Het spannende en soms ook frustrerende aan een moestuin is dat het ene jaar doen bepaalde groenten het goed doen en het andere jaar slecht. Zo hadden de vogels bij ons bijzonder veel trek in peultjes en kapucijners. En de aardappels leden onder phytophthora, dankzij het natte voorjaar.
Natuurlijk hebben we peultjes en kapucijners gegeten, maar we hebben dank zij de vogels geen nieuw zaaimateriaal kunnen winnen. Jaren geleden hadden we ook zo'n geval. We hadden toen net het zeldzame ras Kola en toen de vogels alles hadden weggegeten, vreesden we dat we niets meer hadden. Maar gelukkig vonden we nog een handje zaad.
Eveneens vermoedelijk door het koude en natte voorjaar waren de rode uien geen succes. Ze waren nogal talrijk in bloei geschoten. De knoflook daarentegen was super! Bollen met hele groten tenen.
Een jaar zonder sperziebonen
Yes, yes, we are Seed Guardian of the Heritage Seed Library. Oftewel, we zaaien oude rassen om ze te vermeerderen en te bewaren voor het nageslacht. We kregen de lage sperzieboon Black Valentine. Een met zwarte boontjes. De HSL was blij met ons omdat er binnen een straal van zeker 700 meter geen moestuin, laat staan bonenteler te vinden is. Kruisbestuiving is dus uitgesloten. Black Valentine is een zelfbestuiver, doch we vermeerderen zaad. Het nadeel is dus dat wij zelf geen sperziebonen uit eigen tuin hebben gegeten dit jaar.
Wat is dat met die kleine meloen?
Vorig jaar zaaiden we enkele Petit Gris de Rennes en plantten ze uit op ons experimenteerveld. Hoewel het een koude en herfstige zomer was, werden er twee pompoentjes geconcipieerd, die, op de aarde liggend, door rot werden aangetast. Maar in essentie zagen ze er mooi uit en ze roken zoet.
Dit jaar dachten we slimmer te zijn: we plantten een zestal in een koude bak ter grootte van drie ramen. Als het slecht weer zou worden, konden we immers de ramen erover leggen. Dat moest helpen. (Maar het was geheel niet nodig.)
Sedert het vroege voorjaar hebben we twee bijenkasten van Gastvrij voor de Bij in de moestuin. "Onze imker" Saskia was enthousiast over het resultaat van vorig jaar en de bijen waren goed de winter doorgekomen. Dus werden het twee kasten en wellicht in 2013 drie.
2012 Was een redelijke zomer. De meloenplanten groeiden en bloeiden. En bloeiden. En bloeiden. En we hebben veel bijen…. Maar geen meloenen te zien. Nog niet.
En nu moet de bak geruimd worden voor veldsla.
Kennelijk doen we iets verkeerd met Petit Gris de Rennes. Maar wat? De nevenliggende bak met butternut squash doet het geweldig. En daarnaast pepino's, de kleine pukkelige komkommers. Ook top.
De trompet uit Albenga
Sommigen noemen het een muskaatcourgette. Het is, op de keper beschouwd, geen courgette maar behoort wel tot de familie van pompoenen: cucurbita pepo. Tromba d'Albenga is een cucurbita moschata, d.w.z. ze komt uit de tak van de butternut squash. Ze neemt grillige vormen aan. En dat verklaart haar naam: de trompet uit Albenga.
Tromba d'Albenga bloeit wit en kort. Ook – of misschien wel voornamelijk – 's avonds. De bloemen leven erg kort. Ik heb de indruk van enkele uren. Ondanks het feit dat we een stuk of zes planten hebben, zien we tot op heden maar één trompet hangen. En eigenlijk ook nog behoorlijk recht.
Groenlof
Koolgalmug
Swede midge, heet ze in het Engels. Swede is de koolraap. Deze onweerstaanbare vriend- maar dan 'onweerstaanbaar' in de meest letterlijke zin van niet te stuiten – had eind mei toegeslagen. Vooral koolrabi en spruitkool hadden en hebben het te voorduren. De cavolo nero (palmkool) en boerenkool tiert welig. Filderkraut, de zuurkoolkool, had enigszins te voorduren. De oogst was minder dan vorig jaar.
De koolgalmug legt zijn eitjes op de stelen van de zogenaamde hartbladeren, in de kruin van de koolplanten. Dan krijgen de planten bobbelige, verfrommelde bladeren. Draaihartigheid. En bij koolraap en koolrabi is dit funest, daar de hartbladeren direct in verbinding met de knol – verdikte stengel – staan. Andere planten kunnen er (deels) tegen en vertakken zich.
De larven gaan op zijn vroegst één week en maximaal na drie weken van de plant af en hun eigen leven leiden.
Er is erg weinig te doen tegen de koolgalmug: insectengaas na het uitplanten of zaaien. Beschadigde planten wegnemen in de hoop de larven te lozen.
Biologische maatregelen kunnen zijn (we hebben niet alles geprobeerd)
1 |
We lazen ergens: kolen op een winderige plaats zetten en lavendel en tomaten in de omgeving planten. Dat klimaat vinden ze niet prettig. |
|
2 |
De kruinen van de koolplanten bestuiven met basaltmeel |
Hebben we twee jaar gedaan maar eigenlijk geen succes. |
3 |
Van eind mei tot eind juni wekelijks de kolen met brandnetelgier bespuiten |
|
4 |
Spruzit van Ecostyle – dat is biologisch |
|
5 |
Pyrethrum – is ook een biologisch middel. Doodt alle insecten. Goede en slechte. Het is een paardenmiddel dat snel afgebroken is en dus niet preventief kan worden gebruikt. |
|
6 |
Vroeg planten levert grotere, minder kwetsbare planten op; spruitkool met zeer gladde spruiten kiezen. |
|
Massa's olijfkomkommer
Dit jaar hebben we massa's olijfkomkommer.
Tomaten met zweetslang
Die doen het geweldig in de kas. Tomaten kunnen soms lelijk worden en scheuren door onregelmatig water geven. Dit jaar hebben we een zgn. zweetslang in de grond langs de planten gewerkt. Aangesloten op een groot m3-regenvat. Dus als het buiten regent, loopt het water van het dak van de kas in het vat en stroomt door naar binnen. Maar dan ook daar waar het moet zijn: in de grond. En niet over de planten – want tomaten hebben een hekel aan natte bladeren. Omdat we nu zo'n mooie warme droge omgeving hebben met een voedzame, vochtige grond, hebben we ook basilicum tussen de tomaten geplant. Dat was een goed idee. Enorme basilica zijn het.