Tot in de hemel

Tot in de hemel is een lijvige roman dat blijft boeien en veel lagen kent. Het is opgebouwd in vier delen, die lang niet allemaal even dik zijn. De schrijfstijl is over het algemeen vlot en soms met tongue-in-cheek humor. In essentie gaat om de onwetendheid van de mens, het belang van de natuur, de oeroude bossen, kortom, het eco-systeem en het voortbestaan van de mensheid. Powers beschrijft het wel en wee van een aantal personen, die op het eerste gezicht totaal verschillend van aard zijn. Maar één ding bindt hen.

In het eerste deel, Wortels, worden de hoofdpersonen geintroduceerd: familie- en culturele achtergrond en de relatie met bomen. Of er worden in hun kinderjaren een of meer bomen geplant, of de boom is al generaties oud zijn, zoals bij de familie Hoel.

De opkomst en soms ook ondergang van de families leest lekker weg, soms doet het aan de vroege John Irving denken. Is het Garp of Douglas Pavlicek – die “is zo zuinig op zijn geestelijke gezondheid dat opletten lang niet altijd zo belangrijk is als bezig blijven.” Douglas is piloot en wordt met zijn militaire vrachtvliegtuig door de Rode Khmer neergeschoten. Hij komt terecht in een banyan en daaruit wordt gered door pelgrims, die door de zuilengang van de bovengrondse steunwortels lopen en onder de boom een plechtigheid uitvoeren. Het is maar een voorbeeld van de af en toe heerlijk absurde beelden, die Powers schetst.

De boodschap van de auteur sluit naadloos aan met wat Arita Baaijens ons in Zoektocht naar het Paradijs probeert te vertellen. We zien maar de helft van alles. In dit geval, de helft van bomen. Dat wat onder de grond zit, kennen we nauwelijks.

Het boek is gelardeerd met snedige en soms diepzinnige opmerkingen (“De winter is langer dan de openstaande rekening van de beschaving”) en natuurfilosofische beschouwingen. Doch de rode draad is dat de inmiddels volwassen hoofdpersonen in het deel Stam tot actie overgaan. Actie tegen het kappen van woudreuzen; bomen van een paar duizend jaar oud worden slechts als hout gezien. En in de hedendaagse opvattingen: hout levert geld op. Of het nu voor bouwprojecten is of biomassa voor Nederlandse elektriciteitscentrales.

Powers heeft grondig onderzoek gedaan. Zowel qua kennis van bomen en planten, als ook ziekten en plagen, resultaten van wetenschappelijk onderzoek en (toenmalige) actualiteit is in zijn boek verwerkt.


De tamme kastanje valt uiteindelijk in heel Amerika ten prooi aan een ziekte. Behalve die ene….

Als lezer wil je weten of alle hoofdpersonen elkaar uiteindelijk ontmoeten. En hoe het afloopt. Naarmate het boek het einde nadert, wordt de auteur meer en meer lyrisch over de rol en betekenis van bomen: de natuurwaarde, de biodiversiteit op aarde en dus het menselijk bestaan. Het wordt zelfs een beetje storend. Maar Powers is overtuigd van zijn boodschap en hij wil het ons inwrijven. Dat hoeft niet, dat weten we al, anders zouden we dit boek niet zijn gaan lezen.

Wij hebben al met al van het boek genoten. En vooral omdat je er tijdens het lezen je ervan bewust van wordt dat deze roman op ware gebeurtenissen heeft gebaseerd. Dat maakt het intrigerend. Geen pure fictie dus. Maar ook geen factie.
Naast het gedrukte boek hebben we het als eBook gekocht, want anders zouden we nog steeds aan het lezen zijn (een eBook neem je makkelijker mee dan een pil van ruim zeshonderd bladzijden – waarvoor dan natuurlijk wel bomen zijn gekapt. FSC-papier of niet. Het ware helemaal fraai geweest als de uitgever gekozen had voor 100% recycled papier.)


TitelTot in de Hemel
VanRichard Powers, mooi vertaald door Jelle Noorman
UitgeverAtlas Contact
ISBN978 9025 4527 73
Verschenen22 augustus 2018
Prijs€ 29,99
Verkrijgbaar bijHaal het bij de echte boekhandel of koop het in deze webwinkel, dan verdienen ze ook wat

Het is leuk dit boek te lezen met de kennis van de laatste wetenschappelijke ontdekkingen over, met name, het ondergrondse leven. Bijvoorbeeld dat planten bij voedselcompetitie de eigen soort voor laten gaan. Of de prachtige symbiose van bodembacteriën die bomen fosfaten geven in ruil voor suiker. En natuurlijk behoeft het geen toelichting dat bomen CO2 omzetten, ons voedsel verschaffen en geneesmiddelen, dat bodem de aarde vasthouden, dat bossen voor verkoeling zorgen. En dat monoculturen, ook bij bossen, alleen maar meer ellende opleveren.

Dat probeert Powers ons duidelijk te maken. Met rücksichtslose kap maken we meer kapot dan een rij stammen. Terwijl we dit schrijven, is op de radio de enorme hitte en waterschaarste in India onderwerp van gesprek. De correspondent noemt een van de oorzaken dat de mensen zelf voor verdorring hebben gezorgd door rigoureuze kaalkap in de thans getroffen gebieden.


De ontdekking van Patricia Westerford, waardoor ze eerst voor gek wordt versleten en later gerehabiliteerd

In grote lijnen volgen we Nicholas Hoel, Mimi Ma, Adam Appich, Ray Brinkman en Dorothy Cazaly, Douglas Pavlicek, Neelay Mehta, Patricia Westerford en Olivia Vandergriff. De een ontwikkelt zich tot kunstenaar, de ander tot computerspelontwikkelaar en bouwt aan een virtuele, alles omvattende groene wereld. Patricia Westerford is wetenschapper, wordt door de zittende klasse verguisd vanwege haar opzienbarende onderzoeksresultaten, maar later gerehabiliteerd. Olivia Vandergriff is een irritante studente die door een bijna-dood-ervaring een extra dimensie aan haar bewustzijn krijgt toegevoegd en een sympathiek medium wordt tussen bomen en de mens. Zij is een verbindende factor.


Humboldt Redwood Company website

In het deel Stam gaat het om het actievoeren. De nogal brave, maar betrokken mensen worden gekwetst, verongelijkt en boos als ze zien hoe bossen worden gekapt en hoe de overheid daar vergunningen voor verstrekt. Vanuit hun verontwaardiging worden ze eco-activisten. Misschien zijn ze wel de harde kern. Want naarmate de protesten worden genegeerd, worden de acties radicaler. Eerst in de staat Californië en daarna Oregon. De bosbouwonderneming, die de woudreuzen omhaalt, heet in het boek Humboldt Timber. Ironisch, omdat Alexander von Humboldt zo’n beetje de eerste was die de grote waarde van de natuur ontdekte. Maar de trieste waarheid is dat Humboldt Redwood Company bestaat.
Op hun website zeggen ze ‘positive impact on environment’. We betwijfelen of Powers het daarmee eens is. En niet alleen Powers.


Kustmammoetboom in Big Basin Redwoods State Park, foto:Wiki Commons, Brian Gratwicke

Woudreus Mimas

En Mimas is de naam van een pakweg tweeduizend jaar oude boom. Nicholas en Olivia bivakkeren een lange tijd in de top van de boom, om kappen tegen te houden. Mimas betekent reus – in de Griekse mythologie is Mimas een van de giganten. Ook hier speelt Powers: Humboldt is ook de naam van een county in Californië waar veel van de redwood woudreuzen staan. De county noemt zich California’s Redwood Coast.
Redwood is de Amerikaanse naam voor Sequoia sempervirens, de kustmammoetboom, de hoogste boom ter wereld. Naaste familie van de ‘giant sequoia’, de mammoetboom, de zwaarste boom ter wereld.

Voor wat betreft Oregon heeft Powers zich ongetwijfeld laten inspireren door de Cascadia Forest Defenders. In zijn boek vestigen de actievoerders zich in een kamp in het bos dat wordt gekapt. Ze werpen een wal op en graven er een gracht omheen. Er hangt een spandoek met de tekst De Vrije Bioregio Cascadië.


Kruin

Het derde deel, Kruin, begint met de nasleep van de brandstichting c.q. mislukte aanslag op een resort, dat midden in het bos zou worden gebouwd – en uiteindelijk ook wordt gebouwd, want vergunning is vergunning, toch? Bij de aanslag is Olivia omgekomen. De lieve mensen die actievoerders werden zijn van slag. Ze gaan uiteen, ieder zijn weg. Nick’s eerste overnachting is op de stronk van Mimas.


…. waar hij en Olivia bijna een jaar hebben gebivakkeerd.

In dit deel van het boek verschuift het accent meer naar Neelay, Patricia, Ray en Dorothy. Zij voeren op hun manier actie. Neelay met zijn zeer succesvolle onderneming Sempervirens (….), maar hij krijgt zijn ontwikkelaars niet mee met het idee om een complete virtuele wereld als computerspel te ontwikkelen. Dan doet hij het zelf maar. Ray en Dorothy hebben het niet makkelijk, want Ray heeft een hersenbloeding gehad en kan alleen nog maar woorden pruttelen. Desalniettemin komen ze nader tot elkaar, hun tuin wordt natuur waar ze van genieten. Met name Ray, die weinig anders kan dan uit het raam kijken. Maar “verwildering” pikt de gemeente niet.
Patricia Westerford is tegen wil en dank nu een gevierd wetenschapper die nog steeds niet helemaal wordt begrepen. Haar boeken verkopen in deze tijd van groeiend maatschappelijk bewustzijn als een tierelier en verschaffen haar kapitaal, dat dan weer wel. En daar laten we het even bij, anders verklappen we teveel.

Eco-activisten in Oregon

Lezen de eerste twee delen lekker weg, in de laatste delen draaft Powers soms wat door in zijn schier lyrische beschrijvingen van wat bomen, het woud allemaal in zich draagt en voor de mensheid kan betekenen. Dat begint te storen, zeker als je al vierhonderd van de zeshonderd bladzijden hebt gelezen. Enfin, op die alinea’s passen we het snellezen toe. Maar het maakt het boek niet minder betekenisvol.

Judas en Jezus

Of begint het met zaad? Het laatste deel Zaden beslaat pakweg veertig bladzijden. Het is de epiloog. Douglas en Adam zitten in de gevangenis, Douglas is een Judas en Adam een Jezus die zich voor de anderen heeft opgeofferd met twee maal levenslang gevangenisstraf. Hij is, dankzij Douglas, met de aanslag in verband gebracht en zwijgt over de anderen. De rechtbank veroordeelt hem voor binnenlands terrorisme – “pogingen om met intimidatie of dwang het regeringsbeleid te beïnvloeden – strafbaar volgens de Terrorist Penalties Enhancement Act.” Douglas heeft spijt van zijn stommiteit.

Neelay timmert door aan zijn virtuele wereld. Bots – luisteraars genoemd – grazen alle informatie over de hedendaagse samenleving bijeen en interpreteren dat – de leerders. Zij leren de mens op een meta-niveau kennen. Op het moment dat het boek uit is, zijn de luisteraars en leerders nog bezig. Maar eens weten ze alles. Herkennen ze alles, kennen consequenties en voorspellen gedrag. Wie weet wat dat gaat brengen?

Native Americans

Mooi is dat Nicholas tenslotte in contact komt met native Americans, Indianen in onze termen. Zij die altijd in en met de natuur hebben geleefd. Mrs. M ging, alweer wat jaren geleden, met onze dochter naar Canada, die een jaar aan de Universiteit van Winnipeg zou studeren. Ze maakten samen een trektocht langs en door de natuur, van Toronto naar Winnipeg. Weer thuis was Mrs. M onder de indruk van de relatie die de Indigious People met de natuur hebben. En met name het respect ervoor. Ze vindt dat een lichtend voorbeeld voor ons, de Westerse materialistische mens waarbij de economische groei het meest belangrijke van het aarde leven schijnt te zijn.
Mrs. M ging dit boek ook lezen, maar stopte.
“Saai,” zei ze.
Maar nu heeft ze het toch weer opgepakt, ze is bij Douglas die neerstort in de banyan. Eens kijken of ook zij toch nog gevangen wordt en het coûte que coûte wil uitlezen


4 gedachten over “Tot in de hemel”

  1. Tip: Maak gelijk een lijstje met hoofdpersonen en korte info. Het boek is zo dik, ik kon het niet in korte tijd uitlezen en raakte steeds de draad kwijt.
    T.z.t zal ik het nog eens lezen (met naamlijstje erbij).

    Los daarvan, ik bleef met een somber gevoel achter n.a.v. dit boek. Natuurlijk omdat de huidige mensheid geen respect heeft voor bomen. Maar ook word ik somber dat sommigen van ons hun eigen (lichamelijke) grenzen overschrijden om een boom te redden. Dat werkt namelijk niet.
    We hebben structureel meer aandacht nodig voor onze natuurlijke omgeving en kennis wat bomen (en diversiteit) daarin betekenen. Zelfs voor het allerkleinste beginnende boompje.

    Beantwoorden
    • Ik had minder moeite met de namen, alleen die van Ray en Dorothy – het duurde wat lang eer die weer opdoken. Maar ik kan me het goed voorstellen. Een van de recensenten van de dagbladen, ik meen Trouw, maakte een opmerking dat Ray en Dorothy bij het lezen van Oorlog en Vrede moeite hadden met de vele namen. En dat had hij, net als jij, ook met dit boek.
      Somber.
      Ik weet het niet. De activiteit van Neelay wel, maar ik heb dan ook een hekel aan virtuele werelden. Geef mij de echte. En als die niet goed genoeg is, maak het dan goed. Met zijn allen. Voor de rest is het boek een aanzet tot groter bewustzijn. Ook dit boek. En dat bewustzijn groeit, dat we meer diversiteit – geen monoculturen – nodig hebben. Nu weer met de eikenprocessierups. Geen eikenlanen, maar gemixt. En de koolmees en andere vogels verdienen een kruidenrijke berm.

      De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn echtgenote nu twee keer in het boek is gestart en gisteravond weer weg heeft gelegd: “Saai,” zegt ze.

      Beantwoorden

Plaats een reactie