De laatste weken zijn vier opmerkelijke signalen de wereld in gezonden die los gepresenteerd worden, doch in nauw onderling verband staan. Gezonde voeding begint bij de landbouw, de wilde genetische bronnen van onze cultuurgewassen worden bedreigd en de gezonde stoffen zijn uit onze groentes weggeselecteerd.
1 |
FAO rapport: The State of Food and Agriculture 2013 |
2 |
Biodiversity International publiceert Core descriptors for in situ conservation of crop wild relatives |
3 |
Voedingswaarde uit ons voedsel geselecteerd |
4 |
Pleidooi voor koppeling landbouw en biodiversiteit |
Aan de bovenstaande punten kan één op één de stijgende kosten voor de gezondheidszorg worden gekoppeld.
De balans (terug)vinden
In het jaarrapport van de FAO [1] staat o.a. hogere landbouwproductie moet helpen tegen ondervoeding. Maar steeds meer landbouwareaal is als een van de oorzaken aangegeven bij de bedreiging van de genetische bronnen van onze cultuurgewassen. En [3] toont aan dat we die genetische bronnen [2] hard nodig hebben om door inkruisen van oorspronkelijke gewassen met de nieuwste rassen weer voedingswaarde terug te krijgen. Kortom: complex. Zie de balans maar (terug) te vinden.
Crop Wild Relatives
De genetische bronnen zijn nodig. Crop wild relatives zijn, zeg maar, de voorouders van onze cultuurplanten: de oersnijbiet, de oerkool, de oersla, de oerwortel en wat dies meer zij. Ze bevatten alle authentieke eigenschappen en kenmerken van de plant en zijn daarom alleen al erg belangrijk. Door opnieuw met heel oude rassen te kruisen kunnen hedendaagse groenten bijvoorbeeld weer resistentie tegen bepaalde ziekten terugkrijgen of aan voedingswaarde winnen.
De toenemende genetische uniformiteit van rassen van gewassen in combinatie met de gevolgen van klimaatverandering maakt deze kwetsbaarder voor stress. De aardappel hongersnood van 1840 werd veroorzaakt door de grootschalige misoogsten als gevolg van een genetische kwetsbaarheid.
In 2009 verscheen het rapport Establishment of a global network for the in situ conservation of crop wild relatives: status and needs, opgesteld in opdracht van de FAO commissie voor genetische bronnen voor voedsel en landbouw.
Dubbele boodschap van FAO
De FAO denkt dat 75% van de genetische diversiteit verloren is gegaan omdat boeren de oude rassen hebben verlaten ten faveure van nieuwe, hoogproducerende rassen.
Net als wilde planten in het algemeen worden ook de voorouders van onze cultuurplanten bedreigd. Voorbeeld: 54% van de 1.155 wilde eenzaadlobbigen wordt bedreigd en 12% zelfs ernstig. Eenzaadlobbigen zijn grassen en granen die voor onze rijst, mais, rietsuiker, meel enzovoorts zorgen. De zaadveredelingsindustrie heeft er geen belang bij oude rassen te bewaren. Zo ontstaan vergeten groenten. Soms worden die nog door ideële clubs, zoals de Heritage Seed Library van GardenOrganic, bewaard en vermeerderd. Soms zijn ze echt helemaal weg.
Op de Crop Wild Relatives Portal is te lezen dat de bedreigingen zijn:
bevolkingsgroei, industriële landbouw, ontbossing, verstedelijking, versnippering. Ze leiden tot verlies van de natuurlijke habitat. Klimaatverandering, stijging van temperatuur, vormt ook een grote bedreiging.
Deze boodschap lijkt haaks te staan op de richting die de FAO in haar rapport [1] aangeeft. Meer opbrengst van de landbouw is nodig. Koren op de molen (….) van de chemieconcerns die zich op de gentech hebben gestort.
Kijk Keuringsdienst van Waarde 2005
Twee argumenten die regelmatig worden gebruikt in de pleidooi vóór gentech zijn:
1. hogere productie, dus de honger gaat de wereld uit. En:
2. er zijn minder bestrijdingsmiddelen nodig.
Monsanto doet dat laatste eer aan met haar RoundUp Ready-zaden. Maïs, soja en andere cultuurgewassen zijn door genetische manipulatie resistent gemaakt tegen het bestrijdingsmiddel RoundUp. Dat is in nette bewoordingen een niet-selectief systemisch totaalherbicide – in gewone taal: allesdoder.
Bij het gebruik van dit soort bestrijdingsmiddelen worden alle onder en tussen de maïs of soja groeiende “onkruiden” gedood. Dus ook de cwr’s.
Het andere argument: hogere productie, dus de honger gaat de wereld uit wordt al zo lang geroepen dat het inmiddels achterhaald is. Honger heeft niets met genetisch gemanipuleerde zaden te maken, maar met macht. Bekijk de uitzendingen van de Keuringsdienst van Waarde over soja (2005). In twee afleveringen wordt helder wat het beleid is en welke humanitaire èn natuurramp zich in Argentinië voltrekt.
De juiste weg – biodiversiteit
Het wordt steeds duidelijker dat de weg van natuur opofferen voor enorme akkers met genetisch gemodificeerde gewassen en de daaraan gekoppelde bestrijdingsmiddelen niet de juiste is. Als we de genetische bronnen van onze groenten (en dieren) kwijt zijn, heeft de mensheid pas echt een probleem.
Daarom komt het pleidooi voor koppeling landbouw en biodiversiteit [4] niet als een verrassing. Ze schrijven in de eerste alinea:
Biodiversiteit in de landbouw is de basis van ons leven op aarde. Het is ook de basis van gezonde en veerkrachtige ecosystemen. Toch is het bedreigd. Biodiversiteit levert meer mogelijkheden voor diversiteit in ons dagelijks dieet, kan kleine boeren helpen om meer voedsel te verbouwen en meer te verdienen, terwijl ze de natuurlijke bron beschermen waar ons en hun eigen leven van afhankelijk is. Het is tijd om boerderijen te herontwikkelen tot productieve, gezonde, veerkrachtige ecosystemen die diversiteit binnen het brede landschap dat voedsel levert behouden.
Bij ‘kleine boeren’ moeten we niet alleen kijken naar ontwikkelingslanden. Het is ook een pleidooi voor lokale voedselproductie. Geen soja in monocultuur in Argentinië verbouwen voor varkens in Nederland die we vervolgens over de hele wereld exporteren. Produceer daar waar wordt geconsumeerd. In termen van onze “ontwikkelde” Westerse wereld: streekproducten.