De allerblauwste bloemetjes in de berm zijn van de wilde cichorei. Het is een wat rommelige plant die ook van rommelige plekjes houdt. Gastauteur (en herborist in opleiding) Lia Hol schrijft over deze prachtige en nuttige plant. Zij maakte er kennis mee in een Zuid-Afrikaanse B&B.
Eetbaar
Alles aan de wilde cichorei is eetbaar. Het jonge blad, vóór de bloei geplukt als het nog niet zo bitter is, kun je gebruiken in salade of als gestoofde groente. Rembert Dodoens wist dat al te melden in het Cruydt-Boeck uit 1644. Er werd ook een zachte witte ‘molsla‘ variant van gemaakt door er een pot overheen te zetten en het zo in het donker te laten uitlopen. Doe eens gek en maak er bitterballen mee, of risotto. Het schijnt, zo meldt Marcel de Cleene in De Naturalis Historia, ook als voedergewas voor melkvee geteeld te zijn in het verleden.
De ozomooie blauwe bloemen kun je (met mate, want ze smaken nogal bitter) gebruiken om een voorgerechtje mee te garneren. De bloemknopjes kunnen in zuur worden ingelegd (zoals kappertjes). De wortel is ook eetbaar, maar wordt vooral gebruikt vanwege zijn geneeskrachtige werking en er wordt een koffie-surrogaat uit geproduceerd. Ze waren ook ooit een goed varkensvoer. En ‘Eetbare wilde planten‘ weet nog te melden dat het gedroogde blad als tabaksvervanger werd gebruikt.
Familie
De wilde cichorei, Cichorium intybus var. intybus (die soms ook wel eens aangeduid wordt als C. intybus var. sylvestris), staat aan de basis van een aantal gecultiveerde planten. We kennen als bladgroenten enerzijds witlof en roodlof (Cichorium intybus var. foliosum) en anderzijds groenlof (Cichorium intybus var. foliosum f. cylindricum). En dan is er ook nog de variëteit die voor de wortel geteeld wordt: Cichorium intybus var. sativum. Iets meer op afstand staan andijvie (Cichorium endivia), waarvan dan ook nog een krulbladige variant (C. endivia var. crispum) en een heelbladige ( C. endivia var. latifolium) bestaat, en de wilde andijvie (Cichorium pumilum), die ook wel dwerg-cichorei wordt genoemd.
Namen
De wilde cichorei kent een breed scala aan verschillende volksnamen, zowel in het Nederlands als in andere talen. Zo’n veelheid aan benamingen is vaak een teken dat een plant al heel erg lang gebruikt wordt door mensen. Wat bij deze plant ook zeker het geval is. We lichten er een paar namen uit.
Om te beginnen: ‘suikerij’. Als woord simpelweg een verbastering van cichorei, maar wel enigszins verwarrend omdat de naam suikerij ook voor groenlof wordt gebruikt. En groenlof (Cichorium intybus var. foliosum f. cylindricum) is weliswaar een naast familielid van de wilde cichorei, maar zeker niet hetzelfde.
‘Wegenwachter’ is een andere naam voor de wilde cichorei en komt overeen met de Duitse naam ‘Gemeine Wegwarte’. Vanwege zijn plek in de berm natuurlijk. En als we het dan toch over Duitsland hebben: Er wordt wel gesproken over ‘Duitse koffie’, vanwege het gebruik van de cichorei-wortel als koffie-surrogaat in de Tweede Wereldoorlog.
Een andere naam die opvalt is ‘verwende juffer’. Verwant daaraan zijn de Duitse namen ‘Faule Gretl’ en ‘Verfluchte Jungfer’. Ze hebben te maken met een legende uit de Middeleeuwen, waarin een jonkvrouw verloofd was met een ridder die op kruistocht ging en niet terugkwam. Er zijn verschillende versies van het verhaal (meer of minder aardig voor het meisje), maar het eindigt ermee dat de jonkvrouw wordt vervloekt en eeuwig langs de weg moet staan om op haar geliefde te wachten: de wegenwachter. En de luiheid in Faule Gretl (faul betekent lui in het Duits) wordt soms verklaard doordat de bloemen van de wilde cichorei zich in de middag alweer sluiten. Een luie bloem dus.
Tenslotte vind je tussen de volksnamen voor cichorei ook de naam ‘hemelsleutel’. Het verhaal gaat dat de apostel Petrus zijn sleutels liet vallen op aarde. Een engel haalde ze terug en op die plek groeide de plant met hemelsblauwe bloemen, de hemelsleutel. Dit is wel mijn favoriete uitleg. Maar ook verwarrend, want de naam hemelsleutel geven we ook aan de prachtige laatbloeiende vetplant Sedum telephium.
Latijnse naam
Voor wat betreft de officiële Latijnse naam cichorei/cichorium: het is niet helemaal duidelijk waar die vandaan komt. Er is mogelijk een relatie met het Griekse woord kikhórion: lofplant. En dat lijkt weer gerelateerd aan het Arabische kuk(u)ru, dat op zijn beurt samenhangt met het Soemerische gurgur, de naam voor een aromatische plant. Een verdere verklaring is dat het afgeleid is van de Griekse woorden kioo (weggaan) en choorion (plaats in de buurt waar mensen wonen of, andere uitleg: naast het veld groeiend).
Het tweede lid van de Latijnse naam, intybus (waarvan overigens de naam andijvie afstamt) is mogelijk afkomstig van het Arabische woord hendibeh, dat verwijst naar het melksap dat vrijkomt als je de stengels breekt. Of van het Griekse entomos dat ingesneden betekent, vanwege het ingesneden blad. Of, tenslotte, van het Latijnse woord tubus, dat buis betekent, vanwege de holle stengel. Of van het Latijnse tuba, dat duidt op een glazen buis die om de plant werd gezet. Of via het Oudfranse endive, endivie, via middeleeuws Latijn endivia naar Latijn intibea dat komt van het Griekse entúbion, éntubon dat ‘in februari groeiende plant’ betekent en komt van het Koptische ṭūba dat ‘februari’ betekent, de oogstmaand. Zegt u het maar.
Herkomst en standplaats
Wilde cichorei komt uit het Middellandse Zeegebied, maar is inheems in Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Waarschijnlijk is het, net als de oude cultuurvormen zoals andijvie, als zogenaamde archeofyt in Nederland terecht gekomen. Dus meegebracht door mensen, mogelijk de Romeinen, toen die optrokken naar Noordwest-Europa. Voor de wilde cichorei wordt niet uitgesloten dat die al langer geleden zelf de weg naar het noorden had gevonden.
Wilde cichorei houdt van rijke, vochtige maar wel goed doorlatende grond, maar het groeit ook op arme of platgetrapte grond. Het is een zonliefhebber. De plant is meerjarig en winterhard.
De kans is groot dat je wilde cichorei tegenkomt in een berm of op een parkeerplaats langs de snelweg. Het is een beetje een rommelig ogende plant met blauwe bloempjes. Dan moet je wel in de ochtend zijn en droog, zonnig weer treffen, want dit kruid opent zijn bloemen tussen ongeveer 6 en 7 uur ’s morgens en geurt dan ook. Tegen 12.00 uur stopt de bloem met geuren en sluit zich. Om circa 15.00 uur verwelkt de bloem. Wilde cichorei wordt daarom vaak aangeplant in een bloemenkloktuin; een tuin waarin je aan bloemen de indicatie van de tijd kunt aflezen
Gebruik
Cichorei is al duizenden jaren bekend als een nuttige en geneeskrachtige plant. Het werd door de oude Egyptenaren en Grieken gebruikt. De Romeinen aten het als groente. Vanaf de zeventiende eeuw werd cichorei veredeld en ook bij ons verbouwd en gegeten als groente (witlof, groenlof, radicchio). De smaak werd door selectie minder bitter en de geneeskrachtige eigenschappen verminderden.
Lia: “Ik hoorde voor het eerst van cichorei in Zuid-Afrika. Samen met mijn man runde ik daar een paar maanden de B&B van vrienden van ons. En daar hadden we drie soorten koffie. Cichoreikoffie voor het zwarte personeel, oplos-Nescafé voor de Zuid-Afrikaanse B&B-gasten en koffie van gemalen (diepgevroren) koffiebonen uit Ethiopië voor de Nederlandse eigenaren. Ieder zijn eigen koffie.”
De geschiedenis van cichoreiwortels als koffie gaat terug naar de tijd van Napoleon. Tijdens de veldtochten van Napoleon groeven de hongerige soldaten overal in Europa langs de weg cichoreiwortels op uit de berm en roosterden die, als aanvulling op hun magere rantsoenen. Ze smaken bitter, maar door het roosteren krijgen ze een wat karamelachtige smaak. Die smaak bleek ook een prima basis als surrogaat voor koffie. Het werd ‘peekoffie’ genoemd – de ‘n’ is verloren gegaan, want bitterpeen was de andere naam voor cichoreiwortel. In Nederland had dominee J.H. Nieuwold in Warga in Friesland dit ook ontdekt. Hij verbouwde waarschijnlijk als eerste in Nederland cichorei om koffie van te maken. Vanaf het eind van de 18e eeuw met het hoogtepunt in de 1e helft van de 19e eeuw werd cichorei vooral in Friesland, maar ook in Groningen, Twente en Zeeland en Zuid-Holland op grote schaal verbouwd. In cichoreifabrieken werden de wortels gebrand en vermalen tot een donkerbruin poeder. In de eerste helft van de 19e eeuw waren in Nederland maar liefst 128 cichorei-fabriekjes. De laatste sloot in 1968. Maar anno nu is het weer hip: in Bunnik maken ze Chikko Not Coffee.
Cichorei is vaak gebruikt om schaarste aan koffie op te vangen door het te mixen met koffie of de koffie helemaal te vervangen door cichorei. Bijvoorbeeld in de Tweede Wereldoorlog werd cichoreikoffie als surrogaatkoffie op de markt gebracht toen voorraden koffie en thee opraakten. Die ‘koffie’ bestond uit gerst aangevuld met erwten, veldbonen, cichorei, eikels en tulpenbollen. Deze gemixte koffie was dan niet zuiver en daar komt dan ook de uitdrukking ‘dat is geen zuivere koffie’ vandaan.
Inmiddels wordt cichorei weer op redelijk grote schaal verbouwd, met name voor de productie van inuline.
Uiterlijk
Cichorei als bladrozet dat (nog) niet bloeit lijkt wel wat op paardenbloem. Als je de plant zou uitgraven en wat beter bekijkt zie je het volgende:
- Een flinke penwortel die aan de bovenkant sterk verdikt is en waaruit een rozet donkergroene bladeren groeit, lancetvormig, getand.
- De bladeren hogerop aan de ronde holle lichtbehaarde stengel worden kleiner en smaller en hebben geen bladstengel.
- In de bovenste bladoksels verschijnen opvallende hemelsblauwe bloemen van 3-5 cm groot.
- De plant is 30-120 cm hoog.
- Bloeit van juli tot november.
- De zaden zijn 2-3 mm lang.
Wat we zien als bloem is eigenlijk een krans van lintbloemen. Iedere lintbloem van de cichorei heeft een stempel en, heel bijzonder, blauwe meeldraden. Ieder lintbloempje is 5x getand. Die tandjes zijn restanten van 5 bloemblaadjes die ooit in de evolutie het bloemetje vormde. Een lintbloem is dus eigenlijk een gereduceerde bloem.
Heilzame toepassingen
Van de cichorei werd gezegd dat het spijsvertering bevorderende eigenschappen heeft en de maag versterkt. Het werd in de volksgeneeskunde ook gebruikt bij oogklachten, als diureticum, als algemeen zuiverend en aansterkend middel, als koortswerend en als laxeermiddel.
Van de wilde cichorei wordt voor heilzame toepassingen vooral de wortel gebruikt die in de herfst geoogst wordt als het gehalte aan werkzame stoffen het hoogst is. De wortel wordt verwerkt in tincturen, theemengsels en siropen.
De belangrijkste inhoudsstoffen van de cichoreiwortel zijn volgens het Groot Handboek Geneeskrachtige Planten: bitterglycosiden (0,1 a 0,2 %) en koolhydraten: inuline (20 à 50 %), fructose (4,5 à 10 %) en pentosanen (5 à 7 %). Verder bevat de wortel onder meer flavonoïden, vitamine C, B1, B2 en choline, minerale zouten, ijzer, magnesium, fosfor, kalium, natrium, coumarines en cellulose.
De zuivere bitterstoffen in de wortel stimuleren met name de galdrijving (cholagogische werking), de galvorming en de leverfunctie (choleretische werking). Verder werken deze stoffen eetlustopwekkend en bevorderen zij de maagwerking en de spijsvertering. De wortel kan daardoor worden ingezet bij leveraandoeningen zoals een verzwakte lever of geelzucht, wanneer er te weinig galafscheiding is, bij vermindering van eetlust (anorexia), bij winderigheid en oprispingen.
De inuline geëxtraheerd uit de wortel kent een groot aantal eigenschappen en toepassingen. De laatste jaren is er veel aandacht voor inuline, omdat het kan helpen de bloedsuikerspiegel onder controle te houden en een gezond gewicht te ondersteunen.
Wat is inuline? Inuline is een caloriearme, in water oplosbare vezel die behoort tot de fructanen, een bepaalde categorie koolhydraten. Inuline wordt niet in de dunne darm verteerd en vormt in de dikke darm een uitstekende voedingsbodem voor goede bacteriën. Het is dus een prebioticum. Wanneer je de vezel consumeert wordt het een gel-achtige substantie. Die stimuleert door de druk tegen de darmwand de peristaltiek en daarmee de passage door de darmen. Inuline kan daarom helpen bij constipatie. Een betere stoelgang kan er ook voor zorgen dat procarcinogene stoffen (dat zijn stoffen die door de stofwisseling in het lichaam kankerverwekkend kunnen worden) sneller het lichaam verlaten. Inuline heeft nog een belangrijke eigenschap, namelijk dat het een koolhydraat is met een hypoglycemische werking die de bloedsuikerspiegel na de maaltijd nauwelijks verhoogt (hypoglycemie is 'te lage bloedsuikerspiegel', dus hypoglycemische werking is verlaging of niet verhoging van de bloedsuikerspiegel). Omdat het wel licht zoet smaakt, is het een interessante stof voor de voedingsindustrie, onder andere als zoetstof voor diabetici. Verder geeft het snel een vol gevoel waardoor je minder eet en dus makkelijker afvalt. En inuline werkt ook nog eens cholesterolverlagend door een snellere afvoer van galzuren waardoor de lever cholesterol uit het bloed moet halen om nieuwe galzuren aan te maken. Geen wonder dat er veel onderzoek gedaan wordt naar het gebruik en de toepassing van inuline!
En als echte koffie door klimaatverandering schaars wordt (lees dit) dan toch weer mengen met cichorei?
Cichorei heeft een gunstige invloed op de wormenbesmetting bij schapen. Belangrijk, want alle schapen krijgen wormen, soms krijgen ze er flink last van en omdat de afgelopen decennia kwistig ontwormingsmiddelen werden gebruikt zijn veel wormenstammen resistent geworden.
https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2018/03/07/minder-wormen-bij-schaap-door-cichorei
Schapen eten het ook graag – ik merk dat mijn melkschapen direct meer melk geven als ze op een nieuwe wei met cichorei in het gras komen te staan. Niet dat ze er meer van gaan produceren maar ze vinden het gewoon lekker.