook duidelijk waarom in dit boek de bezoektuinen apart zijn vermeld.

Moestuin Twickel

Er zijn natuurlijk onnoemelijk veel tuinen de bezoeken. Ook onze eigen tuinen. Julia Voskuil heeft er wel de kersen uitgepikt. En, eerlijk is eerlijk, de meeste kennen we niet. We gaan zeker bij een aantal op bezoek!
De Victoriaanse kassen zijn jaloersmakend en we pikken de tip op om voortaal veldslaras Baron te kiezen (groeit minder plat, dus schoner te oogsten). We hebben zelf een zestal glazen cloches en lezen dat ze op Landgoed Dordwijk door middel van een stokje met inkepingen ‘op lucht’ kunnen worden gezet. Goed idee, gaan we ook doen.
En uiteraard aandacht voor de tuin van Villa Augustus in Dordrecht. Deze geniet landelijke bekendheid, dus huppekee, over naar de kasteelmoestuin van Twickel in Delden. Deze bezoektuinen zijn natuurlijk voor de gewone moestuinier niet te evenaren, maar het is wel verrekte mooi om te zien en inspirerend.
De Boschhoeve is onze – hemelsbreed gezien – achterbuur, die kennen we persoonlijk. Maar waar we graag eens een kijkje willen nemen is Ridderhofstad Hindersteyn. En tot onze diepe schaamte zijn we nog nooit in de Rode Tuin van Arboretum Kalmthout geweest. Zo zie je maar weer. Kasteel Hex, daarentegen, kennen we. De tuinman van Hex schrijft dit jaar in elk nummer van Seizoenen, wij deden dat in 2017. Museumtuin Gaasbeek is geheel nieuw voor ons. Ligt aan de zuidrand van Brussel. De DakAkker in Rotterdam is als ‘Aparte Bezoektuin’ in een apart hoofdstukje opgenomen. Het is te veel om op te noemen.


Lijsten en tabellen

Achterin het boek de lijsten met mooie groenten. Hoewel de overzichten aantrekkelijk zijn, snappen we de indeling en koppen daarboven niet helemaal. Of helemaal niet.
‘Overblijvende planten die lang mooi blijven’ bevat per gewasgroep enkele namen van soorten. Maar ‘lang mooi’ is wel betrekkelijk als we postelein en radijs erbij zien staan. De tabel geeft per soort aan of ze kort, lang, tot in de winter enzovoorts leven. Dus dan klopt de titel niet. Daarna een uitgebreid overzicht van de kolen. Per soort of ondersoort worden de mooiste rassen genoemd. De mooiste bloemkolen, de mooiste boerenkolen. Ooit van kailan gehoord? Wij niet. De mooiste spitskolen. Hemeltje, vrijwel geen enkele zaaien wij in onze tuin. Ja, palmkool, maar die kent maar een ras.
Maar nu verwachten we ook zo’n overzicht voor bladgroenten, vruchtgewassen en wortelen en knollen. Dat dus niet. Wel een tabel ‘mooi en smakelijk’ waarin tomaten, kool, wortels, maar ook kruiden. Begrijp me niet verkeerd: het is ontzettend handig om zo veel soorten en rassen te zien. Maar de indeling is uh…. verrassend.


Tenslotte nog twee zaaikalenders. Een voor de groenten en een voor de kruiden. Handig! maar ook daar kan je een boek over schrijven. En de adressen. Hé, leuk, wij staan bij de adressen voor zaden, kruiden en bloemen. Ja, Julia kent de goede adressen 🙂

DakAkker Rotterdam

 

Plaats een reactie