Het nieuwe boek van Peter Bauwens werpt een interessant licht op veel voor ons niet-alledaagse groenten, die heel goed in eigen tuin geteeld kunnen worden. ‘Oosterse inspiratie voor de Westerse moestuin’ beschrijft de gewassen èn hoe ermee om te gaan in de keuken. Dit maakt het een leuk en ook waardevol boek om zowel in de moestuin als in de keuken lekker ‘out of the box’ te gaan.
Het is een fraai boek met een originele insteek. Voor de ietwat meer ervaren moestuinier die wil experimenteren. Bauwens geeft per gewas één recept, maar via Google gaat de wereld open. Mits u uw talen beheerst.
Is het een kookboek?
Is het een tuinboek?
Nee, het is beide!
Lang niet iedereen weet dat met name Korea heel veel, voor ons onbekende groenten telt. Okay, ze sluipen nu langzaam onze wereld binnen, niet in de laatste plaats door de hype van de voedselbossen – of, zoals wij het noemen: Eetbare Siertuin. Bauwens presenteert ons westerlingen een boek vol oosterse ideeën. En dat op zijn, voor ons herkenbare wijze.
Laisser faire
Interessant is zijn stelling dat we in onze westerse wereld bij het aanleggen van de moestuin uitgaan van het opeten van de groenten en de functionaliteit. Volgens hem is de oosterse filosofie er een van ‘laisser faire’: niet volgens een zaaischema en gegeven plantafstanden. Gewoon oogsten op elk moment. Het dunsel zijn de jonge planten en de oudere, volgroeide eet je later.
Misschien heeft Peter wel gelijk: In onze moestuin doen we het inderdaad heel gepland. Maar in de Eetbare Siertuin zien we wel wat we kunnen oogsten.
| Titel | Oosterse inspiratie voor de Westerse moestuin |
| Van | Peter Bauwens |
| Uitgever | Forte Groen |
| ISBN | 978 94 6250 1263 |
| Verschenen | augustus 2016 |
| Prijs | € 19,95 |
| Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |
Als je het boek snel doorbladert vallen al snel twee foto’s op: één met fraai, oud tuingereedschap en één met keukengerei. Wat het boek meteen samenvat: telen en eten
.
In de eerste hoofdstukken wordt aandacht besteed aan de indeling van de moestuin, gereedschappen, het wat en hoe plukken en de presentatie van de oogst. Hier kunnen we nog wat van leren 🙂
We weten niet beter dat in het verre oosten wordt gestoomd en gewokt. Dus worden de nodige keukentechnieken en ingrediënten als soja, gember, zeewier, enzovoorts besproken. Ook het kunstig snijden van groenen wordt kort behandeld. Het bewaren van de groenten betekent in dit boek het drogen ervan. Maar geen kimchi wat momenteel vrij trendy is.
De kunst van het drogen bestaat erin om met jonge vitale groenten te starten, de groenten vrij dun te snijden, het drogen zo snel mogelijk uit te voeren en alles voldoende hygiënisch te laten verlopen.
Na deze introducties gaat het boek over tot waar het uiteindelijk om gaat: de planten en hoe ze te consumeren. Een paar uitzonderingen daargelaten wordt per gewas wordt een uiterst maakbaar recept gegeven.
De gewassen worden in vier hoofdstukken besproken:
1) Typisch oosters
2) Vertrouwd herkenbaar
3) Behoorlijk exotisch en
4) Opvallende smaken
Typisch oosters
Dat zijn krulmalva, edamame, mibuna, erwtentoppen, tatsoi, paksoi, rotsoi
De beschrijving van de plant is kort en krachtig: plantbeschrijving, kweken en eten in één kolom. Meer hoeft ook niet. Het moet ook niet als echte teeltaanwijzing worden geïnterpreteerd maar als informatief, interesse wekkend. Als u echt alles over het telen van diverse gewassoorten wilt weten, raden we u dit boek van Velt aan. Dat vult perfect aan.
Vertrouwd herkenbaar
In deze categorie komen we al dicht bij huis; het hoeft niet typisch oosters te zijn. De rode spitskool (die is in 2008 als innovatie geïntroduceerd – Lees dit), ossenharttomaat (tomaten komen uit Zuid-Amerika, maar vond na Columbus zijn weg over de wereld en er zijn lokale, ook oosterse, rassen ontstaan), muskaatpompoen (ook iets uit de nieuwe wereld), herfstradijs, Chinese komkommer, pronkboon, peultjes, shishitopeper en spigariello.
Stuk voor stuk kort beschreven, fraaie foto en een leuk en niet te moeilijk recept.
Behoorlijk exotisch
Daar houden we van. We gaan de grenzen opzoeken en treffen basella, slangkomkommer (bij ons heet ze slangkalebas), lablab, aspergeboon (kouseband), aubergine (behoorlijk exotisch?), bittermeloen, luffa, kalebas, sesam en okra. Die in deze tekst met een link zijn aangegeven hebben we al vaker geteeld en dat geldt ook voor dekalebas en de kouseband, al was die laatste al heel lang geleden.
Opvallende smaken
Hierin een leuke verzameling bijzondere gewassen. Meest kruiden, zoals Chinese bieslook (naar knoflook smakende wat hoekige bieslook), waterpeper, mitsuba, wasabi-rucola, shiso (aanrader!), oesterblad (heerlijk, maar slakken houden er ook van), landwier (aanrader!), negi, yomogi, shungiku, citroengras en verveine.
Het is een fraaie verzameling van bekende en (nog) onbekende gewassen. We hebben er al meteen zin in om ze volgend seizoen te zaaien. We vermoeden dat de zaden te koop zijn bij Peter Bauwens zelf (klik hier). In zijn nawoord zegt Bauwens:
Je leer niet echt iets over het Oosten door je tuin vol bamboestokken te zetten [….] Je leert pas echt iets over het Oosten wanneer je op een andere manier naar je tuin en de planten gaat kijken.[….] De essentie van het Oosten is de harmonie tussen eenvoud, schoonheid en jezelf.
Hallo Peter, ik heb hier een Japans gerecht waar aan ik Mitsuba moet toevoegen. Kan ik dit kruid ook in Nederland kweken en wat is de smaak hier van? gr Willy
Dag Willy. Het boek is van Peter Bauwens. Op onze site staat “slechts” een recensie. Je kunt Peter bereiken via zijn eigen website denieuwetuin.be