Asperge-spinazie-gratin

Schil de asperges, wij gebruiken een beugel-dunschiller. Eventueel twee keer als u bang bent dat er ‘draden’ aan blijven. Snijd het kontje er royaal af en leg ze een half uur of langer in koud water.

Aspergeschillen kun je gebruiken om er bouillon voor aspergesoep van te trekken. (Je kan ook deze asperges er in koken om een nog mooiere bouillon te krijgen. Kook de aspergeschillen dan een minuut of tien en zeef ze er dan uit.)

Asperge koken is een kunst. Van Angélique Schmeinck hebben we ooit geleerd: aan de kook brengen en vuur uit. Anders: kook tien minuten en andere gaarmethoden vind je hier.

Laat de asperges niet te gaar worden. Uitlekken en afkoelen. Bewaar de bouillon, voor de roux die we zo gaan maken en/of later voor een puike aspergesoep.

Verwarm de oven voor op 200^o C.

Was de spinazie. Drie keer is schoon, luidt het gezegde.

Smelt een klontje boter in een stevige pan en smoor daarin de ui zachtjes glazig gaar. Voeg de spinazie toe en laat het al omscheppend slinken. Breng op smaak met peper en zout en wat nootmuskaat.

Met 30 gram boter, 30 gram bloem en wat van het aseprgekookvocht en de kaas, maak je een saus. Een roux. Smelt de boter in een steelpan op laag vuur, meng de bloem erdoor en blijf roeren. het wordt een deegklont.

Deze los je op met de melk. Het wordt een dikke saus die u dunner maakt met het aspergekookvocht. Tenslotte de helft van de kaas erdoor. Dat kan het beste door wat saus apart te nemen, de kaas er goed door te doen en dan het geheel terug bij de rest van de saus. Het moet geen dunne soep worden, maar een lekkere vloeibare saus.

Drapeer de asperges in het gelid in een ovenschaal. Schep de spinazie eroverheen. Giet de saus erover. Strooi de rest van de kaas erover en misschien nog wat vlokjes boter. Zet pakweg een half uur in de oven. De saus krijgt een bruine kleur.