Plant in het zonnetje: hondsdraf

De met stip op één meest voorkomende bodembedekker in De Tuinen van MergenMetz is hondsdraf. Sommigen vinden het een plaag, wij vinden het prachtig. De hommelkoninginnen die in het vroege voorjaar uit hun overwinteringsholletjes kruipen zijn het met ons eens. Maar deze kleine plant heeft nog veel meer te bieden.

Hondsdraf, Glechoma hederacea – foto: Rasbak, Wikimedia Commons

Bovengrondse woekeraar

Hondsdraf is een lipbloemige plant met paarse bloemetjes die rond begin april voluit gaan bloeien en lang doorbloeit. Hij blijft laag, de stengels verspreiden zich over de grond, schieten weer wortel, en breiden zich op die manier snel uit. Het blad is groen en blijft dat soms ook in de winter, maar kan paarsig verkleuren. Het geeft een wat muntachtige geur af als je erop wrijft. Hondsdraf kan nogal woekeren, maar omdat alles bovengronds gebeurt en het niet erg vast wortelt, is het toch redelijk makkelijk in toom te houden. Leuk is het ook om het in te zetten als randjesplant of in bakken of potten, het gaat zo leuk over de rand hangen. Een perfect inheems alternatief voor zoveel andere bloeiende ‘randjesplanten’ uit het tuincentrum.

Hondsdraf heilig kruid

Hondsdraf – foto: Ivar Leidus, Wikimedia Commons

Hondsdraf is geen onkruid, maar een zeer algemene inheemse plant. De naam ‘hondsdraf’ heeft overigens niet zoveel te maken met dravende honden, maar wordt door etymologen uitgelegd als een Middelnederlands woord dat zweerrank of wondkruid betekende. Dat geeft meteen een hint over zijn heilzame werking, maar daarover later meer. De Cleene schrijft in de Naturalis Historia dat deze plant in Vlaanderen ook wel ‘sint-jansranke’ wordt genoemd , omdat er bij de viering van Sint Jan op 24 juni feestelijke kransen van werden gevlochten . Dat is mogelijk dan weer ontstaan uit een oud Germaans gebruik waarbij kransen van hondsdraf (dat als heilig kruid werd gezien) bij plechtigheden om het hoofd gedragen werden. En in de tijd van de heksenvervolgingen dacht men dat je met een krans van hondsdraf op het hoofd tijdens Beltane, Walpurgisnacht of Meiavond (30 april – 1 mei), heksen kon herkennen die normaal gesproken onherkenbaar waren.

In onze tuin, met arme zandgrond, doet hondsdraf het goed op veel plekken behalve in de diepst donkere schaduw en in de volle zon. Ook de allerdroogste of allernatste plekken zijn niet goed houdbaar. Maar bijna alles daartussenin kan hij aan. Een makkelijke en dankbare plant dus. Wij houden hem in ere als bodembedekker die de grond vrijwel jaarrond afdekt en daarmee onder andere verlies van vocht tegengaat. Omdat hij vrij ‘luchtig’ blijft komen grotere vaste planten er makkelijk doorheen. Of je haalt rondom gewoon een beetje weg. Makkelijker dan alles kaal wieden en kaal houden, en beter voor de bodem.

Vroege bloeier is fijn voor bijen en vlinders

Wikipedia vertelt ons dat op hondsdraf een aantal solitaire bijen vliegt: andoornbij (Anthophora furcata), bosmetselbij (Osmia uncinata), blauwe metselbij (Osmia caerulentes), gewone sachembij (Anthophora plumipes), gouden slakkenhuisbij (Osmia aurulenta), grote wolbij (Anthidum manicatum) en kattenkruidbij (Anthophora quadrimaculata).

Vlinder Spaanse vlag, niet op hondsdraf – foto: Jean-Pol GRANDMONT, Wikimedia Commons
Citroenvlinder op hondsdraf – foto: Thomas Bresson, Wikimedia Commons.

En Ecopedia.be weet dat hondsdraf ook waardplant is voor het bont dikkopje (Carterocephalus palaemon) en de Spaanse vlag (Euplagia quadripunctaria). Maar ook voor vroeg vliegende vlinders zoals de citroenvlinder (Onepteryx rhamni) en voor de eerste hommels is de vroeg bloeiende hondsdraf een zegen.
In de lijst van meest door bijen bezochte bloemen, die WUR samenstelde, staat het nét buiten de top 10 op nummer 13 (de paardenbloem staat fier op nummer 1). Maar liefst 52 soorten wilde bijen en hommels maken gebruik van de hondsdraf als voedselvoorziening; 20 daarvan zijn zeldzame soorten. Denk dus nog eens goed na, voor je alle hondsdraf uit je tuin wegtrekt. Het is geen on-kruid.

Eten en drinken – maar met mate

Hondsdraf is één van die planten die in het vroege voorjaar, wanneer de wintervoorraad op is en de moestuin nog lang niks geeft, al geplukt kunnen worden. Samen met zijn vroege vrienden zoals zuring, zevenblad, verschillende look soorten, brandnetel, enzovoorts. Het jonge blad is in kleine hoeveelheden eetbaar. Als het blad ouder wordt (na juni ongeveer) wordt de smaak wat al te bitter. Ook het jonge blad is overigens kruidig bitter van smaak; dat bittere is voor de meeste moderne zoetekauwen al behoorlijk stevig aanwezig. Maar je kunt het jonge blad dus rauw gebruiken, bijvoorbeeld als aanvulling in een salade of kruidenboter. Het wordt ook wel gekauwd om de adem te verfrissen.

Of neem het als smaakmaker mee in een voorjaarssoep, omelet, quiche of stamppot, samen met andere blaadjes uit de tuin. Tip: ik combineer bittere blaadjes zoals van zevenblad of hondsdraf vaak met zuring; het friszure van de zuring brengt balans in de bitterheid. Hondsdraf blad bevat overigens relatief veel saponinen, waarvan je beter niet teveel kunt eten. Vandaar dat je hondsdraf eigenlijk alleen maar kan gebruiken als toevoeging. Met dan nog met mate. En voor de meeste dieren is het niet gezond.

Dranken met hondsdraf

Een andere manier om hondsdraf blad te gebruiken is als thee: het smaakt kruidig en ‘groen’ met ook wat muntsmaak. Het werd en wordt ook toegevoegd aan kruidenlikeur, kruidenwijn en bier. Over dat laatste: Marcel de Cleene vertelt ons dat hondsdraf vóór de zestiende eeuw gebruikt werd voor het helder maken van gistend bier. En ook werd het toegevoegd aan bewaarbieren, vooral als de vaten mee moesten op lange zeereizen.

Hondsdraf – eigen foto

Dan bleef het bier langer op smaak (werd minder snel zuur). Mogelijk houdt deze werking verband met het hoge kalkgehalte van hondsdraf. Na die tijd gebruikte men steeds vaker hop hiervoor.
Tenslotte de bloemen. Net zoals veel andere bloemen zijn die ook eetbaar. Je kunt ze gebruiken als decoratie of gewoon snoepen. Ze smaken zoetig en licht bitter. Lekker.

Heilzame werking

Ookal waren de meest de grote botanisten uit ons verleden meestal arts (zoals Rembert Dodoens, Matthias de Lobel, Steven Blankaart), geneeskrachtig mag je vandaag niet meer over gewassen zeggen. Doch veel planten worden al duizenden jaren door de mens ingezet, als hulp bij kwalen en ziekten. Ze hebben vaak aantoonbaar werkzame bestanddelen. Voor hondsdraf geldt dat ook.

In de meeste bronnen, zoals ‘Groot handboek geneeskrachtige planten’ van Geert Verhelst, wordt hondsdraf vooral als middel tegen hoest en taai slijm genoemd. In combinatie met de ontstekingsremmende werking zou het daarom helpen bij luchtwegontstekingen. Als thee of als tinctuur.
De tweede werking die veel wordt beschreven, onder andere door Fleischhauer et al in Eetbarer Wilde Planten, is uitwendig, als middeltje tegen zwerende of niet goed helende wonden, zwellingen of jeuk. Of ook wel bij brandwonden, dat beschreef Plinius de Oudere zelfs al in het jaar 77 in zijn Naturalis Historia. Voor dit soort uitwendig gebruik wordt een papje van gekneusd blad op de wonden gelegd, of er wordt een olie gemaakt waarin gekneusd blad een tijd getrokken heeft. Die olie wordt dan op de huid gesmeerd. Net als weegbree kan hondsdraf ook de jeuk van brandnetels wegnemen, je plukt daarvoor gewoon een paar blaadjes, kneust ze, en wrijft ermee over de gebrandnetelde plek. Ook Hildegard von Bingen beschreef hondsdraf overigens al als wondmiddel.

Hondsdraf uit het herbarium van Vitus Auslasser, 1473. Bron: Wikimedia Commons

Andere bronnen noemen nog allerlei andere werkingen, zoals bij blaas-, darm- en leverklachten, maar ook bij diarree, nierstenen, hoofdpijn, oorsuizen en zenuwachtigheid, problemen van de milt, ischias, als laxeermiddel en om de stofwisseling te reguleren. Het is lastig in te schatten in hoeverre dit allemaal wetenschappelijk aantoonbaar is. Het is zo divers… Maar, aan de andere kant: aan veel planten kan een vrij brede werking worden toegeschreven, omdat de stoffen die ze bevatten bijvoorbeeld in het algemeen antiseptisch zijn (en dus ontstekingsremmend kunnen werken op allerlei ontstekingen, waar dan ook in het lichaam), of in het algemeen vochtafdrijvend, of slijmoplossend, enzovoorts.

Toverdrank

Marcel De Cleene beschrijft overigens hondsdraf ook als onderdeel van een vrij complexe kruidendrank waar verder onder andere nog absintalsem, bernagie, mansoor, tijm, peterseliezaad en veel meer in gaat. En die ongeveer overal tegen zou helpen. Een echte toverdrank. En oh ja, als je hondsdraf in je rechter oor stopt, helpt dat tegen tandpijn aan de linkerkant. Dacht men in de Middeleeuwen. Je kunt altijd een poging wagen natuurlijk.

Bronnen

Dr. Geert Verhelst: Groot handboek geneeskrachtige planten, 7e druk
Fleischhauer, Guthmann en Spiegelberger: Eetbare wilde planten
Marcel de Cleene: De Naturalis Historia
Marcel de Cleene: De Historia Naturalis
Marion de Kort: Wildpluk Compendium
Wikipedia NL maart 2024

1 gedachte over “Plant in het zonnetje: hondsdraf”

  1. leuk! ik ben al langer fan van dit leuke plantje. en gebruik het zeker als randplant.
    Als basis fytotherapeut wist ik al van de werkzame stoffen. maar leuk om alles bij elkaar te lezen

    Beantwoorden

Plaats een reactie