De avond tevoren zet je een hoeveelheid droge kikkererwten in een schaal om te weken. (Wij doen altijd meer dan nodig, de rest gebruiken we de volgende dagen.)

De volgende ochtend de kikkererwten een uurtje koken en dan afgieten en uit laten lekken.

Doe het kikkererwtenmeel en de bloem door een zeef in een kom en meng goed.

Doe suiker, zout en ei erop. Snipper de koude boter erover en meng met de vingertoppen tot een kruimelig deeg.

Doe de melk erbij; kneed tot het een soepel deeg is. Wikkel in folie en leg minstens een uur in de koelkast.

Verwarm in een stevige pan wat olijfolie en fruit de teen knoflook. Voeg de uitgelekte kikkererwten en een takje rozemarijn toe. Laat ongeveer tien minuten op zeer laag vuur – of vuur uit – op smaak komen.

Breng op smaak met peper uit de molen en zout en wat van de fijne kruiden. Verwijder zowel de knoflook als de rozemarijn. Oftewel: we hebben wat smaakvolle olie.

Trek het koolblad van de ribben (de ribben doen we weg, naar de varkens of composthoop). Was het blad.

Stoof het blad – dus met aanhangend water – met in de op smaak gemaakte olijfolie de pan op zeer laag vuur met het deksel erop tot het blad zacht is.

Breng op smaak met peper en zout. Laat het afkoelen en hak het betrekkelijk fijn – het moet geen puree worden.

Haal het kruimeldeeg uit de koelkast. Strooi wat bloem op het aanrecht en bebloem de deegroller. Rol het deeg met lichte bewegingen uit. Draai de plak regelmatig om te voorkomen dat het gaat plakken. Ga zo door tot je een cirkel krijgt die 5 à 7 cm groter is dan de omtrek van de bakvorm.

Vet de bakvorm in met boter en bestuif het met bloem.

Verwarm de oven voor op 180° C

Rol het deeg rond de deegroller en leg het in de vorm. Zorg ervoor dat de randen goed vast staan, snijd het overtollige deeg weg. Zet ongeveer twintig minuten in de koelkast.

Eerst even blind bakken om straks opbollen te voorkomen: prik gaatjes in de bodem van het deeg. Leg er een vel bakpapier op en daarop enig gewicht. Wij gebruiken zgn bakbonen, bolletjes klei/aardewerk. (Droge – echte – bonen of rijst kan ook.)

Bak ongeveer 18 minuten. Verwijder dan de bakbonen en het bakpapier. Bak nog een minuut of vijf door op 170° C.

Meng in een kom de ricotta met de palmkool, kaas, harissa, kruiden, eieren en een deel van de gekookte kikkererwten. Meng goed.

Haal de taartvorm uit de oven. Vul het met de palmkoolmassa, leg rest van de kikkererwten erop zodat ze een beetje in de vulling zinken. Bak het geheel nog een kwartier tot een half uur op 180°C (even in de gaten houden: de vulling moet stevig worden en een beetje bruin van boven).

Haal uit de oven en laat afkoelen.