Wel de rozijnen wat in een laagje heet water.
Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan. Af en toe omschudden en …. erbij blijven!
Trek het snijbietblad van de stelen. Snipper het in niet te kleine stukken en was het. Laat uitlekken of slinger het droog in een slazwieper. Was de stelen en snijd een flink deel ervan overdwars in pakweg ½ cm dunne stukjes.
De snijbietstelen worden ook gebruikt, maar moeten worden gekookt. Het blad gaat in een wok, grote koekenpan of kasserol. Het is makkelijk de stukjes snijbietstelen tezamen met de pasta te koken en af te gieten.
Breng een ruime pan water met wat zout aan de kook. Doe er de stukjes snijbietstengel in en als het kookt de pasta. (Past altijd in ruim water koken. Lees dit.)
Nu wordt het een kwestie van timing: de pasta moet ongeveer gelijktijdig gaar zijn met het volgende. Begin pakweg zeven minuten voor het einde van de kooktijd met het volgende:
Neem de wok (of een andere vergelijkbare pan) en verwarm de olijfolie. Doe de gesnipperde ui/sjalot erin en de ansjovisfilets. Roer en druk de filets plat, ze lossen op als het ware. Draai het vuur hoog. Doe de snijbiet erbij en schep een paar maal om. Doe de kruiden en de rozijnen (zonder het welwater!) erbij.
Giet de pasta (met de stukjes snijbietstengel) af en meng dit door het snijbietblad. Voor de fraaiheid even goed mengen, want het blad heeft neiging tot klonteren.
Schep op de borden en strooi er de pijnboompitten over.
15 oktober 2010
Morgen kook ik een grote hoeveelheid ribollita. Vandaag moeten we ook eten. Misschien was dit wel de laatste snijbiet uit de tuin, als het in de nacht van zaterdag op zondag al licht gaat vriezen, dan stopt alle groei.
Dit is een snel recept. Ik had Okke's websites al eens in het verleden gezien. Een maand of twee geleden hebben op Twitter kennis gemaakt. Sociaal medium, dat Twitter. Volgens mij heeft hij zijn recept van 'snijbietstelen met Spaanse saus' via mij. En nu wij dit van zijn site.
"Hmmm. Lekker!" zei mrs. M. En dan is het goed. Dank je, Okke.
Met spinazie werkt het ook.