Wij bezochten de Vakbeurs Foodspecialiteiten 2021 om te zien of er beweging zit in de Nederlandse smaakontwikkeling. Helaas niet. Als we een cijfer moeten geven, is het een zesje, met een paar hoopgevende uitschieters.
Deelnemers aan de beurs kunnen noviteiten aanmelden en een vakjury beoordeelt deze en deelt uiteindelijk een prijs uit. Dit jaar won hooikaas Uut Hooi. Er is ook een speciale ‘Godfather Award’ – (citaat:) “voor een product waar iedereen blij van wordt” – en die ging naar Pastasaus van verse Venkelworst BIO, een saus van Brandt & Levie, waarin ze resten van venkelworst verwerken.
Middelmaat
Het inzenden van noviteiten en het uitdelen van de prijzen, impliceert niet dat de deelnemers spelen in de hoogste smaakbelevingsdivisie. Wij bezochten de beurs voor het eerst in 2017 en voor het laatst in 2019. Twee jaar geleden schreven we Smaak of Wansmaak. Van de mooie dingen die we toen zagen hebben we er nu nog maar een paar teruggevonden. Dat kan betekenen dat:
- het na de beurs zo crescendo is gegaan met de onderneming zodat ze niet meer terug hoefden te komen, of
- ze waren teleurgesteld in het resultaat van de beurs of
- ze hebben het niet gered, al dan niet met een duwtje van covid-19.
Maar ook nu, 2021, als je op deze beurs rondloopt krijg je een echt Nederlands gevoel: veel, goedkoop en over het algemeen (dus) een middelmatige kwaliteit. Dus gemiddeld een zesje voor de hele beurs. De positieve en ook negatieve uitzonderingen zijn (het cijfer 10 geven we niet):
[9] – Dreuge worst graag!
We zijn bijzonder gecharmeerd van Dreug – droge worst gemaakt van “oude” zeugen. De mannen van Dreug hebben een directe relatie met de boer en betalen deze een mooie prijs. Het gaat dan voornamelijk om zeugen die op een gegeven moment iets te oud worden. Waar de varkenshouder normaal € 1,16 per kilo krijgt, betalen zij € 2,08. En de worsten zijn werkelijk verrukkelijk.
Kortom, de boer krijgt meer geld, waarmee dus uiteindelijk ook een beter leven voor het varken mogelijk wordt. En dus betere worst.
Wij voorzien een mooie toekomst voor Dreug – maar ja, als de Nederlandse consument moet kiezen, dan prevaleert vaak de prijs. Gevoel voor kwaliteit hebben we wel, maar die producten exporteren we voor geld.
[9] – Frank about tea
Frank about tea = Wie is Frank en wat heeft ie te zeggen over thee? Nee, het is Engels voor ‘open en eerlijk over thee’. Het is vrijwel één op één de thee-versie van ClearChox: een korte transparante handelsketen met een eerlijke vergoeding voor allen in de keten. De thee die je normaal in de winkel koopt, is, bij wijze van spreken, oud en van twijfelachtige herkomst. Frank about tea koopt direct bij de boeren in, verwerkt lokaal en verkoopt direct. Twee procent van de omzet wordt terug-geïnvesteerd in ondersteuning van de boeren. Verpakking en dergelijke is milieuvriendelijk, dus geen verborgen plastics in theezakjes.
We hebben de thee geproefd: het is fabelachtig lekker.
[9] – ClearChox
ClearChox presenteerde op de beurs Latitude. Letterlijk op dezelfde dag in Nederland aangekomen. Prachtige chocola, zowel qua verpakking als smaak. Topkwaliteit gemaakt in Oeganda. ClearChox staat voor Clear Chain Chocolate, een transparante handelsketen, met zo min mogelijk schakels. En een eerlijke vergoeding. De cacaoboer of coöperatie moet bekend zijn en ook wat ze krijgen voor de cacaobonen. De chocolade moet bij voorkeur gemaakt zijn in het land van herkomst en dat gebeurt dan ook vaker en vaker. Momenteel 10 van de 19 merken. Gemaakt in het land van herkomst, betekent dat er minstens zeven keer meer inkomsten daar blijft waar het hoort te zijn.
[Pas op: Dit was een bericht in het kader van ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend. ClearChox is namelijk een andere hobby van ons. Maar wel een oprechte hobby.]
[8] Klepper drop
De lekkerste en meest pure drop die er is. Van vader en zoon Klepper uit Alkmaar. Het is inmiddels in heel Nederland verkrijgbaar. Maar o wat een drop!
[3] – De Kaas-Connectie
Van oorsprong is deze Foodspecialiteiten Vakbeurs een pure kaasvakbeurs. Dus kaashandelaren zijn in ruime getale aanwezig. Persoonlijk zijn wij van de boerenkaas en dan in het bijzonder Remeker. Boerenkaas is rauwmelks op de boerderij gemaakt. Dat vereist een grote mate van hygiëne en vakmanschap. Er zijn nog maar een dikke honderd boeren in Nederland die dat doen. Kaas van de boerderij is ook op de boerderij gemaakt, maar (kort) gepasteuriseerd – gethermiseerd heet dat eufemistisch. En dan is er, tja, uh, hoe zullen we het noemen? Fabriekskaas?
Opvallend is een stand die in grote letters De Smaak van Tijd op de wand heeft staan. Het is een marketingconcept. De kaas heet Rotterdamsche Oude kaas en die is honderd weken (twee jaar) oud. De smaak is als Old Amsterdam, die echter versneld oud wordt gemaakt. Dus het lijkt een product van de kift tussen 020 en 010. Er staan twee aardige jonge dames bij de stand.
“U heeft gelijk, maar wij mogen het niet zeggen,” zegt een van hen. Ze vertelt dat Rotterdamsche Oude een activiteit van Zijerveld Kaas is, dat op zijn beurt een dochter van zuivelgigant FrieslandCampina is. De melk komt uit Lutjewinkel. Dat ligt in de kop van Noord-Holland en dichter bij Amsterdam dan bij Rotterdam. Sorry, lieve Rotterdammers, maar er is dus niets Rotterdams aan deze kaas. Overigens is het kaasmerk Lutjewinkel 1916 ook van Zijerveld. In 1916 werd, te Lutjewinkel, de Coöperatieve Zuivelfabriek West-Friesland opgericht, in 2008 overgenomen door FrieslandCampina, dat meer van dergelijke grote fabrieken in Nederland heeft. Lang niet alles staat op de websites, maar zo worden illusies gecreëerd en behouden.
Lutjewinkel en Bodegraven. In de eerste staat die hele grote fabriek van FrieslandCampina. Uit diverse gesprekken met kaashandelaren op de beurs, leren we dat ze de hele verse, nog natte kazen uit Lutjewinkel halen en dan zelf opleggen en laten rijpen. Ze kennen de boer, de koeien, laat staan de melk, niet. In Bodegraven is een fiks aantal van die kaashandelaren gevestigd. Tijdens onze rondgang over de beurs – en wat doorvragen – ontstaat de indruk dat zeker de helft van de kaasmerken haar oorsprong vindt in de fabriek in Lutjewinkel. We zijn een illusie armer. Gelukkig is de Boeren Goudse Oplegkaas ook op de beurs.
[8] – Boeren Goudse Oplegkaas
Boeren Goudse Oplegkaas staat in de Ark van de Smaak van Slow Food. Eromheen is een stichting opgericht die de kaas promoot. Er zijn slechts twee boeren die de kaas produceren: een in Zoeterwoude en een in Rijpwetering. Het is een bijzondere kaas die, per wiel, zo’n € 13 per kg kost. Dat is een verrassend lage prijs voor een twee jaar oude rauwmelkse kaas. En errug lekker!
En dan nu de 7’tjes
Deze producten trokken ook de aandacht en komen ruim boven de middelmaat uit:
[7] – Snaqs heet het. Het merk van Floor Foods uit Goes. Gedroogde groenten als snack. Hartstikke vegan – want vegan is de nieuwe verkoopslogan. Het Zeeuwse bedrijf koopt afgekeurde groenten (buitenbeentjes) en, zo vertelt Eva Verstraaten gloedvol, betaalt een eerlijke prijs. Ze zijn nu vier jaar met dit merk bezig, tot nu toe wordt in Azië geproduceerd, maar ingaande 2022 in Nederland.
[7] – Het moet worden gezegd, hanoch is een grote, smakelijke pinda. Een Israëlische ontwikkeling die gericht op de lange houdbaarheid. Twaalf maanden, terwijl nu zes maanden zo ongeveer het maximum is. We schreven er in 2018 ook al over en het blijft genieten. Adelante Foods vertegenwoordigt al deze mooie pinda’s. En meer. (Adelante betekent zoiets als ‘kom verder’ in het Spaans.)
[7] – Ganzenlever? Ja, ganzenlever. Opmerkelijk, het kan kennelijk weer. Foie Royale is een Duits ganzenleverproduct. De dieren kennen geen dwangvoeding, wat relatief kleine levers betekent. Die komen van de ganzenslachterij Geflügelhof Meyer in Cloppenburg. (Klinkt wel een beetje Nederland, toch?)
[7] – Casa del Fermentino maakt fermentino en dat zijn gefermenteerde noten. Op de BIO Beurs 2020 troffen we Fervana, met een product van gefermenteerde noten als vegan kaas werd gepresenteerd. Het smaakte alles behalve naar kaas. Het Italiaanse Casa del Fermentino houdt het simpel, zoals het is. Ze noemen het geen kaas, maar creëren een eigen productcategorie. En het smaakt ook goed.
[7] Hoeksche Chips zijn verrekte lekker. We hebben ervan gesmuld. Helaas nog niet biologisch, maar dat komt er aan, wordt ons verzekerd. Wel op andere aspecten erg goed. Zo worden de chips gecentrifugeerd en hebben daardoor minder dan 24,5% vet, terwijl normale chips ergens tussen de 30% en 35% vet bevat. Er wordt gebakken in HOSO-zonnebloemolie, dat topkwaliteit olie is. En het bevat minder zout, maximaal 1%. En ze laten zien wat in de zak zit: deze is doorzichtig, dus geen aluminiumlaagje binnenin en daardoor is de zak recyclebaar. De aardappelen worden op zo’n 240 hectare geteeld en men hanteert een vierjaars rotatie. En Planet Proof piepers.
[7] – Peppe Gelato zo heet het Italiaanse BIO-ijs uit Duitsland. Het zijn verpakkingen voor thuis. De Italiaanse familie ijsmakers woont al zo’n vijftig jaar in Duitsland en het oudste kleinkind heet Guiseppe – Peppe dus.
Het zijn bekers ijs, zoals die ook door Ben & Jerry werden aangeboden. Maar dat is niet biologisch en geen Italiaans ijs – dat is nu Unilever. Maar Peppe Gelato is dus nog gewoon de familie Scarpello uit Moos (am Bodensee). Het wordt door Kuperus Foods op de markt gebracht. En Kuperus heeft ook geweldige zwarte knoflook! Peppe verdient een kans op de Nederlandse markt. Het is heerlijk ijs.
Tenslotte gember
Zeker drie stands doen iets met gember. Natuurlijk is gember heel gezond, in 2018 door het Duitse NHV Theophratus, de vereniging ter bevordering van natuurlijke geneeskunst, tot Heilpflanze des Jahres gekozen. Gimber is Belgisch Nederlands en produceert in Roelofsarendsveen. We proeven een concentraat van Peruviaanse gember. Pittig maar lekker. En dan is er een stand van G’nger, die puur gembersap biedt. Die van Gimber is gezoet, zeggen ze. De pure gembersap is wel een stuk heftiger, pfoeh! En dan is er Go Now die ook gembersap aanprijst. En kurkumasap.
Superfoods waren een aantal jaar geleden een hype. We voorzien hetzelfde met gember. Het zou ons verbazen als het over twee jaar nog populair is.